download (1)

Brieven online

Bij Slagwerkkrant 149

Slagwerkkrant Plus 22-12-2008 22:51

Omdat we op de redactie meestal meer brieven binnenkrijgen dan we in het magazine kunnen plaatsen, presenteren we hier op Slagwerkkrant Plus onze online brievenrubriek. Zo kunnen we iedereen uitgebreid antwoorden en elke brief de ruimte geven die hij verdient. We hopen dat jullie ons flink gaan bestoken met vragen en meningen.

Laatste redding
Al jaren luister ik geregeld naar A Love Supreme van Coltrane in een uitvoering met Jeff ‘Tain’ Watts op drums. Te gek nummer met zeer fraaie sax en natuurlijk drums. In zijn solo speelt Jeff een patroon dat ik al een aantal keren heb geprobeerd te noteren. Laatst weer, maar het lukt me niet. Meerdere drummers hebben zich hier aan gewaagd. Mijn laatste redding is de Slagwerkkrant. Misschien dat Mark Eeftens het patroon kan ontdekken. Ik heb er een loopje van gemaakt en bijgevoegd. Hopelijk kunnen jullie me helpen. Misschien is de notatie ook leuk voor in slagwerkkrant. Alvast bedankt.
-Niels van Rooij

Mark Eeftens
Het betreft hier een uitvoering van Branford Marsalis met Jeff Watts op drums. Op een gegeven moment speelt Watts een schijnbaar onontwarbare kluwe noten en uitzoeken wat daar allemaal gebeurt, valt nog niet mee. In de loop die je meestuurde, wordt het fragment steeds herhaald afgespeeld. Op zich handig, maar je hoort dan vaak niet maar waar de één zit, en de context waarin zo’n lick gespeeld wordt, is ook belangrijk. Met het volledige nummer erbij ging het toch iets makkelijker. Echter, het was met mijn apparatuur niet vertraagd af te draaien, en Watts speelt zo veel ghostnotes dat alles niet precies hoorbaar is. Over de precieze aard van de ghostnotes ben ik dus niet zeker en ook de genoteerde bekkenslagen kunnen een klein beetje afwijken van het gespeelde.
Het loopje zelf is een patroontje dat loopt over 10/16 ofwel 5/8. Watts speelt het een aantal keer achter elkaar, verspringend in een vierkwartsmaat. Alleen de eerste keer speelt hij een bassdrum op de eerste tel en verder wisselt de accentuering een beetje, maar het loopje komt wel telkens op hetzelfde neer.

Je kunt het als volgt aanpakken: speel eerst bass, snare en hihat met voet, zoals getoond in de eerste regel. Daarmee heb je de essentie van de lick te pakken. Vervolgens zou je er bijvoorbeeld een gewoon ridepatroon overheen kunnen spelen in achtsten. Of een jazzride patroon in zestienden, dat klinkt op zich al te gek. Als dat allemaal loopt vind je in regel twee het bekkenpatroon erbij. Watts speelt min of meer met de accenten mee en er soms wat omheen.

En dan de ghostnotes. Tot hier klopt het verhaal zo ongeveer maar je hoort ook een constante flow van ghostnotes. Hoe doet-ie dat?Als je alle plaatsen waar nu nog een zestiende rust staat opvult met ghostnotes, kom je aardig in de buurt. Toch lijkt Watts nóg meer te ghosten. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat hij het hele patroon met rechts speelt en met links de zogenaamde Freehand-techniek, ook wel ‘one handed roll’ genoemd, toepast op snare. Johnny Rabb heeft er net een boek over gemaakt. Met de afspeelmogelijkheden die ik nu heb, lijkt dat het dichtst in de buurt te komen. Bij gelegenheid zullen we Watts zelf om opheldering vragen, maar met wat je nu hebt, moet je een heel eind komen. Succes!

Download de pdf naast dit artikel van A Love Supreme

David Garibaldi
Ik ben een drummer op de Herman Brood Academie in Utrecht en ik wil me de komende jaren specialiseren in het drummen van David Garibaldi, omdat ik Tower Of Power helemaal te gek vindt. Mijn vraag aan jullie is of jullie misschien een keer, als zoiets mogelijk is, een interview kunnen afnemen van David Garibaldi? Of is er al een Slagwerkkrant waarin een artikel staat over David? Ik zou het heel tof vinden om wat te zien over David Garibaldi, omdat ik het gewoon een geweldig goede drummer vind en ik me graag wil verdiepen
in zijn drumspel. Ik hoor graag van jullie! Groeten,
-Remco van Munster

Mark van Schaick
Interviews met groovemeester Garibaldi vind je in Slagwerkkrant nummers
87 en 110; zijn lesmethoden zijn besproken in 39, 63, 79 en 91; Mark
Eeftens heeft transcripties van zijn werk gemaakt in editie 87 en Cesar Zuiderwijk heeft zijn cursus aan hem gewijd in editie 95. Hopelijk kun je hiermee naar de (jouw eigen?) bibliotheek... Ik sluit niet uit dat we hem in de toekomst nog eens interviewen, maar wanneer, dat is nu nog niet te zeggen. Met vriendelijke groet,

Tattoo
Een tijdje geleden (2 jaar?) heb ik eens gevraagd om jullie logo, om er een
tattoo van te laten maken. Hierbij het resultaat. Groet,
-Tom Berendsen

Bouke Bijlsma
Hier staan we wel even van te kijken. Ons logo vereeuwigd in jouw arm. Nou ja, vereeuwigd... Hij gaat een leven lang mee, eh... verlevendigd in jouw arm. In elk geval een hele eer, en het ziet er strak uit. Dat wordt alleen nog maar met blote armen drummen. Dank voor je inzending.

Kunst van het weglaten
Regelmatig kom ik in jullie blad de term ‘de kunst van het weglaten’ tegen. In het laatste nummer werd over Horacio Hernandez geschreven dat hij die kunst in ieder geval in zijn clavesspel niet zou toepassen. Nou roept deze kwalificatie bij mij altijd een aantal vragen en overpeinzingen op. Laat ik vooropstellen dat ik de opvatting onderschrijf dat het laten vallen van stiltes – het niet dichtplamuren van elke beschikbare ruimte in een muziekstuk – bevorderlijk kan zijn voor de kwaliteit en schoonheid van een compositie. Kan zijn! Het is zeker geen ijzeren muziekwet! Maar wie bepaalt nou hoeveel noten je binnen een bepaald tijdsbestek mag spelen, wil er nog sprake zijn van de ‘kunst van het weglaten.’? Als Horacio Hernandez een notenlawine over ons uitstort, wil dat nog niet zeggen dat hij daarmee op dat moment het maximum aantal noten heeft gespeeld dat hij had kunnen spelen. Zoiets is ook niet objectief vast te stellen, want dat maximum ligt bij iedereen, afhankelijk van zijn of haar technische capaciteiten, op een ander niveau. Als Dennis Chambers en Charlie Watts de opdracht zouden krijgen binnen één minuut zoveel mogelijk single strokes op een snare te produceren zouden de resultaten zeer ver uiteenliggen. Als Chambers dan vervolgens dezelfde hoeveelheid noten zou spelen die Watts binnen de minuut bijeen heeft getrommeld, zou dat voor hem betekenen dat hij de ‘kunst’ van het weglaten in behoorlijk extreme mate zou toepassen, terwijl dat voor Watts dus niet geldt, want die speelde qua snelheid op de toppen van zijn kunnen. (Ik definieer het weglaten van noten hier dus als een doelbewust toegepaste actie en niet als iets dat optreedt ten gevolge van onmacht). Verwant aan deze thematiek lees ik ook regelmatig in recensies over bepaalde composities, wanneer daar weinig noten in voorkomen, dat de componist in zo’n geval het procedé van ‘het schrappen van noten’ zou hebben toegepast. En vaak klinkt mede in deze constatering impliciet het waardeoordeel door dat dit een hogere vorm van componeren zou zijn (less is more!) dan de werkwijze waarbij een stuk wel een flink aantal noten van zijn schepper heeft meegekregen en waarin dus niet zou zijn geschrapt (wat evenmin valt te bewijzen, om dezelfde reden die ik bij Hernandez al noemde). Zo’n uitspraak impliceert ook dat van een bepaald stuk op zijn minst één andere (oer)versie zou moeten bestaan waarin meer noten voorkomen dan er uiteindelijk in de definitieve versie van het stuk terecht zijn gekomen. De recensent zou deze oerversie dan ook moeten kennen alvorens hij of zij de conclusie kan rechtvaardigen dat er daadwerkelijk noten zijn geschrapt. Maar in de meeste gevallen zal die oerversie alleen bij de componist bekend zijn. In het perfectioneringproces bij het componeren zullen juist heel vaak noten worden toegevoegd of worden vervangen, omdat in de eerste versie bepaalde ideeën wellicht nog niet waren uitgekristalliseerd (ik spreek uit eigen ervaring!). Ik heb overigens sterk het idee dat bij veel musici en componisten die zichzelf afficheren als voorstanders van weinig noten, er sprake is van pure luiheid. Vergezeld van een sjiek klinkende term als ‘de kunst van het weglaten’ wordt deze luiheid in gecamoufleerde vorm gepresenteerd en gepropageerd als zijnde een uit muzikaal-inhoudelijke overtuiging voortkomende stijlopvatting die ook nog eens de meest respectabele zou zijn. Een excuus om een gebrek aan technisch kunnen en virtuositeit te maskeren en te vergoelijken. Ook een begrip als ‘in de beperking toont zich de meester’ is tot dat gecamoufleerde luiheidsjargon gaan behoren. Deze van Goethe afkomstige uitspraak had oorspronkelijk een totaal andere betekenis dan welke het tegenwoordig krijgt toegedicht. Uit zijn mond was het niks anders dan een pleidooi voor specialisatie. Wie ergens ontzettend goed in wil worden, moet zich niet met tien verschillende zaken tegelijk bezig houden. Beperking in keuze dus leidt tot (potentieel) meesterschap, want zodoende kun je je tijd ten volle benutten om dat ene vak waarin je wilt uitblinken grondig onder de knie te krijgen!! In het huidige (bewust?) verkeerde gebruik van het gezegde krijgt het echter de betekenis als zou je je meesterschap in optima forma demonstreren indien je niet van het maximum van je capaciteiten gebruik zou maken. Nog even afgezien van het feit dat er een verschil bestaat tussen ‘je beperken’ en ‘beperkt zijn’ – en tot die laatste categorie behoren waarschijnlijk de meeste aanhangers van voornoemd adagium in de moderne betekenis! – wordt met deze onjuiste interpretatie domweg onzin beweerd. Zou een hardloper die de honderd meter in tien seconden kan afleggen zijn ware meesterschap tonen als hij er expres, door zich qua snelheid in te houden (te beperken), twintig seconden over zou doen? Niemand zal deze nonsens onderschrijven, maar in de kunsten, en dus ook in de muziek, wordt het helaas maar al te vaak als waarheid verkondigd!

Met vriendelijke groet,
Bert Dobben (Valthe)

p.s. Door de soms wat lange zinnen en uitweidingen lijkt het dat ook in deze tekst de ‘kunst van het weglaten’ niet zou zijn toegepast. Maar ik ben de enige die dat kan beoordelen, en ik kan de redactie verzekeren dat de kladversie van dit schrijfsel behoorlijk langer was uitgevallen!

Bouke Bijlsma
Dank voor je ludieke reactie en het mooie, uitgebreide verhaal. We hebben weer veel geleerd. Wel één kleine correctie. Het moet natuurlijk zijn Horacio ‘El Negro’ Hernandez. Dat tussenvoegsel weglaten is een kunst op zich.
zoeken
zoeken