Met Slagwerkkrant cruisen we ieder jaar langs de 18 zalen van North Sea Jazz. We hebben er drummers zien komen en gaan, van Art Blakey en Buddy Rich tot Dave Weckl en Vinnie Colaiuta. Op dit festival kan je elk jaar met eigen ogen zien hoe de 'art of drumming' zich ontwikkelt. In deze 2025-editie zagen we opnieuw drumpareltjes voorbijkomen. Lees de treffende beschrijvingen door Dick de Waal, de foto's van Eric van Nieuwland en hier en daar een videofragment.
Met Justin Faulkner, Pedrito Martinez, Sheila E, Dirk Peter Kölsch, Terri Lyne Carrington, Jaylen Petinaud, Gene Jackson, Femi Koleoso, Sun-Mi Hong, Jerome Johnson, Wesley Ritenour, Adam Cruz, Han Bennink, Jamie Peet, Robert ‘Sput’ Searight en Nate Werth, en David Gibson en Jason Marsalis.
Het was een heus drums-percussiefeest bij Alfredo Rodríguez, die aantrad met zijn eeuwige percussiepartner, de altijd geweldige Pedrito Martinez, en drummer Michael Olivera. Ze speelden een repertoire van covers die op het album staan dat 7 oktober uitkomt, zoals deze Stevie Wonder classic I Wish, met congasolo en drumsolo!
Ook zagen we tal van Nederlandse drummers excelleren, zoals Salle de Jonge bij Sabrina Starke. Toffe beats!
Strak en ondersteunend
We zien Jerome Johnson spelen bij Mrcy. De Britse producer en bassist Barney en zanger Kojo brachten inmiddels twee platen uit en verzamelden er voor de liveshows een gitarist, toetsenist en drummer bij. Die laatste wint de prijs voor bijzondere setups, met een 10" tom die weggelopen lijkt te zijn van de rest van de trommels. Zoete feelgood soul en razend lekkere vocals vullen de Congo op deze warme zaterdag. Johnson speelt strak en ondersteunend, en trekt heel soms de trukendoos open. Als dat gebeurt, ontstaat er in combinatie met de lo-fi bas van Barney een behoorlijk smeuïge magie. Binnenkort interview in Slagwerkkrant!
Innovatieve kletters
Jamie Peet speelt met Tin Men & The Telephone in de Missouri. Dit is zonder twijfel een van de meest toonaangevende drummers in de Nederlandse geïmproviseerde muziek. Bij hem bewegen razendsnelle noten op een microschaal, met innovatieve kletters, rolls en alle aandacht voor klankkleur. Niks is voorspelbaar. Bewonderenswaardig hoeveel variatie deze man uit deze vierdelige set met enorme cymbals tovert. Hem zien drummen is een fysiek schouwspel op zichzelf.
Mooie opbouw vanuit handenwerk op de toms, via mallets naar een heel gemene swing met heel heavy crashes: kaboooosh! Pianist Tony Roe heeft een imposante hoeveelheid elektronica meegenomen. Het geheel heeft iets weg van een telefooncentrale uit de late negentiende eeuw. In de synth van Roe kraait een haan kukeleku en klinken koekoeksklokken: geweldig.
Drie schermen vertonen beelden van de band zelf en van heel geestige visuals, zoals een golfer die het belang van time toelicht. In het derde stuk lijkt het trio een duidelijk collectief idee van time te hebben, maar ondergetekende is dat nu echt kwijt. Dan komt de golfer terug. Diens relaas over time in swings wordt slim geïntegreerd in een geweldig getimed fragmentarisch improstuk. Fast back swing! Go slow! Contrabassist Pat Cleaver heeft het er enorm druk mee. Wat een stel creatieve geesten. Het idee dat je muziek en politiek niet moet mixen, is bij dezen officieel het raam uit. Een even geestig als eng intermezzo wordt vertoond over die oranje engerd in de VS en de harde realiteit die zich daar momenteel ontvouwt. Een urgente boodschap die door het publiek wordt gewaardeerd.
Extreem fijne techniek
Wesley Ritenour achter de drums bij zijn vader, gitarist Lee Ritenour. Maar liefst drie floortoms tellen we op de drumriser: dat schept verwachtingen. Captain Fingers: wie is er niet groot mee geworden? Vanaf maat één is het kristalhelder wie hier gitaarspeelt. Wat een belachelijk feest om junior te zien drummen hier. Die heeft namelijk een extreem fijne techniek, vol van subtiele ghostnootjes en een fusionsound die je zo veertig jaar terugslingert naar de gloriedagen van GRP, het toonaangevende jazzlabel dat in 1978 werd opgericht door toetsenist Dave Grusin en Larry Rosen. Een prachtig gesoigneerd concert door deze volledig nieuwe band, waar het spelplezier vanaf spat. Deze (half-Braziliaanse) drummer moet je serieus in de gaten houden als je dit genre digt. En bassist Munir Hossn eveneens. Man, man, man: die finesse.
Eentweetjes
Alweer een trio dat zo enorm veel groter is dan de som der delen. Danilo Perez heeft sterbassist John Patitucci en drummer Adam Cruz mee op reis. We spraken Cruz een week geleden over zijn voorbereidingen op deze tour. De Panamese Perez tovert erg lekkere recepten uit met name de vleugel. Gefragmenteerd, mathematisch, speels, vrolijk en fris romantisch. Cruz drukt een duidelijke stempel op het collectief en doet onwijs gave eentweetjes met z’n buren. Stokken, whacks en mallets worden afgewisseld, waardoor net iets meer diepte in de drumsound ontstaat. Gaaf hoe binnen deze open composities enorm veel ruimte is voor vrijheid op de bas en drums. Zelfs als Patitucci secondenlang een paar simpele tweeklanken uit z’n zessnarige bas haalt, is het al indrukwekkend. Wat een belevenis.
Liveschilderij
Han Bennink en Hans Dulfer zitten en staan in een ramvolle Yenisei. Drums en sax, dat is het. En dat klinkt dus gewoon ontzettend cool. Muzikale mopjes, snippets van classics wisselen elkaar af met weirde virtuositeit. Alsof je naar een liveschilderij van Karel Appel luistert: verrassend en soms gewoon heel hard nodig in de nichewereld van de vrije vorm. Lekkere drumsound trouwens door deze bescheiden PA. Het lage plafond draagt hier bij aan de gortdroge sound. Tijdloos rekken en trekken: heerlijk. Terecht dat deze helden zo enorm goed bezocht worden.
Dynamisch articuleren
Antonio Sanchez bij Béla Fleck. De drummer die enorme faam verwierf met zijn percussieve bijdragen aan de soundtrack van de film Birdman uit 2014. Denk je banjojazz, dan denk je Fleck. Geestig dat dit markante instrument eigenlijk zo weinig is terug te horen in de wereld die jazz heet en op de bijbehorende festivals. Sanchez zit hier prima op z’n plek. We zagen hem ooit in de Village Vanguard en zijn daar nog steeds van onder de indruk. Dynamisch articuleren is het devies in zijn approach. Die is ook welkom in dit meest originele trio dat wordt gecompleteerd door harpist Edmar Castañeda. Iedereen die weleens een banjo in z’n handen heeft gehad, weet dat het de trompet onder de snaarinstrumenten is. Je moet flink blijven studeren om er een fijn geluid uit te krijgen. Fleck is daarin God. De rappe vijfachtsten vliegen door de zaal alsof het niks kost. Drummer Sanchez klinkt lekker droog, speelt bedachtzaam en doet met een bijna klassieke precisie recht aan iedere maat. Bijzonder om zonder bas op het podium ook maar enig moment het laag te missen. Dat komt namelijk prachtig versterkt uit die harp van Castañeda. De charme van dat wonderschone instrument verdient meer podia. Heftige shizzle dit.
Dampende funktempel
We zakken af naar de Congo. De rivier die de hoofdlocatie vormde in Joseph Conrads boek Heart of Darkness. Die had wellicht nooit kunnen vermoeden dat deze superband vanavond de Congo zou veranderen in een dampende funktempel. Het is verbazingwekkend dat drummer Robert ‘Sput’ Searight en percussionist Nate Werth, vooral bekend van Snarky Puppy, met Ghost-Note in zo’n bescheiden tent als de Congo staan. Deze tandem van drums en percussie heeft natuurlijk een trackrecord die thuishoort in een grote zaal zoals de Nile of zelfs de Maas. Ook deze band bestaat overigens alweer zo’n tien jaar. Sput horen aftellen is al grappig: een langzame one, two, en dan heel snel one, two, three, four. Wat volgt is een ontzettend heftige show die Sly Stone en James Brown vanaf hun wolk waarschijnlijk erg zouden kunnen waarderen. Beide slagwerkers slopen werkelijk het podium, maar dat geldt welbeschouwd voor de hele band. Baritonsaxofonist Jonathan Mones verdient een lintje voor diens weergaloze scheursolo’s.
Old school jazz
Het sterke van North Sea Jazz is de enorm gevarieerde programmering. Er is voor iedere muziekliefhebber wel iets te vinden. In Montreux is dit bijvoorbeeld duidelijk minder het geval. De Hudson is op dit late uur een tijdcapsule waarin we worden getrakteerd op een sterk staaltje old school jazz. David Gibson op drums en Jason Marsalis achter de vibes bij de Lionel Hampton Big Band. Uiteraard een tribute want Lionel zelf is in 2002 overleden. We komen binnen tijdens een vlijmscherpe drumsolo van Gibson. Dit komt misschien het dichtst bij het North Sea van de jaren zeventig van de vorige eeuw. De blaasarrangementen en uitvoering getuigen hier werkelijk van absolute topklasse. Wat is dit genieten. Vibes zien we, buiten bijvoorbeeld de gigs van oudlid van Steps Ahead Mike Mainieri, ronduit te weinig. Er wordt hier gewoon met vuur gespeeld. Een grote buiging voor Jason Marsalis, de broer van Branford, Wynton en Delfeayo.
Creativiteit in z’n meest oorspronkelijke vorm
Vanavond zijn we getuige van een geweldig hoofdstuk uit de muziekgeschiedenis, en wel in de Amazon, bij uitstek de grote zaal met de meest prettige akoestiek op North Sea, gedeeld met de Hudson. We zien er Herbie Hancock met drummer Jaylen Petinaud. Hancock, zonder meer een van de laatste der mohikanen die aan de kribbe stonden van de jazz uit de jaren zestig, is springlevend. De 26-jarige Petinaud is dolblij met deze gig. Butterfly is de opener: hoe laidback. Maar niet lang: trompettist Terence Blanchard speelt namelijk een solo waarmee de toon voor de rest van de set is gezet: vol vooruit en adembenemend krachtig; James Genus legt baslijntjes neer die excelleren in de kunst van de korte nootjes zoals ook in de jaren negentig bij The Brecker Brothers; Lionel Loueke is sowieso een van de meest originele gitaristen ooit (Petinaud moest serieus werk steken in het doorgronden van diens frasering en time).
Petinaud opent met Genus het stuk Actual Proof van The Headhunters. De energie die hier van het podium blaast is ongelofelijk. Alle timewetten vliegen bij tijd en wijle het raam uit en wat overblijft is creativiteit in z’n meest oorspronkelijke vorm. Swingen doet het eveneens: als een trein. De benjamin in het gezelschap, Petinaud, groovet dat het een aard heeft: zijn techniek, sound en virtuositeit doen heel sterk denken aan Rodney Holmes. Het Wayne Shorter nummer Footprint pakken we nog mee, in een briljant arrangement van Blanchard. De funkiness en souplesse, klein en groot, in alles hier is weergaloos: draag ons maar weg.
Het interview met Petinaud volgt deze nazomer.
Vlijmscherp en vinnig
In de Nile wordt flink uitgepakt met Sheila E. and The E-Train featuring Pete Escovedo. Vlijmscherp en vinnig scheurt de nog altijd hippe E. op drums door het synth-heavy fusioneske intro. De ruimte die hier wordt gepakt voor opbouw in vooral de toetsensoli is prachtig. Bij iedere overgang beweegt Escovedo intens mee met smaakvolle variaties: half-time, double-time, no shit indrukwekkende fills en een dosis polyritmiek om eng van te worden. Wat een fenomenale bandleider is dit eigenlijk.
De band uit de Bay Area brengt een versie van Oklanda Stroke die, hoe kan het anders, akelig dicht bij die van Tower of Power zelf ligt, maar dan met heel erg veel trommelgekletter erbij. Hoe cool was het geweest om hier liveblazers bij te zien; die komen nu uit de keys. Deze bassist levert hierbij wel een sound waar zowel Rocco Prestia als onze eigen Marc van Wageningen super blij van zou zijn geworden: lieve hemel. Een korte zevenkwarts Yellow Submarine volgt: wow, hoe verzin je dit? Over twee dagen wordt vader Pete Escovedo 90, maar hier staat ie als een enorme baas gewoon percussie te spelen, naast z’n dochter die zichtbaar geëmotioneerd is. Een feest van pure warmte en hartelijkheid. Erg lekker gezongen ook, Sheila.
Femi Koleoso - foto Eric van Nieuwland
Diepe tribale drums
Al weken proberen we Femi Koleoso van Ezra Collective te bereiken. Helaas (nog) niet gelukt, maar hier is de Britse drummer met Nigeriaanse roots wel degelijk aanwezig, en hoe. Dit is een regelrechte publiekstrekker: vandaar de Maas, met een waanzinnige publiekscapaciteit. Spatzuivere, soulvolle blazers en coole afrogrooves met een hoog dansgehalte. Voeg daar de diepe, tribale drums van Koleoso aan toe en je krijgt een menigte van duizenden mensen die dit gewoon enorm tof vinden. Dit kan je dus op ieder groot en hip festival neerzetten en mensen hebben de tijd van hun leven. Koleoso’s solo (snaren af) gaat erin als koek: niemand staat stil. De kracht van de herhaling en een persistente dreun zijn, naast de enorm slimme partyopbouw, alleszeggend.
Licht en vrolijk
Dirk Peter Kölsch opent in de Missouri bij het Martin Fondse Voice Orchestra. Zes vrouwen en vijf mannen op het podium. Indrukwekkende vocals met waanzinnig kleine intervallen daartussen: echt knap. Heerlijke muziek om het festival mee te starten. Lange instrumentale lijnen die soms ritmische modulaties suggereren. Magie? Dirk Peter drumt lekker licht en vrolijk, en gebruikt zowaar een strijkstok op een handxylofoontje: lachen. Fondse speelt zonder enige twijfel prachtig: misschien een leuk compliment van een drummer. Lekker die dwarsfluit en cello. Wat een enorm fijn en origineel totaalbeeld.
Vrijheid en variatie
Terri Lyne Carrington, bassist John Patitucci en pianist Danilo Perez spelen symfonische stukken van wijlen Weather Report saxofonist Wayne Shorter met het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Naar verluidt heeft hij een flinke stapel partijen voor kwartet & symfonie achtergelaten: big thanks daarvoor. Tineke Postma, een goede vriendin van Carrington, neemt veel saxpartijen waar en doet dat zoals altijd met verve. Zelden zo’n sprekende sopraantoon gehoord. In alle eerlijkheid en met complete bias: misschien toch echt iets gesoigneerder dan die van Shorter zelf. Tenorcollega Dayna Stephens geniet daar ook enorm van. Carrington zit center-frontstage ingebouwd tussen Patitucci en een enorme batterij strijkers. Drumtechnisch is het eerste stuk Forbidden Planet wellicht niet spectaculair, maar compositorisch is het een openbaring. Spannend om Patitucci op vijf meter afstand te zien werken: die superfocus is fascinerend. Bij Orbit vindt Carrington ineens meer vrijheid, dynamiek en variatie. Je zal toch de Front of House moeten mixen bij zo’n project. Of, misschien erger nog, de monitormix van iedere muzikant.
Bizar heftige grooves en genadeloze fills
Gene Jackson speelt bij pianist Rob van Bavel en bassist Joris Teepe. Deze drummer uit Philadephia speelde ooit ook bij Herbie Hancock en laat hier horen dat kleine zalen ook kunnen worden gevuld met schoonheid. Kleine schoonheid in triovorm, waarin je als je naast het podium op de grond zit, ieder denkbaar detail meepikt. Soms wordt er door hem nootjes gelezen, soms niet. We komen binnen bij een uiterst relaxte latinversie van Take the ‘A’ Train. Jackson draagt een coole witte zonnebril die niet had misstaan in Miami Vice. Gaaf dat Joris Teepe hier weer is: arguably de meest succesvolle Nederlandse jazzbassist in New York. Van Bavel doet heel gave sprongetjes en changes op de piano. De eerste tour met z’n drieën en gisteren al een plaat opgenomen: spannend. The Dutch Connection + 1 nu dus. Als Jackson de ruimte heeft, pakt hij die ontzettend lekker. Een klassieke 4-piece drumset sound met werkelijk als vanuit het complete niets ineens bizar heftige grooves en genadeloze fills. Benieuwd naar dit album.
Dynamiek met een grote D
Bij het Branford Marsalis Quartet vinden we al jaren de exceptioneel drummende Justin Faulkner. ‘The Assassin’ is z’n bijnaam. Vrij geestig als je weet hoe ontzettend vriendelijk deze man in het echt eigenlijk is. Zo drumt hij ook. Als beiden. Een ondersteunende slimme lieverd en af en toe een venijnige sluipschutter. Overduidelijk speelt het oor op dit podium een grote rol. De solo die Faulkner hier speelt behelst wellicht alles wat een rol zou moeten spelen qua drums in dit genre. Complete beheersing, anticiperend vermogen, dynamiek met een grote D en een flinke knipoog naar New Orleans (helder waarom).
De puntigheid en bedachtzaamheid waarmee Marsalis swingt is natuurlijk al decennialang van een niveau dat z’n weerga niet kent. Thema’s waarvan je in notenschrift zou denken ‘is dit het nou?’ en die in de uitvoering tot leven komen en een essentie omvatten die je tot tranen roert. Bijzonder om te horen hoe partituren in jazz vaak eigenlijk maar een lullige kapstok zijn, totdat je ze water geeft. Nootjes moet je laten leven.
De liefde voor muziek laat zich voor Slagwerkkrant op dit festival niet beperken door drums. Spelen in bandjes is voor veel stervelingen primair gezien een sociaal proces. Met veel talent en doorzettingsvermogen kun je daar als muzikant waanzinnig veel mee bereiken. Maar als liefhebber en luisteraar doe je ook ervaringen op die levensbepalend kunnen zijn. Je was erbij en hebt het gedeeld. Met je vrienden, geliefden en duizenden andere mensen met het hart op de goede plaats. Over twintig jaar hebben we het waarschijnlijk nog steeds over deze bassolo van Eric Revis. Of de toucher van pianist Joey Calderazzo. Leuke tip: lees Ode to a Tenor Titan, de bio over Michael Brecker, en lach je een slag in de rondte over hoe deze jonge Joey vroeger omging met de roem en hoe Mike hem leerde om mooie dames in het publiek op te pikken. Vooral niet in de pauze: dat gaat ten koste van de focus. Pas na de gig.
Sun-Mi Hong nam na afloop van haar concert de Paul Acket Award in ontvangst uit handen van de nieuwe North Sea Jazz-directeur Irene Peters.
De foto is van Eric van Nieuwland en Kevin Pasman schreef over het concert.
Filmische sfeer
Sun-Mi Hong neemt vandaag de Paul Acket Award in ontvangst, maar voor het zover is, geeft ze met haar ijzersterke kwintet een fantastisch optreden weg in de Madeira. Alle muzikanten in haar kwintet kunnen uitstekend improviseren, maar het zijn misschien nog wel de composities die de meeste indruk maken. De sfeer is donker, maar meer nachtelijk dan duister. Bassist Alessandro Fongaro en pianiste Chaerin Im creëren hier en daar een basis die aan de composities van Christian Vander doen denken, maar dan met een ander instrumentarium en veel minder benauwend. In plaats daarvan creëert Sun-Mi Hong een bijna filmische sfeer die mij als luisteraar meteen weg wist te voeren. Voor haar drumwerk leek ze de missie te hebben om niet té stevig te zijn. Met uitzondering van haar drumsolo aan het einde van de set, die door het uitgebreide tomwerk klinkt als een kudde gnoes die van een berg af dendert, lijkt ze na iedere harde klap het volume terug te schroeven. Maar dat wordt nergens storend. Trompettist Alistair Payne en saxofonist Nicolò Ricci lijken een soort dynamische frontmannenrol te vervullen zonder daar een woord bij te spreken. Hun partijen zijn ook buitengewoon interessant.
Videofragment: Chaerin Im Trio met Ludvig Søndergaard op drums. Dit trio speelde voor het eerst het concert waarin ze hun album Midnight Resets presenteren. De in Nederland gevestigde pianiste Chaerin Im speelt met drummer Ludvig Søndergaard, die ook een deel van de composities voor zijn rekening nam. Vanaf de eerste noot stuwt hij het trio met puntig spel, stuwend en inventief.