Interview met Cyriel Schiphorst (Good Things End)

"We kunnen niet anders dan een nòg sterker tweede album maken"

Interviews 26-06-2008 01:06

Wie de afgelopen maanden met enige regelmaat naar de radio heeft geluisterd, kent ongetwijfeld de singles I Know en Right or Wrong van het Nederlandse Good Things End. De nummers komen van hun debuutalbum 'Out Of Nowhere', dat begin juni verscheen en het meteen tot release van de maand schopte op Slagwerkwereld. Een mooie aanleiding voor een gesprek met drummer Cyriel Schiphorst.

Slagwerkwereld.com: Als eerste: gefeliciteerd met 'Out Of Nowhere'. Hoe verliep de cd-presentatie in De Gigant in Apeldoorn?

Cyriel Schiphorst: "Heel erg goed! We werden vooraf verrast door onze producer Oscar Holleman en onze manager C.J., die onverwachts een inleidende speech gaven. We gingen dus enigszins afgeleid het podium op, maar hebben vervolgens wel supergeconcentreerd het complete album gespeeld. Tot groot genoegen van het publiek, dat direct een flink aantal exemplaren van het album kocht.

Super trouwens dat 'Out Of Nowhere' is verkozen tot release van de maand! We zijn zelf heel erg trots op het resultaat en dan is het gaaf als anderen dat ook positief waarderen."

Je begon op je twaalfde met drummen. Wat trok je aan in slagwerk?

“Wat de overlevering vertelt is dat ik al op hele jonge leeftijd thuis zat te rammelen op alles wat maar geluid maakte. Daarnaast speelde mijn vader toen al in bandjes, dus eigenlijk is het wel logisch dat ik voor trommels heb gekozen. Ik heb les gehad van Tom van Timmeren, de drummer van mijn vaders band. Tom is geen bekende docent, maar wel heel vertrouwd. Hij heeft me aangezet om door te gaan."

Familieband
Je speelt met jouw broers en zus in dezelfde band. Is spelen met naaste familieleden anders dan met vrienden of willekeurige mensen die toevallig dezelfde muzikale voorliefdes delen?

"Ik denk het wel. Er heerst bij ons sowieso een hele andere sfeer dan bij een band die bestaat uit bijvoorbeeld vrienden of kennissen. Op de een of andere manier voelen wij elkaar heel makkelijk aan. En dat scheelt. Ik kan het me ook niet voorstellen dat ik zo iets als het maken van dit album of de optredens zou moeten doen met anderen. Al de ontwikkelingen, en dat zijn er voor ons best veel geweest in het afgelopen jaar, had ik in ieder geval alleen kunnen “overleven” met mijn familie.

Van Sced naar Good Things End
We zijn begonnen als een coverband onder de naam Sced. Ik speelde onder meer Muse-drummer Dominic Howard na met nummers als Muscle Museum, Hysteria en Unintended en Mark Richardson van Skunk Anansie (We Love Your Apathy, Selling Jesus). Maar ook Taylor Hawkins van de Foo Fighters (bijvoorbeeld het nummer Breakout) en Dennis Poschwatta van Guano Apes (onder andere Lords Of The Boards).

Dave Grohl en Dominic Howard vind ik inspirerende drummers. Ze zijn allebei retestrak. De ene speelt heel druk en de andere juist weer lekker rustig, maar beiden houden ze altijd een bepaalde eenvoud in hun spel die me erg aanspreekt."

Het nummer I Know, dat jullie zelf schreven en als demo opnamen, werd opgepikt door onder meer 3FM en TMF en werd een behoorlijk succes. Waarom besloten jullie dan toch om de track opnieuw op te nemen onder leiding van producer Oscar Holleman?

“Het werd pas echt een succes nádat Oscar het had geproduceerd. Daarvoor vond men het wel leuk, maar nog niet af. Een goede keuze, bleek achteraf.

Danielle Natte (A&R van onder andere Krezip) heeft ons in contact gebracht met Oscar Holleman. Op verzoek van TMF Kweekvijver ging zij op zoek naar de juiste match. Zij vond dat Oscar dé persoon was om dit te doen en ik denk nog steeds dat ze gelijk had.”

De rol van producer Oscar Holleman
Kun je aan de hand van een concreet voorbeeld uitleggen wat Oscars bijdrage is geweest in zijn rol als producer?

“Opvoeden! Oscar zette ons eerst met beide benen op de grond, liet ons afscheid nemen van onze ego’s, om vervolgens te kijken waar onze individuele kwaliteiten lagen. Daarnaast heeft hij gezocht naar de juiste aanvullingen zonder dat we ons daar onprettig bij hebben gevoeld.

Samenwerking
Bij het schrijven van nummers voor 'Out Of Nowhere' kregen we ook hulp van Frans Vermast, David Clarkson en René Merkelbach. We zijn met hen in contact gekomen via Oscar. Hij en C.J., onze manager, die samen het label Pummel Records vormen, hadden in het verleden al meerdere malen met deze jongens gewerkt. Frans kenden we al van de nieuwe opname van I Know. Uiteindelijk hebben we de meeste tijd met hem gewerkt, omdat hij naast studiotechnicus en co-writer ook nog verliefd werd op ons zusje en zo letterlijk familie werd.

Het was ontzettend verfrissend om met deze mensen samen te werken! Zij kwamen met ideeën en aanpassingen waar we zelf op dat moment nooit op hadden kunnen komen. Als we niet met hen hadden samengewerkt was het album waarschijnlijk nooit zo goed geworden, als het er al was gekomen. Wanneer je open staat voor goede ideeën, leer je daarnaast zelf zo veel sneller. Het werkt dus eigenlijk dubbelop.”

Voor het gros van de songs op 'Out Of Nowhere' hebben alle bandleden ideeën voor songs aangedragen. Kun je vertellen welke suggesties jij hebt ingebracht en welke van jouw ideeën uiteindelijk ook terug te horen zijn op de plaat?

“Al mijn ideeën? Ik heb gedurende het hele proces eigenlijk hoofdzakelijk alleen maar geleerd. Vooral van David Clarkson, zelf een erg goede drummer. Hij heeft me veel geleerd over mijn houding en hoe ik mijn techniek kon verbeteren. Nee, ideeën waren er zeker van mijn kant, maar die van hun waren uiteindelijk gewoon beter.”

Zien jullie jezelf als een single- of een albumband?

"Wij zien onszelf vooral als familieband. Tijdens onze shows gaat het om het hele album. De singles helpen om het publiek dat het album nog niet kent toch voor je te winnen. Singles zijn leuk, ze brengen je bij het grote publiek, maar uiteindelijk moet je het met je hele album ook waar kunnen maken. Wij gaan voor dat laatste en nemen de singles er met veel plezier bij."

Wat vind je het leukste aspect van het muzikantenbestaan?

"De reactie van het publiek! En ook nog wel een beetje de nieuwigheid van het mogen spelen op grote podia."

Rondkomen als muzikant is niet zo makkelijk in Nederland. Ben je professioneel aan het werk met Good Things End?

“Nee hoor, ik werk nog steeds een aantal dagen per week voor een heel flexibele werkgever. Ons productieteam houdt zo veel mogelijk rekening met onze thuissituatie, waardoor we in deze opbouwfase bijna ongestoord door kunnen gaan met ons privéleven. Daarnaast gaat er veel tijd op aan repeteren en andere voorbereidingen.”

Gear
Kun je wat meer details geven over je setup en over je keuze voor deze spullen?

“In de studio hebben we deze merken ook gebruikt en via ons management zijn we met ze in gesprek geraakt over een eventueel endorsement. Er moest voor de live-shows een goede kit komen met goede bekkens, want mijn oude drumstel voldeed helemaal niet meer. De keuze voor deze merken was dus eigenlijk vanzelfsprekend. Mijn set-up is als volgt:
  • Sonor Force 3007 Blue Sparkle bassdrum 22" x 17.5"
  • Snaredrum 14" x 5.5"
  • Tomtoms 12" x 9" en 13" x 10" en floortom 16" x 16"
  • Paiste bekkens van de 2002-serie: hihat 14"
  • Crashes 17" en 18"
  • Power ride 20"
  • China 18"

Op de trommels heb ik vellen van Remo en Evans en daar sla ik op met Vic Firth-stokken (model 5a)”

Toekomstplannen
"De toekomst? Wat mij betreft blijft Good Things End nog heel wat jaren bestaan. Voorlopig gaan we veel spelen en werken aan het volgende album. Ik ben niet bang voor een ‘tweede-album-syndroom’, waarbij de opvolger minder sterk is dan het debuut. Wij hebben zo veel geleerd tijdens het maken van ons eerste album, dat we met al die kennis en inmiddels opgebouwde ervaring niets anders kunnen doen dan een nòg sterker tweede album maken.”

zoeken
zoeken