Kris Myers van jamband Umphrey’s McGee

‘Het improvisatiegehalte is te vergelijken met jazz.’

Slagwerkkrant Plus 28-04-2006 02:52

Drie dagen bands die niets liever doen dan spelen. Dat was zo ongeveer het idee achter het Jam In The ‘Dam Festival dat 19, 20 en 21 maart plaatsvond in de Amsterdamse Melkweg. Umphrey’s McGee was een van de vier bands die daar iedere avond de longen uit hun lijf speelden, met achter de drumkit Kris Myers. Wij strikten de getructe gevoelsdrummer voor een gesprek over jambands, live spelen en jazzidioom.

Het is de derde avond dat de Amerikaanse jambands Umphrey’s McGee, Sound Tribe Sector Nine, Benevento/Russo Duo en Disco Biscuits zich volledig leeg zullen spelen voor een enthousiast publiek. Myers is wat moe, maar wel tevreden over het festival tot dusver.
‘Dit is te gek. Alles is goed geregeld, veel van onze vrienden zijn hier aanwezig, het nachtleven van Amsterdam is super, en het belangrijkst: alle bands hebben er véél zin in.’

Kris Myers (24) speelt nu bijna vier jaar bij Umphrey’s McGee. Vlak na zijn studie aan het conservatorium van Chicago, waar hij jazz studeerde, kwam hij bij de band. Umphrey’s McGee is wat je tegenwoordig een ‘jamband’ noemt. Zeven muzikanten die het allerliefst live spelen, liefst in lange sets van meer dan twee uur achter elkaar.

‘Het lijkt wel typisch Amerikaans. Je ziet het in elk geval nauwelijks in Europa. Denk aan bands als The Grateful Dead en Phish en The Dave Matthews Band. Waar het precies aan ligt, weet ik niet. We zijn denk ik gewoon allemaal muzikanten die heel graag en veel spelen. Ik vergelijk het altijd het liefst met dj’s. Wij mixen ook allerlei stijlen, net zolang totdat er een bepaalde feeling ontstaat. Je gaat zo op in je spel, maar je moet tegelijkertijd heel goed opletten dat je de controle niet verliest. Eigenlijk is live spelen een heel aparte ervaring. Je doet het met elkaar, maar je probeert er tegelijkertijd je eigen signatuur in te stoppen.’

Voor de lol
En Myers’ signatuur is vooral gebaseerd op zijn controle en technisch vakmanschap. Zoveel wordt later, tijdens het optreden van Umphrey’s McGee, wel duidelijk. Myers houdt iedere tempowisseling, iedere break en elke maatwisseling in de gaten, maar er is ook ruimte voor improvisatie.

‘Dat komt door mijn jazzopleiding. Jazz veranderde zo ongeveer alles. Daarvoor luisterde ik vooral naar rock en heavy metal, en speelde ik ook voornamelijk in dat soort bands. Toen ik kennismaakte met het jazzidioom en de improvisatie, ging er echt een wereld voor me open. Het was het menselijke van jazz dat ik miste in muziek die ik daarvoor speelde. Je bent meer in conversatie met elkaar, als je jazz speelt. Je leert meer naar het liedje te luisteren. Rockmuziek heeft dat wel een beetje, maar jazz brengt het naar een volgend, meer intellectueel niveau. En dat probeert Umphrey’s ook zoveel mogelijk te doen. Daarom is live spelen ook zo leuk. Iedere avond is anders; setlists zijn elke avond anders. We hebben zo ongeveer 120 liedjes die we steeds afwisselen, met af en toe een cover: van Led Zeppelin via Mötley Crue naar Van Halen, maar ook Metallica of zelfs Dr. Dre en Outkast. Gewoon voor de lol, en het improvisatiegehalte is daarbij te vergelijken met jazz.’

Voor het overige deel is Myers’ signatuur volgens eigen zeggen vooral afhankelijk van zijn spullen - Myers is endorser van Pearl en Sabian - en zijn brede interesse.

‘Naast kwalitatief hoogstaande spullen moet je toch vooral een goede drummer zijn. En dat betekent niet alleen dat je goed kunt spelen, maar ook dat je weet wát je bespeelt. Mijn belangrijkste tip: luister goed naar dancemuziek: techno en drum ’n’ bass bijvoorbeeld. Probeer je te realiseren wat daar gebeurt, en hoe je het kunt vertalen naar je eigen spel. Besef je wat je doet en hoe het klinkt, en zorg dat je op de hoogte bent van je eigen spullen. Stemmen, afstellen, het hoort er allemaal bij. En daarnaast natuurlijk zo veel live spelen als je kunt.’
zoeken
zoeken