Benny Greb: Analyse drumsolo in Grebfruit

Extra noten bij Spelen (Slagwerkkrant 152)

Slagwerkkrant Plus 19-06-2009 00:43

In de cursus Spelen van Slagwerkkrant 152 behandelt Mark Eeftens een fraaie solo van de Duitse superdrummer Benny Greb. De solo is afkomstig van Greb’s nieuwe dvd 'The Language Of Drumming' en wordt gespeeld in het nummer Grebfruit. De eerste 24 maten pasten net op de cursuspagina in Slagwerkkrant 152, maar de complete transcriptie vind je hier in Slagwerkkrant Plus. Ook geeft Mark Eeftens nog een uitgebreide analyse van de solo.

Ik moet bekennen dat ik een tijdje dacht: een nieuwe Thomas Lang? Eén zo’n acrobaat is wel genoeg. (Met alle respect voor Thomas Lang overigens). Na het zien van Greb’s dvd neem ik dat terug (als dat tenminste kan dat met gedachtes). Greb is een totaal andere drummer en speelt een paar puike stukken drumwerk op zijn dvd. Daarnaast heeft hij nog een bijzonder goed verhaal.

Kijkje in de keuken van uw transcribent
Greb’s drumsolo in het nummer Grebfruit bevat een aantal mooie, inspirerende licks en is heel aardig opgebouwd. Ook het moddervette geluid van zijn Sonor SQ2 vind ik helemaal te gek. Het leek me dus leuk om deze solo uit te schrijven, maar dat viel nog niet mee.

Een dvd kan ik niet langzamer afspelen mét geluid. Daardoor is het in de gedeeltes met veel noten soms erg moeilijk om te horen wat er precies gebeurt; ondanks het feit dat je het kunt zien. Ik herinner me dat ergens in de laatste twee maten – waar het letterlijk zwart ziet van de 32ste noten – de camera net op iets anders inzoomt, zodat het bijna onmogelijk is om te ontwarren wat Greb slaat. Wel kan ik stukjes in een loopje plaatsen zodat dezelfde paar maten eindeloos herhaald worden. Dat was dan ook wel nodig. Er zijn stukjes bij die ik echt honderden keren heb moeten bekijken om tot een redelijke transcriptie te komen.

Hoewel ik meestal denk dat ik het bij het rechte eind heb bij transcripties, ontkwam ik dit keer niet aan een paar ‘aannames’. Van sommige stukken ben ik dus niet helemaal zeker, en heb ik genoteerd wat ik denk dat er gebeurt op, grond van wat ik hoor én op grond van wat logisch is om op een bepaalde plaats te slaan. Het gaat hier vooral over de maten 7, 8, 15, 16 en 27, en ook de overgang van maat 29 naar 30 kan iets afwijken. Om dit soort zaken uit te sluiten, zou je met de betreffende drummer achter een drumstel moeten gaan zitten en hem laten voorspelen. Mogelijk dat uit een later contact met Greb nog wat correcties zullen volgen, dus die houd je dan nog tegoed!

Opbouw en Weckl-licks
De solo is opgebouwd uit vier delen van acht maten. Het eerste deel begint met een soort latin-getimed patroon. De andere drie delen beginnen allemaal vanuit een groove die steevast uitmondt in vette sextolenfills en patronen in 32sten.

De invloed van Weckl is duidelijk aanwezig in de gehele solo. Weckl speelde eigenlijk zijn gaafste en meest frisse ideeen op de eerste cd’s van Chick Corea’s Elektric Band, en op de cd Suntan van pianist Michel Camilo. De mooiste dingen die hij daar speelde, vinden we ook terug in deze solo van Greb. Meteen al de eerste drie maten, die met de typische latintiming worden gespeeld, hoorde ik al eens op soortgelijke wijze in een partij van Weckl. Het figuur op de eerste twee tellen van maat 4 is de meest klassieke Weckl-lick. Je hoort hem ook in de overgang van maat 20 naar 21, en in maat 28. Dan de beatdisplacements; ook deze hoorde ik (en velen met mij) voor het eerst bij Dave Weckl. Hij heeft ze natuurlijk niet uitgevonden, maar was wel de man die ze in de drumwereld stevig onder de aandacht bracht. Je vindt ze in maat 18, 19, 20 en 21, en later weer in maat 25, 26, 27 en 28.

Nog een Weckl-lickje horen we in maat 7 en 8, en later nog eens in maat 23; ik noem het altijd ‘hihat-fritseltjes’. Van die onontwarbare kleine groepjes hihatnootjes, waar altijd een linkervoet bij zit. Greb voegt er hier nog iets aan toe, namelijk het gebruik van een extra kabelhihat met zijn rechtervoet, waardoor deze groepjes nog mooier klinken. Een laatste stukje Weckl-leengoed is de flam tussen bass, snare en hihat in maat 17, 18 en 26. De bass en hihat spelen samen de voorslag; niet zacht (zoals gebruikelijk), maar stevig, en de snare is de accentslag.

Bijzonderheden en excuses
Zoals gezegd, begint de solo met een paar timbale-achtige patronen, die in maat 4 uitmonden in de eerste Weckl-lick. Deze eindigt wanneer in maat 5 Greb’s linkersplash spontaan los lijkt te komen en met veel geweld omlaag klettert. Dan komt de aanloop naar maat 7 en 8, waar Greb maar liefst vijf hihatgeluiden gebruikt: linkerhihat, rechter-X-hat, rechterkabelhihat, hihat met linkervoet en kabelhihat met rechtervoet. Hier ben ik niet helemaal zeker van de plaatsing van de noten. Greb speelt ze wel, maar de plaatsing zou licht kunnen afwijken van het genoteerde. Excuses!

In maat 9 beginnen we met een latinfunkgroove, die via wat fills uitkomt bij een mooi patroon in maat 13. In de sextolen, beginnend op tel 3, speelt Greb de snareghostnotes met rechts, overigens met een weinig fraaie grip, maar het klinkt te gek. Links slaat een aantal accenten over de set, en het is lastig om hier de tel te blijven voelen, maar gelukkig speelt de linkervoet achtsten op de hihat. Dit geweld wordt nog een graadje erger wanneer Greb aan het eind van maat 15 het figuur RLvvRLRLvv inzet. Deze frase van tien tweeëndertigsten besluit het tweede blok van acht maten, en we zien het weer terug in de laatste drie maten van deze solo. Dit figuur heeft een paar voordelen: het klinkt ingewikkeld, omdat het door de lengte van tien noten steeds verspringt, maar het is op zich niet heel moeilijk te spelen, en je kunt het met een dubbelpedaal tot echt heel hoge snelheden opvoeren. Ideaal voor een solo dus!

Het derde blok van 8 begint in maat 17 met een discoachtig ritme, dat echter al snel om zeep wordt geholpen door een aantal beatdisplacements, waardoor de luisteraar tot in maat 21 de tel volledig kwijtraakt. Ik heb de eerder genoemde flam op tel 4 van maat 18 en 19 een beetje raar genoteerd, met de snarenoot aan de verkeerde kant van de stok. Dat leek me echter makkelijker dan de gewone flamnotatie, omdat bass en hihat genoteerd als voorslag er erg vreemd uit zouden zien.

In maat 21, 22 en 23 komen de bekende Weckl-sextolenfills weer om de hoek, hoewel Greb er wel vaak een eigen draai aan geeft. Maat 24 loopt door naar een nieuwe groove op het vierde blok van acht maten. In maat 25 begint Greb weer strak op de tel, maar één maat later gooit hij alles overhoop met nieuwe beatdisplacements. Van de achtstenkwintool aan het eind van maat 27 ben ik niet helemaal zeker, maar hij klinkt wel plausibel. Let op het gebruik van de tweede snare in maat 29, want deze nootjes lijken erg op elkaar. Vanaf maat 30 volgt de afsprong: een supervette 32sten-fill met kruisslagen en alles erop en eraan om de luisteraar definitief zijn stokken in de haard te laten gooien.

Toepassen
Het zal voor de meesten niet meevallen om deze solo achter elkaar te spelen, en dat hoeft ook niet. Het is gewoon leuk om te zien wat Greb nou precies doet, en je kunt er veel losse ideeën uit halen om zelf te gebruiken. Dat laatste is eigenlijk het belangrijkste van deze hele transcriptie. Haal eruit wat je kunt gebruiken en doe er je voordeel mee.

Veel succes!

Mark Eeftens
zoeken
zoeken