Fokke de Jong

Back to basics op 'De Blues eLPee' van Normaal

Slagwerkkrant Plus 20-08-2009 23:58

In de Opmaat van Slagwerkkrant 153 lees je een interview met Normaal-drummer Fokke de Jong. Hij vertelt hierin over de opnamen van 'De Blues eLPee', een album dat de band in een nostalgische bui opnam op een oude analoge bandrecorder. "We konden gewoon doen wat je als muzikant het liefste doet: met andere muzikanten lekker muziek maken." Het artikel in Slagwerkkrant 153 is een korte weergave van een langer gesprek met auteur Ben van het Veld, dat we hier op Slagwerkkrant Plus volledig weergeven.

Sinds begin 1989 is Fokke de Jong de drummer van Normaal. Behalve dan die bijna drie jaar dat hij bij De Kast speelde. "Het is nog altijd uitdagend. Nu bijvoorbeeld weer door 'De Blues eLPee', die we helemaal analoog opnamen en waarbij we bijna alle partijen steeds tegelijk inspeelden." De Jong vertelt over zichzelf en dat bijzondere album, dat ook in een beperkte oplage op vinyl verschijnt.

Van de wereld
"De eerste stap op weg naar mijn lotsbestemming, drummer worden, nam ik toen ik ongeveer tien jaar was, in 1972. Ik ging mee naar een repetitie van de symfonische rockband waarin mijn oudere broer toetsen speelde. In de pauze "mocht" ik op de spullen passen. Tja, de gitaarversterkers durfde ik niet aan te zetten, dus ging ik maar achter de kit zitten en proberen na te doen wat ik daarvoor gehoord en gezien had. Even later stond de drummer van de band achter me. Hij zei dat hij kon horen dat ik er gevoel voor had en dat hij me een snare zou geven. Dat werd een oude Sonor, ik heb "m nog steeds. Achteraf bleek dat ik zomaar een goedklinkende zesachtste had zitten spelen… Maar toen was het hek wel van de dam.

De twee jaar daarna heb ik bloedfanatiek thuis zitten oefenen. Je weet wel: pick-up, koptelefoon op. Ik probeerde vooral de ingewikkeldste dingen, bijvoorbeeld van Billy Cobham. We woonden in een rijtjeshuis en de buren – zo"n beetje de hele straat – waren niet zo blij met mij. Dus ik ging proberen zachter te slaan, maar het dan toch met power te laten klinken. Daar heb ik nu nog profijt van. Onder andere tijdens de opnames van 'De Blues eLPee'.

Vaste aanstelling

"Op mijn twaalfde à dertiende zat ik in mijn eerste bandje. Blues, natuurlijk. Mijn spullen waren toen bepaald niet top, maar toch wilde ik de sounds die ik op platen hoorde imiteren. Want ik wilde toen al vooral goed klinken in het geheel. Ik ben gewoon een echte banddrummer. De ingewikkeldste technieken spelen, dat boeide me al snel niet meer zo. Op mijn zeventiende kroop mijn bloed waar het volgens velen maar beter niet gaan kon. Ik werd van school gestuurd en besloot dat ik professioneel drummer wilde worden. Na een aantal jaren een echt Rock 'n' roll-leven te hebben geleefd – en dat was niet altijd gemakkelijk –speelde ik midden jaren tachtig onder andere, in de Groningse band Catfever. Countryrock, eigen nummers. En we waren goed genoeg om als voorprogramma van Normaal te mogen optreden.

Op een bepaald moment werd ik gebeld door het management van Normaal. Of ik twee weken wilde invallen... Natuurlijk! Dus ik zo zenuwachtig als wat naar de eerste repetitie. Aan het eind ervan gaven ze me een document waar groot "Contract" op stond. Ik zei nog iets als: "Ach, dat hoeft toch niet, voor die twee weken. Ik doe het wel zo, hoor…" “Lees nou maar”, zeiden ze. Bleek het te gaan om een vaste aanstelling…!

Op dat moment ging mijn droom in vervulling: ik werd prof. "Geef maar gauw een pen!", riep ik. Ik tekende zonder het verder te lezen. Ik was volledig van de wereld, zo gelukkig…"

Analoge recorder

"Niet lang daarna was ik op zoek naar nieuwe bekkens. Van Zildjian, want dat is altijd mijn merk geweest. Ik dacht dat ik nu, als drummer van Normaal, misschien wel eens een kijkje mocht nemen bij de importeur. Dus ik belde ze op en ik werd enthousiast uitgenodigd.

Eenmaal daar, kwam ik een enorme snoepwinkel terecht. Rijen Zildjians, zover je kon kijken, ook naar links en rechts. En ik mocht uitzoeken. Twee sets. Eén voor live en één voor in de studio. Zo kwam dus mijn eerste endorsementdeal tot stand. En dan nog wel met het merk waar ik al zo lang fan van was, onder andere vanwege de lekkere gruizige, donkerbruine sound. Als vintageliefhebber heb ik zelfs wat Zildjians uit de jaren zestig en zeventig.

Rond 2002 nam Normaal wat gas terug. Voor mij iets te veel, want ik had thuis ondertussen een paar mondjes meer te voeden. In goed overleg ging ik toen auditie doen bij De Kast, waar Syb net weg was. Ondanks grote Friese concurrentie werd ik het. Na drie jaar (2005) ging De Kast echter definitief "op slot". Gelukkig kon ik zo weer bij Normaal terugkomen. De ideeën voor wat nu 'De Blues eLPee' geworden is, begonnen in de band toen al gauw de kop op te steken. Bij de verhuizing van de Normaal-studio van het Achterhoekse Zelhem naar het Twentse Haaksbergen was in een bijna vergeten berging namelijk een oude analoge Sony MCI 24-sporen recorder onder het stof vandaan gekomen. Na een ingrijpende revisie hebben we met dat apparaat 'De Blues eLPee' opgenomen."

Liefhebber

"Op 'De Blues eLPee', gebruik ik een speciaal voor mij op maat gemaakte kit van Customdrums.nl, van Thijs van der Heijden, in Amsterdam. Ik heb hem ontmoet op een vintagebeurs. Daar stond hij met een aantal door hem gebouwde snares. Ik was onder de indruk van klank en uiterlijk, en vroeg hem of hij ook complete sets maakte. Hij had er nog maar één gedaan. Ik vroeg hem verder of hij een set kon maken die vintage kon klinken, maar als het moest ook een John Bonham-sound kon geven. Dat kon hij, dus ik bestelde bij hem een set met een 22”x15” basdrum, een 13”x9” tom en een 15”x13” floortom. Uitgevoerd met van die mooie en goede Slingerland Bevertail lugs, die de vorm hebben van – hoe kan het ook anders – de staart van een bever.

Toen hij de ketels uit de fabriek van Keller binnen had gekregen, belde bij me op: “Ik heb er aan gesnoven en op geklopt en ze zijn errug goed, hoor…” Kijk, zo"n vakman en liefhebber is het gewoon! Ik heb bij hem nu dan ook een vijfdelige Rogers Powertone kit uit 1974 met scriptlogo in de revisie. Die was ooit zwart, maar erg verroest en verweerd. Thijs heeft "m helemaal gestript en maakt er een prachtige, grijze uitvoering van, met veel glitter in de lak. Ik hoop dat ik "m komende week (begin juli "09; red.) kan ophalen!"

Jim Keltner

"Op 'De Blues eLPee' gebruik ik de snare die bij de set hoort maar in één nummer. Het meest hoor je mijn oude metalen Ludwig, een 14”x5” Black Beauty Super Sensitive uit de jaren zeventig. De beste snare die er volgens mij is, een 14”x6½” Slingerland Super Radio King Solid Maple, gebruik ik op, zeg maar, een kwart van de nummers. Ik had dat graag preciezer willen kunnen vertellen. Een van mijn voorbeelden, Jim Keltner – onder andere bekend van Ry Cooder en John Hiatt – schrijft tijdens opnamen alles op wat hij gebruikt en hoe. Zo kan hij ook later sounds gemakkelijker nog eens opnieuw maken. Overigens vind ik dat je geen echte drummer bent, als je Jim Keltner nog nooit hebt gehoord!

Als hihat heb ik een Zildjian New Beat bovenbekken als onderbekken gebruikt en als topbekken een oude New Beat uit de zestiger jaren, een hele dunne. Dat gaat dan ook niet zo hard, net als de Ludwig snare. Dat is belangrijk als je nummers er met z"n allen tegelijk spelend op wil zetten. Ook niet zo hard gaan de Zildjian K Constantinoples, die ik heb gebruikt, maar ze gonzen wel mooi laag.

Als sticks gebruik ik Vic Firth Bolero 2B, want ze moeten voor mij 100% maple zijn. Ze zijn stevig en zacht klinken ze ook te gek. Mijn vellen zijn van Remo: boven de Ambassador Coated en onder de Clear, op de bassdrum Pinstripe met dot en als voorvel een Ambassador Coated. Ik ben me overigens wel op het merk Aquarian aan het oriënteren. Stemmen doe ik altijd in de specifieke situatie, anders loop je de kans dat je je tijdens het spelen ergens gruwelijk aan moet ergeren…"

Boem

"Bij de opnamen van 'De Blues eLPee' heb ik mijn set in de hoek gezet. Zodanig, dat ik met mijn rug echt naar de hoek zit. Dat projecteert de reflectie van mijn geluid mooi de ruimte in. Ik kon op die manier ook iedereen goed zien. Belangrijk voor het samenspel. De ruimte waarin we met z"n allen speelden, is eigenlijk het atelier van Bennie. De studio zit erboven. Maar de speelruimte daar was te krap om met z"n allen goed te kunnen zitten. Het atelier bleek gelukkig van zichzelf een prettige akoestiek te hebben.

Daar hebben we ook bij de drums gebruik van gemaakt. Ik ben met slechts vier microfoons opgenomen. Een Shure SM57 bij de snare, een AKG 414 een paar centimeter voor de bassdrum, onder het klankgat in het voorvel. Ten slotte, om alles er goed op te krijgen, twee overheads. Ik heb nergens demping gebruikt en de set lekker open gestemd. Ook de bassdrum. De ketel klinkt mooi mee, waardoor de toon een mooie ronde, lage boem geeft, die goed bij deze muziek past. Waar ik met brushes speel, werd de microfoon wat dichter op snare gezet."

Hecht

"Wat je, denk ik, goed kunt horen op dit album, is het spelplezier. We konden heel relaxt werken, in onze eigen studio, zonder deadline. We konden gewoon doen wat je als muzikant het liefste doet: met andere muzikanten lekker muziek maken. Niet dat we het allemaal wel even uit de mouw schudden. Er ging veel in een keer goed, maar er was bijvoorbeeld ook een nummer dat we na zeven takes even aan de kant deden.

Rock 'n' roll, blues, rhythm & blues; het lijkt eenvoudig – en zo moet het ook wel klinken – maar een lekkere swing en groove erin en een hecht klinkende band, dat heb je toch niet altijd zomaar even. Vandaar dat ik bijvoorbeeld "drumgod" Buddy Rich en ook Gene Krupa (de allergrootste volgens mij), erg bewonder. Maar onze landgenoot Hans Lafaille, die in Sweet d'Buster zat en nu weer in Cuby & The Blizzards, heeft me ook weten te inspireren."
zoeken
zoeken