Sid Vicious, bassist van de legendarische punkband Sex Pistols en oorspronkelijk drummer van Siouxsie & the Banshees, heeft zijn vriendin Nancy Spungen niet vermoord. Sterker nog: Sid heeft evenmin zelfmoord gepleegd, maar is zelf ook om het leven gebracht.
"Redglare was in elk geval in het Chelsea-hotel tijdens de nacht dat Spungen stierf. Hij werd er opgemerkt door twee tot drie mensen. En iemand zag hem rond vier uur het hotel verlaten."
Volgens de autopsie gaf Spungen die ochtend tussen vijf en negen uur de geest. Een tot dusver onbekend politierapport leert dat Vicious op dat ogenblik buiten bewustzijn was.
Maar Parker suggereert ook dat Redglare verantwoordelijk is voor de dood van Vicious zelf. Volgens Parker bezorgde Redglare Vicious een uitzonderlijk zware dosis heroïne om zo de enige potentiële getuige van zijn moord op Spungen uit de weg te ruimen. Uit latere tests blijkt dat het fatale shot heroïne bevatte die voor 85 tot 90 procent puur was, meer dan het dubbel van een gebruikelijke dosis.
Dat de dood van Sid en Nancy nog ooit helemaal wordt opgehelderd, is weinig waarschijnlijk. De twee sleutelfiguren in het verhaal zijn ondertussen niet meer: Sid Vicious’ moeder Anne Beverley stierf in 1996, ook al aan een overdosis drugs, en Rockets Redglare overleed drie jaar geleden aan de gevolgen van een leverontsteking en hepatitis C.
Sid Vicious heette in werkelijkheid John Simon Ritchie. Hij trad in februari 1977 toe tot de punkgroep Sex Pistols ter vervanging van bassist Glen Matlock.
Grappig detail is dat de Sex Pistols, met drummer Paul Cook, in 1976 op een festival speelden met Siouxsie & The Banshees, waarbij in de laatstgenoemde act niemand minder dan Sid Vicious/John Simon Ritchie achter de drumkit zat.