Bezieling, passie, geloof in eigen kunnen en een grote dosis opportunisme. Als je met percussionist Jeroen de Rijk praat, krijgen dit soort holle termen plotseling inhoud. Onlangs bracht De Rijk op zijn eigen Baileo-label zijn eerste soloalbum Two to tango uit. Een plaat met een avontuurlijke en zeer geslaagde opzet waarbij talloze groten uit de jazz- en popwereld een duet met de Nederlandse percussionist aangaan. Een mooie aanleiding voor een gesprek, dachten wij, maar volgens De Rijk zijn er belangrijkere dingen…
‘Vroeger had ik de keuze: of ik moet zien dat ik terecht kom in de band van Miles Davis of ik moet het hier proberen. Het probleem met mijn Davis-droom was dat ik dan het land uit had gemoeten en ik kan nu eenmaal het Amsterdamse thuisgevoel niet missen. Zeven jaar terug kwam ik daar na drie maanden New York achter. Ik had daar als boerenlul moeten beginnen terwijl ik hier nu ook speel op het North Sea Jazz Festival en op het podium sta met een act als Yellowjackets of grootheden als Monty Alexander en Toots Thielemans. Ik heb leren beseffen dat we hier in Nederland waanzinnig goede muzikanten hebben en de link met het buitenland is zo gelegd. Voor drie eurocent bel je naar Amerika en door North Sea Jazz kun je ook hier met al die grote muzikanten in contact komen.’
Veertigduizend kilometer
Achteraf kun je alleen maar stellen dat De Rijk een goede keuze heeft gemaakt. Hij is één van de meest gevraagde percussionisten in Nederland en inmiddels zelf ook mede-initiatiefnemer van interessante muzikale projecten. Maar het ervaren van een voldaan gevoel gaat bij hem verder.
‘Ik speel nog lang niet op alle grote platen. Ik speelde nog niet bij Borsato of bij Bløf en ook doe ik niet mee op alle belangrijke jazzplaten. Maar er is al wel zoveel gebeurd dat het voor mij zinloos is om dolenthousiast vijftien jaar vooruit te kijken. Kijken naar het veld dat voor je ligt en waarop nog van alles valt te beleven. Eerlijk gezegd is alles al gebeurd. Van Pinkpop (met de band Gaga), tot spelen in De Kuip en De Arena. Maar ook in de Oosterpoort, jazzcafé Dizzy of een jongerencentrum als de Botte Hommel in Bergen op Zoom. En alle bekende studio’s heb ik ook al een keer van binnen gezien.
‘Door de oprichting van Baileo kan ik gewoon in Nederland blijven en tegelijkertijd interessante projecten blijven doen, cd’s opnemen en samenwerkingsverbanden opstarten tussen allerlei muzikanten. Dat is ook een beetje met het oog op de toekomst gericht. Misschien kan ik daardoor over een tijd een deel van mijn inkomen genieten zonder dat ik elk jaar veertigduizend kilometer met mijn trommels in mijn nek in mijn autootje moet afleggen.’
Mannendromen
De Rijk zou in de toekomst het liefst vooral gigs willen doen die voor hem muzikaal interessant zijn en waar de luisteraar specifiek komt voor de muzikant en zijn muziek.
‘De jongensdromen die ik had toen ik nog in Roosendaal woonde, zijn vervuld. Nu is het tijd voor mannendromen. Ik voel me niet geslaagd of zo. Ik ben ook niet elke dag chronisch gelukkig. Ik sta zelfs vrij zorgelijk in het leven. Om er een prettige draai aan te geven, hebben wij de humor wel hoog in het vaandel staan, waarbij een bepaald soort “grote-bekkenwerk” hoort om afstand naar mensen te kunnen bewaren. Ik kan me heel druk maken over de problematiek op de Molukken, waar mijn vriendin vandaan komt, en over ziekte, dood en verderf in mijn familie- en vriendenkring.
‘Ik tel niet constant mijn zegeningen. Natuurlijk, ze zijn er. Mijn baan bij René Froger is geweldig en natuurlijk ook het spelen met helden als Al Jarreau en Gino Vannelli. Maar toch ben ik meer een mens van de tussenstand. Ik heb geen doel, ik probeer alleen de richting te bewaren. Vroeger was het spelen in Paradiso een doel op zich. Als ik er nu moet optreden heb ik zoiets van: kut, waar moet ik mijn auto parkeren?’
Tevredenheid haalt De Rijk vooral uit de muzikale momenten.
‘Als iemand als Jimmy Haslip (bassist van Yellowjackets; red.) mij zijn manifeste erkenning voor mijn spel geeft en hij met liefde en plezier weer terugkomt om met mij muziek te maken, dan gaat er natuurlijk wel degelijk iets goed. Maar ik voel met net zo gelukkig met het feit dat mijn meisje en ik al 20 jaar onze relatie in stand weten te houden. Da’s mooi, maar ik ga er niet beter van neuken, krijg er de honger niet mee uit de wereld, en het verhindert niet dat je af en toe tekort schiet in de omgang met mensen.’
Andere planeet
‘Ik heb helden op alle niveaus. Dat hoort bij mijn verbeeldingskracht en die is enorm. John Engels heeft er mede voor gezorgd dat ik daar ook iets mee deed. Ik weet nog dat ik vanuit Roosendaal naar Amsterdam liftte om ’s ochtends vroeg les van hem te krijgen. Terwijl hij zich nog aan het scheren was, riep hij dan uit de badkamer: “Hé, let op je ghostnotes.” Percussionist Steve Boston is een andere belangrijke man geweest.
‘Ik sterf van de verbeeldingskracht. Daarnaast heb ik veel impulsen nodig om te functioneren. Ik bezit ook bovengemiddeld veel lef en kan sociaal nogal tekeer gaan. Zo bel ik gewoon Jimmy Haslip op al hoor ik van mensen dat hij van een andere planeet is. Dat heb ik ook met Gino Vannelli gedaan. Ik vroeg hem gewoon of hij naar Nederland wilde komen. Think big, act small. Ik ga niet van tevoren allerlei obstakels bedenken waardoor het niet zou lukken. Ik ben bereid om op mijn bek te gaan en dat lukt mij soms ook heel goed. Je bepaalt niet wat er gebeurt, je bepaalt wat er niet gebeurt en dat maakt de weg vrij voor dat wat er kennelijk wel gebeurt.
‘De kwaliteit van het soort mensen dat je om je heen verzamelt, is daarbij erg bepalend. Succes laat zich niet afdwingen. Ik ben nog steeds erg pietluttig over dingen als op tijd komen en het naleven van andere conventionele afspraken. Ooit heb ik coke in mijn neus gestopt en meteen besloten dat ik dit niet meer ging doen. Veel van die jongens die twintig jaar geleden de pan uit swingden en op een grootstedelijke manier alles veel beter begrepen dan ik, zijn nu timmerman of gewoon geflipte muzikant.’
Jaloezie
‘Mijn gedrag heeft een groot god-zegene-de-greep-gehalte en soms werkt dat fantastisch. Neem bijvoorbeeld de song Beautiful people in de uitvoering van Mathilde Santing. Daar hoor je vijf minuten lang een shakertje voorbijkomen. Ik had de genialiteit om dat zo lang als het moest in dat klotetempo te spelen. Dan denk ik: kijk, hier is de goede chirurg de juiste operatie aan het doen. Daar staan natuurlijk de nodige missers tegenover. Ach, dat zoiets jaloezie bij andere muzikanten oproept... Er zijn mensen die zeggen: “Hij is alleen maar handig en vertelt de goede mop op het juiste moment.” Voor hen heb ik de volgende boodschap: het gaat alleen om muziek en het vermogen om door te gaan waar een ander ophoudt.’
Two to Tango is daar een lichtend voorbeeld van, al is De Rijk de eerste om dat te relativeren.
‘Two to tango is echt een grapje aan de zijkant. Die cd van Leonardo is veel belangrijker. Ik ben trotser op zijn album dan op mijn eigen cd. Angel de la guardia is er voor iedereen, Two to tango zegt meer over de percussionist en dat vind ik toch beperkter. Uiteindelijk kick ik meer op een bandje dat iets geweldig speelt dan op een gek experiment dat ik ben aangegaan. Two to tango is het incompleet spelen van muziek. Maar het is niet laconiek of zo. Het is meer zoiets van: zie mij eens. Ik ben gewoon ontzettend trots dat mensen die ik zo ontzettend hoog acht, met mij wilden samenspelen.’
De cd Two to tango bevat de volgende duetten: Jeroen de Rijk + Leonardo Amuedo, + Michiel Borstlap, + Arnold van Dongen, + Arno Bornkamp, + Cor Bakker, + Hans Eijkenaar, + Louis van Dijk, + Jesse van Ruller, + Dado Moroni, + Carlo de Wijs, + Theo de Jong, + Bert Joris, + John Engels, + Rob van Kreeveld, + Jimmy Haslip, + Frits Landesbergen.