Neil Peart beantwoordt vragen

"Dit waren de drie zwaarste werkdagen uit mijn leven."

Slagwerkkrant Plus 25-10-2007 11:50

Naar aanleiding van de release van Neil Peart’s dvd 'Anatomy Of A Drumsolo' mochten journalisten uit alle windstreken bij wijze van hoge uitzondering een lijstje met vragen inleveren bij de doorgaans onbenaderbare Rush-drummer. Peart zocht de leukste vragen eruit en schreef zelf de antwoorden. Wij maakten daaruit op onze beurt een selectie.

Wat heeft je ertoe gebracht om juist op dit moment een nieuwe les-dvd te maken?
"Op mijn eerste lesvideo, 'A Work In Progress' (1996), behandelde ik thema’s als drumpartijen maken en opnemen. Paul Siegel en Rob Wallis van Hudson Music, met wie ik aan dat project heb gewerkt, stelden begin 2004 voor opnieuw samen aan de slag te gaan.

Met Rush zaten we in die periode midden in de 'R30'-tour en dat gaf me een mooi thema voor een nieuwe les-dvd: live drummen. Gaandeweg de tour, bedacht ik dat mijn drumsolo op zich al een onderwerp zou kunnen zijn. De combinatie daarin van compositie en drumuitdagingen zegt zoveel over mijn denken over drummen en live spelen, en biedt zoveel inzichten en achtergronden. Ik wist zeker dat ik alleen daarmee al genoeg stof zou hebben voor een goed verhaal en een boeiende demonstratie.

Begin 2005, toen de tour voorbij was, had ik tijd om er echt goed over na te denken. Met Paul en Rob begon ik per e-mail van gedachten te wisselen over de inhoud van de dvd en de presentatie ervan, en dat liep uit op een ware stortvloed aan ideeën over en weer. Deze creatieve uitwisseling deed me sterk denken aan de manier waarop ik werk met de jongens in de band."

Keuken

"Een van mijn favoriete aspecten aan de samenwerking met Alex en Geddy is de uitwisseling van ideeën als we samen songs schrijven. We doen dat nu al dertig jaar en in die tijd zijn we gekomen tot een ware synergie, waarbij de inbreng van elk individu stap voor stap wordt opgetild tot iets wat groter en beter is dan elk van ons ooit in zijn eentje had kunnen klaarspelen. Precies zo werkte het ook met Paul, Rob en mijzelf, en daarom was het heerlijk om met hen samen te werken.
Ook toen we on set waren, pasten we deze werkwijze toe, alleen was toen de spanning en de druk wel een stuk groter. Voor elke scene trokken wij ons terug in de keuken van de studio om mijn aantekeningen door te lopen, ideeën toe te voegen en alles op een rijtje te zetten. Uiteindelijk probeerde ik dan voor het oog van de camera die opzet zo goed mogelijk te presenteren en neer te zetten."

Zwaar

"Het praten vond ik eigenlijk moeilijker dan het drummen: voor een camera gaan staan en punt voor punt de lijst aflopen; proberen alle nodige uitleg, beschrijvingen en anekdotes te behandelen en logisch te verbinden in een redelijk doorlopend verhaal... Net als bij drummen voor een groot publiek moest ik echt een knop omzetten, en mezelf dwingen tot een bepaald punt van concentratie en focus; alleen zo kon ik de klus klaren.

Na de opnamen heb ik gezegd dat dit de drie zwaarste dagen van hard werken uit mijn leven waren. Natuurlijk dacht ik ook dat ik er weinig van terecht had gebracht, en daarom was het prettig om wat afstand te nemen en de verdere afwerking over te laten aan meestereditor Phil Fallo en Paul en Rob. Toen ik een maand later het resultaat zag, was ik aangenaam verrast; het was niet zo erg als ik had gevreesd. Ik kan me herinneren dat ik tegen mijn vrouw Carrie mompelde: nou... ik denk dat het misschien wel oké is... Dichterbij het waarderen van mijn eigen werk kom ik meestal niet."

Kun je iets vertellen over je beginjaren en je eerste inspiratiebronnen?

"Ik begon met drumlessen toen ik dertien was. Mijn leraar was Don George. Hij leerde mij de basistechnieken in een klein kamertje in de Peninsula Conservatory Of Music, op een setje oefenpads en afgedempte bekkens. Zijn invloed was groot, omdat hij me aanmoedigde en zei dat ik écht een drummer zou kunnen worden. Dat was een van de belangrijkste dingen die ooit iemand tegen me heeft gezegd.

Daarnaast was het meespelen met de top 40-radio een belangrijke leerschool. Ik speelde mee met de hits van Simon & Garfunkel, The Beach Boys, Johnny Rivers, The Byrds, Roy Orbison, The Mamas And The Papas, Frank Sinatra, Nancy Sinatra, zelfs The Carpenters. Ik speelde dus eigenlijk mee met Hal Blaine, maar dat realiseerde ik mij pas jaren later. Op die manier was Blaine dus een belangrijke vroege inspiratiebron. Daarom vond ik het ook mooi toen een andere drummer van mijn generatie ooit zei dat hij tot zijn verbazing had ontdekt dat zijn vijf favoriete drummers allemaal Hal Blaine waren!

Ik verdiende mijn geld met kranten rondbrengen, grasmaaien en werken in mijn vaders zaak, en zo kon ik drumstokken kopen en af en toe een lp. Ik kocht platen van Jimi Hendrix, The Who, Cream, Traffic, Jefferson Airplane, The Grateful Dead, Led Zeppelin, enzovoorts. Zeg maar gerust: een kind van de sixties."

Jij bent nu zelf een inspiratiebron voor anderen. Herken je soms wat van jezelf bij jonge drummers die je hoort?

"Als jonge drummers tegen mij zeggen dat ze door mij zijn gaan drummen, zeg ik meestal: mijn verontschuldigingen voor je ouders. Maar natuurlijk is het leuk om te horen. Soms zeggen mensen dat ze invloeden van mij herkennen bij andere drummers, maar ik hoor dat zelf eigenlijk nooit. Meestal verbaast het me, want dan spelen ze echt heel anders dan ik. Dat is ook wel logisch want elke drummer filtert zijn invloeden en ervaringen door zijn eigen persoonlijkheid en zijn eigen temperament. Zo krijgt iedereen toch een eigen stem. Ik ben als jonge drummer bijvoorbeeld flink beïnvloed door Keith Moon, maar mijn karakter zorgde er toch voor dat ik een meer verzorgde en georganiseerde stijl ontwikkelde. "

Naar welke drummers luister je tegenwoordig zelf graag?

"Naast de drummers waar ik altijd graag naar heb geluisterd (ik noem ze allemaal op de dvd), ben ik nu erg gecharmeerd van Gavin Harrison’s spel bij Porcupine Tree en op zijn les-dvd ('Rhythmic Horizons'; red.). Zijn drumspel en zijn manier van denken zijn interessant, muzikaal en inspirerend. Uiteindelijk denk ik dat Steve Smith op dit moment de heer en meester van de drums is. Met overgave en hard werken heeft hij zo’n enorme rijkdom aan techniek, kennis en inzicht vergaard. Hij weet alles over de geschiedenis van het drummen. Mede daardoor is het prachtig om hem te zien spelen, en je te verwonderen over al die vaardigheid en beheersing; vooral ook omdat hij het gebruikt voor het doorgronden en het creëren van zijn muziek."

Hoe zorg je ervoor dat je liveprestatie constant blijft? Heb je een specifieke warming-up, en doe je die alleen of met de hele band?

"Ik heb inderdaad een vaste en behoorlijk strikte voorbereiding op een show. Om te beginnen houd ik ervan om vroeg aanwezig te zijn. Niks is zo erg als de haastige stress die hoort bij het gevoel dat je ‘te laat’ bent. Het liefst neem ik na de lange reis (meestal op de motorfiets) een uurtje de tijd om me op te frissen en te relaxen. Om vijf uur precies loop ik naar het podium en meld ik me bij mijn drumtech Lorne.
Lorne zal me misschien vertellen dat hij een gebarsten bekken heeft moeten vervangen (hij weet dat ik een hekel heb aan nieuwe bekkens; het duurt altijd een paar shows voordat ze loskomen, zowel wat betreft geluid als spelgevoel). Of hij wijst zonder iets te zeggen op de ronde slijtageplek in het midden van het snaredrumvel, daarmee aangevend dat het volgens hem vervangen moet worden (hij weet dat ik ook een hekel heb aan nieuwe vellen). En ik zal zeggen: laten we hem nog één avond geven. Lorne zal zijn hoofd schudden en zeggen: ‘Je moet het zelf weten, maar ik ben bang dat je er midden in de show doorheen slaat.’ En dan lachen we samen om dit bijna traditionele gesprekje."

Stomme grappen

"Tegen de tijd van de soundcheck doe ik eerst een relaxte warming-up op de stille V-Drums pads van de backstage-kit. Alex en Geddy lopen dan op het podium even langs de akoestische nummers. Vervolgens spelen we met zijn drieën zo’n drie, vier nummers en eindigen altijd met het openingsnummer van de show (bij deze tour was dat R30 Overture), zodat onze pa-man Brad alles daarvoor perfect kan afstellen.

Precies dertig minuten voor showtime doe ik mijn drumschoenen aan, en ga ik in een kamertje apart achter mijn oefensetje zitten. Ik leg mijn horloge zo naast me op de grond dat ik het kan zien, en ga twintig minuten gewoon lekker spelen. Meestal begin ik met een timekeeping-oefening die ik van Freddie Gruber heb geleerd; een relaxed patroon waarbij alle ledematen aan het werk worden gezet, gewoon een lekkere basis van waaruit ik de intensiteit en de complexiteit geleidelijk kan opvoeren. Dan improviseer ik nog een beetje (zoals ik op de dvd ook uitleg in de sectie Explorations) en vervolgens trek ik mijn podiumkleren aan en voeg me bij Alex en Geddy in de gezamenlijke kleedkamer. We lopen nog wat details door, maken een paar stomme grappen en dan gaan we het podium op."

Wat zijn de toekomstplannen?

"Ik ben op dit moment bezig met de laatste versie van mijn boek over de 'R30'-tour. Het heet 'Roadshow: Landscape With Drums, A Concert Tour By Motorcycle' en ik hoop het dit jaar nog uit te brengen. Verder ben ik met Alex en Geddy alweer bezig met ideeën voor nieuwe nummers, dus het ziet ernaar uit dat er in de nabije toekomst weer nieuwe Rush-muziek te horen zal zijn. We beloven niks, maar waarschijnlijk volgend jaar.

Het belangrijkste is dat we er na dertig jaar nog steeds naar uitkijken om samen aan het werk te gaan. Dat kunnen niet veel bands zeggen. Ik voor mij ben dan ook dankbaar dat ik kan werken met mensen die ik echt graag mag, nummers kan schrijven, muziek kan maken en boeken en dvd’s kan publiceren. Het houdt me bezig en het houdt me gelukkig."
zoeken
zoeken