Spelen met Eric Harland

Het verhaal achter de cursus in Slagwerkkrant 161

Slagwerkkrant Plus 17-12-2010 16:19

In de cursus Spelen van Slagwerkkrant 161 analyseert Mark Eeftens het nummer Lonely Woman van SFJazz Collective. De letterlijk onnavolgbare groove die de Amerikaanse drummer Eric Harland daar speelt, blijkt een 29/8 te zijn. Met behulp van het boek 'Long And Short Beats, The Mystery Of Bulgarian Rhythms' van Borislav Petrov komt Eeftens eruit. In Slagwerkkrant Plus lees je alles over de totstandkoming van deze cursuspagina. Hieronder vertelt Mark hoe hij eerst worstelde met de groove, toen Petrov en de Bulgaarse ritmiek ontdekte, en uiteindelijk bovenkwam met zijn transcriptie. Hiernaast vind je een pdf met nog drie extra transcripties van Lonely Woman en in dit artikel geeft Petrov zelf een reactie op de groove van Harland.

Op workshopfestival Aan De Slag! (Tromp Percussion Eindhoven) had ik een gesprek met Benny Greb over het maken van transcripties. Ik had een transcriptie van zijn solo in het nummer Grebfruit meegebracht en die wilde hij graag gebruiken voor het boek dat hij aan het schrijven is. Ik bekende hem dat ik me in het geval van dat soort moeilijke en tijdrovende transcripties wel eens afvraag wie er nu eigenlijk voor gaat zitten om zo’n partij echt te spelen, en dus, voor wie je zo’n transcriptie nu eigenlijk maakt.

Sommige pagina’s met noten zijn geschikt voor heel veel drummers en zullen dus best gebruikt worden. Ik herinner me hoe ik als ventje van vijftien probeerde elk stukje notenwerk te spelen dat in het toen nog jonge blad Modern Drummer stond, en hoeveel plezier ik had met de bijdragen van Rod Morgenstein en David Garibaldi. Uren en uren bracht ik door met het ontcijferen van hun bijdragen aan het blad, en als dat lukte was ik zo trots als een aap. Je had het gevoel dat je iets unieks kon spelen. Dat laatste valt achteraf natuurlijk wel mee, maar het gevoel was gaaf.

Bij het toenemen van de ingewikkeldheid van de transcriptie neemt het aantal drummers dat hem probeert te spelen ongeveer evenredig af, denk ik. Voor wie dus al die moeite? Greb:
‘Voor jezelf natuurlijk! Het maken van transcripties is uitermate nuttig, omdat je daarmee in het hoofd kunt kijken van degene die de noten gespeeld heeft! En er zijn niet zoveel andere manieren om dat te doen. Wat speelt een drummer op een bepaalde plaats, en daarna, waarom speelt hij of zij dat dáár? En waar komt het vandaan? Allemaal interessante kwesties, die het uitpluizen meer dan waard zijn!’

Bedankt Benny Greb. Ik denk dat ik nog maar een tijdje voor Slagwerkkrant blijf schrijven, want ik ben het nog niet beu om in het hoofd van andere drummers te kijken. Omdat het zo mooi is wat Harland daar speelt, of Martijn Vink of Lucas van Merwijk...

Weergaloos
Sommige pagina’s Spelen maak je vrij makkelijk. Gewoon cd in de computer, koptelefoon op en opschrijven. Vaak gebruik ik het oude programmaatje Best Practice, waarmee ik muziek kan vertragen zonder toonhoogteverlies, en het ook nog in een eindeloos herhalende loop kan zetten. Soms komt de drummer in kwestie gezellig even naar mijn studio om even wat dingen te verklaren of voor te spelen; zoals Hans van Oosterhout, die door het voorspelen van zijn fills bij Gino Vannelli mij behoedde voor een paar fouten. Een prachtige manier van werken, die er bovendien voor zorgt dat de transcripties foutloos zijn, en dat is me veel waard. Soms echter gaat het niet zo makkelijk en gaat aan het maken van een pagina een heel groeiproces vooraf. Spelen met Eric Harland uit Slagwerkkrant 161 was er zo een, en het leek me leuk - en hopelijk interessant voor de lezer - om dat eens op papier te zetten.

Op 18 maart 2010 woonde ik in het Bimhuis een optreden bij van mijn favoriete band, SFJazz Collective met drummer Eric Harland. Ik vond het zo goed dat ik de volgende dag weer ben gaan kijken toen de band in Rotterdam speelde. De band speelde weergaloos goed. Je kunt op Youtube genoeg filmpjes vinden om een indruk te krijgen. SFJazz speelt altijd een aantal nummers van een bekende jazzmuzikant, aangevuld met eigen composities van de verschillende bandleden. De gecoverde artiest was dit jaar pianist Horace Silver. Een aantal van zijn nummers kreeg zoals altijd een prachtig nieuw arrangement, soms ogenschijnlijk eenvoudig en soms erg gecompliceerd.

Onbegrijpelijk
Bij Silvers ballad Lonely Woman maakte de band het wel heel erg bont. Een hectische ritmebasis van bas en drums in een onbegrijpelijke maatsoort, met daaroverheen steeds dichtere maar langzame melodielijnen van de blazers. Het contrast tussen de nerveus stuiterende basis op bas en drums en de slepende blazerslijnen werkte al tamelijk vervreemdend, maar wat het pas echt irritant maakte, was het feit dat ik na een kleine acht minuten nog steeds niet snapte wat er ritmisch gebeurde! Ook de mensen om mij heen tastten volledig in het duister wat betreft de maatsoort. Het applaus was stevig en de band ging verder met het volgende nummer. Omdat ik voor Slagwerkkrant al jaren van alles uitschrijf, van makkelijk tot erg ingewikkeld, kon ik het niet uitstaan te moeten toegeven het nummer niet begreep. Grrr!

Gelukkig kwam in oktober de 3cd-box 'Live 2010' uit van deze tour, zodat ik eindelijk de kans kreeg om Lonely Woman uit te zoeken. De ritmische basis leek gebaseerd op Bulgaarse ritmiek en het patroon herhaalde pas na 29 achtsten! Niet zo vreemd dat het lastig te ontcijferen was. Eric Harland speelde ook nog continu om dit patroon heen, zodat het nog moeilijker was om de structuur te ontdekken. Nu leende ik begin dit jaar een prachtig boek van Lucas van Merwijk, genaamd Long And Short Beats, The Mystery Of Bulgarian Rhythms. Het was een afstudeeropdracht van Borislav Petrov die bij van Merwijk studeerde aan het conservatorium van Amsterdam. Dit prachtige werkstuk - waarvoor vreemd genoeg nog een uitgever gezocht moet worden - kwam goed van pas bij het uitzoeken van Lonely Woman.

Additief en divisief
Onze westerse ritmiek noemen we divisief (to divide = indelen). Hij berust op het indelen van een basispuls in kleinere eenheden. Vaak gaan we uit van de kwartnoot, die weer verdeeld wordt in bijvoorbeeld achtsten, triolen of zestienden. De onderliggende basispuls blijft echter constant. De Bulgaarse ritmiek noemen we additief (to add = toevoegen). Men voegt groepjes van 2 en 3 noten bij elkaar waardoor kettingen ontstaan als 2-3, 2-2-3, 2-2-2-3, 2-2-3-2-3. Daarbij ontstaan dus constant onregelmatige maatsoorten als 5/8, 7/8, 9/8 et cetera. Men telt echter meestal niet echt tot 2 of 3, maar onderscheidt gewoon twee verschillende groepjes: kort (2) en lang (3). Hoewel het lange groepje officieel 3 tellen duurt, kan de lengte daarvan in de praktijk een beetje variëren omdat het vooral op gevoel gaat. 5/8 is dan dus kort-lang of lang-kort, en 7/8 is kort-kort-lang of een andere combinatie van die groepjes.

Ook Lonely Woman leek gebaseerd op deze ritmiek, zeker na het spelen van een aantal oefeningen uit het prachtige boek van Borislav Petrov en het lezen van de theorie erachter. Mijn eerste idee was dat het een 14/8 en een 15/8 maatsoort achter elkaar was. Ik schreef wat ritmes op, en ja hoor, na wat oefenen bleek het redelijk eenvoudig om in deze maatsoorten met het nummer mee te spelen. Maar wat deed Harland er toch allemaal doorheen? Dat leek erg tegendraads binnen de door mij veronderstelde maatsoorten.

Pas toen ik het nummer in een loop kon zetten en het tempo wat vertraagde, werd het makkelijker om uit te vissen wat er gespeeld werd. En mijn idee van 14/8 en 15/8 bleek verkeerd. Harland bleek namelijk gewoon drie 4/4-maten te spelen met een 5/8 erachteraan. Het duidelijkst is dat te horen op 0:32 minuten, waar hij een soort rechte halftime 4/4 slaat, die nogal contrasteert met de drukke baslijn (zie patroon 3 in de transcripties hiernaast). De vierde maat, in 5/8, brengt hem weer op het begin van het 29/8 patoon. Op 0:43 minuten maakt hij het nog kaler en slaat hij alleen nog de eerste tel van elke maat.

Liedje
Bij de transcriptie 1 (1:05 minuten) en transcriptie 2 (1:43 minuten) zie je een meer ingevuld patroon dat - als je het eenmaal hebt - lekker wegspeelt. Je zou geneigd zijn te denken dat iets dat zó uitgedacht is, nooit lekker op gevoel te spelen is, maar dat klopt niet. Er zit een soort ‘liedje’ in het ritme, en als je dat eenmaal hebt, wordt het steeds makkelijker om er overheen te spelen. De luisteraar heeft het er veel moeilijker mee dan de speler, en dat is natuurlijk ook de bedoeling.

Door de onderliggende 4/4-puls in de eerste drie maten blijkt uiteindelijk dat het hier dus niet om Bulgaarse ritmiek gaat, zoals ook Petrov in zijn commentaar schrijft. Immers, juist die puls is de Bulgaarse ritmiek afwezig. Wel merkte ik dat het door het bestuderen van Petrov’s boek veel makkelijker werd om dit soort ingewikkelde patronen te spelen, en er daarna ook nog iets leuks mee te kunnen doen.

En zo kwam dus deze cursuspagina tot stand. Een mooi groeiproces voor je gehoor en je spel, maar ook een les in nederigheid. Je denkt dat je alles wel weet of alles wel hoort, maar wordt geregeld weer terug op aarde gezet en zo hoort het ook. Wat een mooi vak!

zoeken
zoeken