Totaalcursus Cascara Revolta - Deel I
Extra notenwerk bij cursus Slagwerkkrant 150
In Slagwerkkrant introduceerde ik de term ‘Cascara Revolta’ en werkten we met oefeningen over de 3-2-clave. Hier op de site gaan we nog een stukje dieper, met oefeningen over de 2-3-clave, een overzicht van de belangrijkste claves, en Cascara Revolta over pop, funk en metal. Eerst voor de duidelijkheid een korte herhaling van de cursusuitleg in Slagwerkkrant 150.
Uit de Slagwerkkrant-cursus
Het leek me leuk de cascara eens te onderwerpen aan de zogenaamde ‘cyclic displacement’, zoals we die kennen uit het boek Future Sounds van David Garibaldi. Dat betekent dat we het patroon telkens één achtste naar rechts gaan opschuiven, waarbij de allerlaatste achtste weer de nieuwe eerste tel wordt. Het patroon wordt als het ware ‘doorgedraaid’, vandaar de titel Cascara Revolta. Omdat het patroon over twee maten loopt, kunnen we dus zestien variaties maken voor we weer rond zijn.
Speel het patroon op de rand van een tom, op het ridebekken, de zijkant van je floortom of een x-hat. Met de andere hand imiteren we een deel van de congapartij met een rimclick op de tweede en twee open tomnoten op de vierde. De bassdrum speelt de bombo note, die traditioneel op de tweede noot van de 3-2-clave zit. Je mag zelf kiezen wat je met de hihat doet. Probeer als de rest van het ritme loopt eens halven, kwarten of zelfs de clave met de hihat te trappen.
In het magazine keken we al naar de Cascara Revolta over de 3-2-clave. Nu gaan we aan de slag met de 2-3-clave.
»»
Download hier ‘Cascara Revolta deel 2’
Verklaarde termen (bijgevoegd bij elke les)
Cascara: Spaans voor schil of dop, refererend aan het spelen op de zijkant van de timbale. In de rumbastijl uit de Cubaanse steden worden Spaanse teksten gecombineerd met Afrikaanse zang en dans. Hierbij horen we ritmes als guaguanco, columbia en yambu, maar ook de cascara. De cascara behoort daarbij tot de ‘palito’-patronen die traditioneel gespeeld worden met twee stokjes of op een hol stuk bamboe genaamd ‘guagua’. De cascara wordt in rumbastijl gespeeld met de rumbaclave.
In salsamuziek (Afro-Cubaanse muziek gemengd met jazz of andere Caribische stijlen) speelt men ook cascara, maar dan op de rand van de timbale. Drummers gebruiken de rand of zijkant van de floortom, een hihat of ridebekken. Hier wordt de cascara gespeeld tijdens de rustiger gedeeltes van een nummer zoals het couplet of de pianosolo. Hetzelfde patroon wordt ook op de cup van de ride of een koebel gespeeld in de mambosecties, de instrumentale, heftiger stukken van een nummer. In deze stijl wordt de cascara gespeeld met de son-clave.
Wanneer we naar de cascara kijken dan zien we dat het patroon gebouwd is op zowel de rumba- als de son-clave.
Clave: de clave behoort tot de zogenaamde timelines. Het is een ritmisch patroon dat de basis vormt voor een Afro-Cubaanse compositie met alle ritmes die daarbij horen. Elke partij in zo’n nummer is gerelateerd aan de clave. Soms gaat de partij er tegenin, dan weer met de clave mee. In de Afro-Cubaanse muziek zien we drie belangrijke claves: de 6/8 clave, de rumbaclave en de son-clave. De eerste voelt het meest Afrikaans, de laatste het meest Europees.
De clave loopt over twee maten. In de ene maat zitten drie noten en in de andere twee. Deze maten kun je van plaats verwisselen. Zo kun je dus van elke clave weer twee varianten maken die allemaal gebruikt worden in de praktijk: 3-2 én 2-3. In het ‘3-gedeelte’ van de clave bouw je ritmische spanning op en in het ‘2-gedeelte’ komt het ritme weer tot rust.
Bombo note: de tweede noot van de 3-2-clave wordt vaak geaccentueerd op de bombo drum in ritmes als conga en rumba, maar ook in son en mambo. Voor drummers dus een mooie plaats om de bassdrum te spelen.
»»
Download hier ‘De belangrijkste claves’