Bij de 30e sterfdag van Miles Davis - De drummers van Miles Davis 1947-1991

Van Max Roach tot Ricky Wellman

Artist news 28-09-2021 06:09

Vandaag, 28 september 2021, is het dertig jaar geleden dat trompettist Miles Davis overleed. Misschien wel de grootste persoonlijkheid in de wereld van de jazz. Vanwege zijn spel en zijn composities, maar vooral ook als vernieuwer, initiator van nieuwe stijlen en bandleider. Davis had het vermogen zich te omringen met de meest getalenteerde muzikanten en die tot grootse prestaties te inspireren. Hij had vooral iets met drummers; zij vormden het hart van zijn meest legendarische formaties. Max Roach, Philly Joe Jones, Tony Williams, Jack DeJohnette, Al Foster, namen die alles zeggen. Slagwerkkrant grijpt deze dertigste sterfdag aan om op een rij te zetten wat Miles Davis (1926-1991) en zijn drummers hebben betekend voor de ontwikkeling van jazz, jazzrock, fusion en zelfs popmuziek.

door Erk Willemsen

Als je begint met spelen neem je vaak hedendaagse rock- en popmuziek als startpunt. Maar na verloop van tijd gaat het vaak kriebelen en begint de zoektocht naar de roots. Waar komt het allemaal vandaan? Steve Smith, begonnen als rockdrummer pur sang, dook in de geschiedenis om het hedendaagse drummen beter te kunnen begrijpen en inspiratie op te doen. Hij kwam via rockgrondleggers als John Bonham, Mitch Mitchell en Ginger Baker - die volgens Smith rocken met een jazzfeel - bij jazzdrummers als Art Blakey, Max Roach en Gene Krupa terecht.

De ontwikkeling van jazz en fusion, die naast de opkomst van rock- en popmuziek gewoon doorliep, is heel goed te volgen door het muziekleven van Miles Davis als leidraad te nemen. Via Miles doorloop je alle fases die jazz, jazzrock en fusion hebben doorgemaakt en komen tal van drummers en percussionisten langs die van grote invloed zijn geweest op de drums en percussie anno nu. Miles Davis vernieuwde zichzelf vier keer, en zijn drummers met hem.

Van bebop naar rockbeats
Het begint allemaal kort na de Tweede Wereldoorlog als Miles Davis naar New York komt en bebop gaat spelen met saxofonist Charlie Parker en drummer Max Roach. Een paar jaar later kondigt Miles de eerste stijlvernieuwing af met The Birth of the Cool. Oude meester Kenny Clarke en Max Roach maken de beat melodisch en flexibel.

In de tweede helft van de jaren vijftig is het Philly Joe Jones-tijd, met hardbop, evoluerend naar een nieuwe pioniersfase, de modale jazz van Kind of Blue met de gedegen Jimmy Cobb.

Dat geheel beweegt zich in de jaren zestig naar de avontuurlijkste jazzformatie die Davis ooit had, met de dan piepjonge Tony Williams.

Miles vernieuwt zichzelf voor de vierde keer eind jaren zestig, begin jaren zeventig, als hij weer een nieuwe stijl introduceert: de jazzrock, later fusion genoemd. Daarin koppelt hij de improvisatie van de jazz aan de backbeat van de rock. Percussionisten zorgen bovendien voor een kruisbestuiving met wereldmuziek. Tot het eind van zijn leven zal Miles op deze nieuwe stijlfase voortborduren en een volledig eigen geluid ontwikkelen. Tal van momenteel beeldbepalende drummers en percussionisten spelen daarbij een rol.

Miles Ahead
Uit de talloze formaties die Miles Davis in de loop der jaren vormt, komt een hele serie bands voort die de invloed van Miles verder dragen. Formaties van pianisten als Herbie Hancock, Joe Zawinul en Keith Jarrett, van saxofonist Wayne Shorter, van gitarist John McLaughlin, of de eigen bands van Tony Williams en Jack DeJohnette.

In de jazz zijn dat vooral Clifford Brown/Max Roach Quintet (grondleggers van de hardbop); het Keith Jarrett Trio (Jack DeJohnette); en de groepen van Sonny Rollins (Max Roach en Kenny Clarke); Bill Evans (Philly Joe Jones); John Coltrane (Elvin Jones); en later Joe Henderson (Al Foster) en Dianne Reeves (Munyungo Jackson).

In de fusion klinkt Miles' visie door in illustere formaties als Mahavishnu Orchestra (Billy Cobham en Michael Walden); Tony Williams’ Lifetime; Chick Corea’s Return to Forever (Airto, Lenny White, Steve Gadd, Tom Brechtlein, Dave Weckl); Weather Report (Leon Ndugu Chancler, Alex Acuña, Peter Erskine, Omar Hakim en Mino Cinelu); Joni Mitchell (Don Alias); David Sanborn (Don Alias, Al Foster) en de verschillende bands van Herbie Hancock (Billy Hart, Harvey Mason, Mike Clark en Terri Lyne Carrington) en  John Scofield (Dennis Chambers en Don Alias).

Percussionisten oefenen hun invloed op wereldmuziek en crossover-projecten uit, zoals Airto (foto) in zijn groepen met Flora Purim, en Steve Thornton en Sammy Figueroa bij Tania Maria. In de popmuziek tot slot dringt een en ander door vanwege de samenwerkingsverbanden van Omar Hakim en Mino Cinelu met Sting; van Cinelu met Buckshot LeFonque; van Mtume met Roberta Flack en K-Ci & Jo-Jo (als producer); van Steve Thornton met Mariah Carey en van Thornton en Paulinho da Costa bij Michael Jackson.

De drummers
Hieronder vind je een serie korte portretjes van drummers en percussionisten die met Miles Davis jazzgeschiedenis hebben geschreven. Criterium is vooral de speciale bijdrage die ze aan Miles Davis’ muziek hebben geleverd en de rol die ze daarna hebben gespeeld bij de verdere ontwikkeling van de muziek. 

Max Roach (1924-2007)
Hij is al actief in de bebopscene van New York als Miles Davis daar arriveert in 1944.

Is adept van Kenny Clarke, die de grote vernieuwer van jazzdrums was. Roach op zijn beurt introduceert het volgen van de melodie op de drums, zowel in begeleiding als in solo’s. Is met Kenny Clarke de ritmische kern van de eerste jazzrevolutie die Miles Davis in 1949 ontketent. Blijft tot halverwege de jaren vijftig bij Miles, en maakte samen met Kenny Clarke de legendarische plaat The Birth of The Cool (1957). 

Kenny Clarke (1914-1985)
Grondlegger van bebopdrums. Tot op dat moment speelden jazzdrummers consequent de bassdrum op de hele tel, de snare vaak op 2 en 4. Kenny Clarke speelt, gedragen door het ridebekken, syncopen op bass en snare. Dat is nieuw en nooit meer weg te denken uit de jazz.

Clarke speelt af en aan bij Miles Davis tussen 1949 en 1954, in het begin afwisselend met Max Roach. Verhuist in 1956 naar Parijs, waar hij spelend met vooral lokale groepen tot het eind van zijn leven blijft.

Art Blakey (1919-1990)
Als jongeling speelt Miles Davis in zijn geboorteplaats St. Louis af en toe mee met de band van Billy Eckstine. Op drums: Art Blakey. Jaren later in New York speelt Blakey in de groepen van Miles en doet vooral veel plaatopnamen met hem (Dig, Birdland Sessions, News Sounds). Hij is de man van het oerritme in de jazz, geschoeid op Afrikaanse roots en onontkoombaar als je hardbop wilt spelen. Dat doet Miles veel in de jaren vijftig.
Blakey speelt op wat het allereerste album van Miles is, eigenlijk een verzamelaar van losse trakc, release 1951, met naast Blakey ook Roy Haynes, Max Roach, Don Lamond en Stan Levey op drums. 

Dit is Blakey op het nummer Conception 

Na de periode met Miles Davis maakt Blakey furore met zijn Jazz Messengers. Onder anderen Wynton en Branford Marsalis genoten daar hun praktijkopleiding.

Philly Joe Jones (1923-1985)
Het fameuze Miles Davis Quintet in de jaren vijftig, met John Coltrane op sax, is onlosmakelijk verbonden met de naam van drumpionier Philly Joe Jones. Hij speelt vrij, behoorlijk ruig, verlegt sologrenzen (luister Salt Peanuts op Steamin’) en introduceert de rimclick op de vierde tel. Speelt van 1952 tot en met 1958 bij Miles, met als hoogtepunt de kwintet- en sextetjaren tussen ’55 en ’58. Blijft tot in de jaren ’80 actief, maar weet met zijn eigen groepen nimmer zo te imponeren als bij Miles Davis. 

Hij was ook de man van de mooie, verhalende solo's: 

Jimmy Cobb (1929-2020)
Vervangt van tijd tot tijd Philly Joe Jones totdat hij definitief tot het kwintet toetreedt in 1957. Speelt minder spectaculair dan Jones, maar is verfijnd. Past uitstekend in het Kind of Blue-project, waarin Miles Davis zijn tweede revolutie van de jazz ontketent: modale jazz, waarin de akkoordreeksen worden vervangen door simpeler harmonische structuren die ook de ritmesectie veel vrijheid laten.

Cobb zelf profiteert nog weinig van die vrijheid en laat dat over aan de volgende generatie. Tony Williams om precies te zijn. Na 1962, als zijn periode bij Miles Davis voorbij is, speelt Cobb regelmatig met Wynton Kelly en Wes Montgomery.

Tony Williams (1945-1997)
Hij is 14 jaar als hij tijdens de pauze van een concert Miles Davis in het toilet achternaloopt en hem vraagt of hij een nummer mag meespelen. ‘Scheer je weg, ga zitten en luister!’, is het barse commentaar. Drie jaar later al vraagt Miles aan Williams of hij bij de band wil komen. Williams: 'Dat voelde als niet meer dan logisch. Ik was erop voorbereid. Ik had alle muziek van Miles bestudeerd. Ik was ervan overtuigd dat ik zonder twijfel de beste drummer voor deze job was.' Tony Williams is 17 als hij Seven Steps to Heaven in de studio inspeelt. Hij gaat er meteen flink tegenaan, Davis inspirerend. Dus treedt hij definitief toe tot het kwintet en is hij te horen op de live-cd Miles in Antibes, uit datzelfde jaar 1963.

Williams speelt hard, avontuurlijk en druk. Hij vormt de spil van de band en stuwt in de jaren tot en met 1968 solisten Herbie Hancock, Wayne Shorter, en niet in het minst Miles zelf, tot grote hoogten.

Terwijl Miles langzamerhand de elektrische piano introduceert tegen het eind van de jaren zestig, richt Tony Williams zijn band Lifetime op met gitarist John McLaughlin, en is zo zij aan zij met Davis dé pionier van de jazzrock. In latere jaren richt Williams zich weer meer op de jazzstijl die hij ook met Miles speelde. Young at Heart is de laatste cd die hij maakt voordat hij in 1997 sterft aan een hartaanval.

Jack DeJohnette (1942)
Experimenteert met Charles Lloyd op de combinatie van jazz en rock. Miles hoort de eerder rock- dan jazzgeoriënteerde beats van DeJohnette en vraagt hem toe te treden tot zijn working band, als vervanger van Tony Williams die Lifetime is begonnen. In de studio experimenteert Miles Davis met twee drummers en koppelt DeJohnette aan Lenny White of Billy Cobham, waaruit het grensverleggende Bitches Brew ontstaat, waarmee de derde stijlrevolutie een feit is en Miles’ vierde stijlperiode aanbreekt: de jazzrock. John McLaughlin, Joe Zawinul, Keith Jarrett, Bennie Maupin, Dave Holland en Chick Corea zijn nieuwelingen in deze formaties die later veel stof zullen doen opwaaien en weer nieuwe baanbrekende drummers zullen opleiden.

Jack DeJohnette speelt na zijn tijd bij Miles Davis (69-72) veelvuldig met Keith Jarrett, met wie hij in trioverband met bassist Gary Peacock onvergetelijke jazz speelt in de jaren tachtig. De eigen groepen van DeJohnette verkennen vrije jazzterreinen, met altijd een heel klein jazzrocksausje erdoorheen. 

Billy Cobham (1946)
In Dreams (met de gebroeders Michael en Randy Brecker) maakt Billy Cobham jazzrock avant la lettre. Miles Davis vraagt daarom Cobham voor diverse cd-projecten, waarvan Jack Johnson het meest karakteristiek is. De sterke rockfeel van Cobham is voor Miles dé motivatie om hem te vragen. Cobham doet ook mee aan de Bitches Brew-sessies, maar zijn bijdragen zijn pas te horen op de volledige 5-cd uitgave uit 2000.



In het Mahavishnu Orchestra, dat John McLaughlin kort na Bitches Brew opricht, bepaalt Cobham de richting van het jazzrockdrummen voorgoed, gevolgd door zijn soloalbums, waarvan de eerste, Spectrum, nog altijd dé standaard is.

Al Foster (1944)
Standvastig, met spel dat gemakkelijk varieert tussen uitgesproken subtiel en een keiharde, continue doorgespeelde backbeat. Is al vanaf 1972 actief in de band van Miles en begeleidt hem in de jaren dat hij zich terugtrekt wegens ziekte. Is weer van de partij bij de comeback met The Man with the Horn. Foster ís dynamiek en past als een handschoen om de dynamische stijl van Miles Davis in de jaren tachtig.

Tot en met 1984 is hij de live-drummer van Miles. Op cd is hij ook nog te horen op Amandla uit 1989. Speelt na de periode met Miles de sterren van de hemel bij Joe Henderson.

Vince Wilburn (1959)
Miles Davis geeft zijn neefje Vince Wilburn jr. op z’n vijfde een drumstel. Begin jaren tachtig begeleidt Wilburn Miles intensief met zijn gezondheidsherstel. Als Wilburn 25 is, vraagt Miles hem voor de band. Van 1984 tot 1987 bezet hij de felbegeerde drumstoel. Davis staat sindsdien bij concerten vlak voor zijn drummer en spoort hem aan.

Volldig North Sea Jazz concert 1985: 

Na drie jaar rockgerichte grooves met een funksaus kiest Miles voor een iets lichter spelende drummer die helemaal vanuit gogo-funkpatronen denkt: Ricky Wellman. Wilburn doet niet meer van zich spreken, maar wordt wel het rijkst beloond van allen omdat Miles hem 10% laat delen in zijn erfenis.

Ricky Wellman (1956-2013)
De laatste drummer van Miles Davis, van 1987 tot en met het laatste concert dat Miles Davis speelt, 25 augustus 1991, een maand voor zijn dood. Speelt karakteristieke gogo-funkbeats, te horen op Amandla en Live around the World. Komt na de periode met Miles niet meer in de spotlights.

 

De percussionisten
Afgezien van een korte flirt met nestor Candido zal Miles Davis pas tijdens zijn jazzrockexperimenten percussionisten in zijn groepen halen. Het is de Braziliaan Airto Moreira die het meeste stof doet opwaaien, op Bitches Brew. Zijn ritsels en frutsels brengen een heel nieuwe klankwereld binnen de jazz en geven percussionisten de mogelijkheid uit het keurslijf van 'alleen de conga' te breken. Airto wordt jarenlang in alle polls tot beste percussionist gekozen en speelt als drummer-percussionist op het onvergetelijke Light as a Feather van Chick Corea. Doet daarna tal van duo-projecten met zijn vrouw Flora Purim. Op Bitches Brew spelen ook Charles ‘Don’ Alias en Jim Riley. Na een jaar Airto is Mtume de opvolger, soms samen met tablaspeler Badal Roy. In 1981 volgt Mino Cinelu en daarna zijn het Steve Thornton, Marilyn Mazur, John Bigham en tot slot Miles’ zoon Erin Davis, die de percussie live voor hun rekening nemen. Op de laatste albums, geproduceerd door bassist Marcus Miller, wordt vaak sessiepercussionist Paulinho da Costa ingezet, evenals Sammy Figueroa en Bashiri Johnson.

Al die anderen
Connie Kaye, Roy Haynes, Elvin Jones, Art Taylor, Lenny White, Billy Hart, Bernard Purdie, Leon ‘Ndugu’ Chancler, Omar Hakim, ze speelden allemaal korter of langer bij de live-band of op een of meerdere cd-tracks, maar allemaal te sporadisch om van ‘echte’ Miles Davis-drummers te kunnen spreken. Daarom van hen hier geen verdere beschrijvingen.

Slagwerkkrant
We hebben in Slagwerkkrant regelmatig interviews geplaatst met slagwerkers van Miles Davis, waarvan de eerste een duo-interview met Vince Wilburn en Steve Thornton was, in nummer 13 (oktober 1985). Aanraders zijn verder de interviews met Art Blakey (SWK 20), Max Roach (SWK 39), Tony Williams (SWK 42), Jack DeJohnette (SWK 43), Don Alias (SWK 46)), Airto (SWK 69), Billy Cobham (SWK 6, 72, 105). 

 

De drummers en sidemen van Miles Davis in de diverse stijlperiodes 1947-1991

Bebop - vanaf 1947

drums: Max Roach, Kenny Clarke

sidemen: Charlie Parker

albums: First Miles en andere verzamelaars

 

Cool Jazz - vanaf 1949

drums: Max Roach, Kenny Clarke

sidemen: Gerry Mulligan, Lee Konitz, John Lewis, Gil Evans (arr.)

albums: The birth of the cool

 

Hard Bop - vanaf 1950

drums: Art Blakey, Roy Haynes, Connie Kaye, Art Taylor

sidemen: Sonny Rollins, J.J. Johnson, Jackie McLean, Charlie Mingus, Horace Silver, Thelonious Monk

albums: Dig, Miles Davis Vol.1/2

 

The Great Quintets & Sextets - vanaf 1955

drums: Philly Joe Jones

sidemen: Sonny Rollins, John Coltrane, Canonball Adderley, Bill Evans, Paul Chambers, Wynton Kelly, Hank Mobley

albums: Walkin’, Relaxin’, Steamin’, Cookin’, Milestones

 

Gil Evans Projects - vanaf 1957

drums: Jimmy Cobb, Art Taylor, Philly Joe Jones, Elvin Jones

sidemen: Lee Konitz, Paul Chambers, Canonball Adderley, Steve Lacy

albums: Miles ahead, Sketches of Spain, Porgy and Bess, Quiet Nights

 

Modal Jazz - vanaf 1959

drums: Jimmy Cobb, Philly Joe Jones

sidemen: John Coltrane, Canonball Adderley, Bill Evans, Paul Chambers

albums: Kind of blue

 

The Quintet - vanaf 1963

drums: Tony Williams

sidemen: Herbie Hancock, Ron Carter, Wayne Shorter

albums: Seven Steps to Heaven, Live in Antibes, My Funny Valentine/Four & More, Sorcerer, E.S.P., Nefertiti

 

Jazz Rock - vanaf 1969

drums: Jack DeJohnette, Billy Cobham, Lenny White, Leon ‘Ndugu’ Chancler, Billy Hart, Al Foster

percussie: Jim Riley, Airto, Don Alias, Badal Roy, Mtume

sidemen: Keith Jarrett, John McLaughlin, Chick Corea, Joe Zawinul, Dave Holland, Dave Liebman,

albums: Bitches Brew, A Tribute to Jack Johnson, Live at the Fillmore East

 

Fusion Comeback - vanaf 1980

drums: Al Foster, Vince Wilburn, Omar Hakim, Ricky Wellman

percussie: Sammy Figueroa, Mino Cinelu, Steve Thornton, Paulinho da Costa, Steve Reid, Marilyn Mazur, Bashiri Johnson, Munyungo Jackson, John Bigham, Erin Davis

sidemen: Marcus Miller, George Duke, Mike Stern, Bill Evans, Bob Berg, John Scofield, Darryl Jones, Gary Thomas, Kenny Garrett

albums: We want Miles, Star People, Decoy, You're under arrest, Tutu, Amandla

De drummers, percussionisten en andere sidemen van Miles Davis begonnen hun carrière vaak onder zijn leiding. Later begonnen zij hun eigen bands die vaak veel furore maakten: Max Roach/Clifford Brown Quintet, Gerry Mulligan groepen, Art Blakey's Jazz Messengers, Horace Silver groepen, John Coltrane groepen, Bill Evans groepen, Tony Williams' Lifetime en Tony Williams Quintets, Headhunters, V.S.O.P. en andere Herbie Hancock groepen, Weather Report, Gateway, Jack DeJohnette groepen, Keith Jarrett Trio, Mahavishnu Orchestra, Billy Cobham groepen, Return to Forever, Airto & Flora Purim, Chick Corea Akoustic & Elektric Bands, Shakti, Mike Stern bands, Marcus Miller bands, John Scofield bands en Kenny Garrett groepen.

En als je de stamboom wilt completeren kun je kijken welke drummers en percussionisten op hun beurt in de groepen van de sidemen van Miles Davis speelden: Mel Lewis, Elvin Jones, Paul Motian, Danny Gottlieb, Dannie Richmond, Mike Clark, Narada Michael Walden, Chester Thompson, Alex Acuna, Manolo Badrena, Zakir Hussain, Steve Gadd, Peter Erskine, Adam Nussbaum, Dave Weckl, Omar Hakim, Dennis Chambers en vele anderen.

 

 

 

 

zoeken
zoeken