North Sea Jazz 2022 - NSJ-drummers over NSJ-drummers

Volledige teksten, video's en extra's bij het NSJ-verslag in Slagwerkkrant 231

Slagwerkkrant Plus 25-08-2022 11:08

In Slagwerkkrant 231 (september-oktober 2022) lees je ons North Sea Jazz-verslag. We kozen dit jaar voor een originele aanpak. We lieten zeven Belgische en Nederlandse festivaldrummers voor ons een korte impressie schrijven van de concerten die ze zelf konden bekijken. De redactie maakte daarvan een mooie samenvatting. De volledige epistels van de zeven drummers zijn echter zeker de moeite waard om hieronder even te checken.

Dit is een extra web-item naar aanleiding van een artikel in Slagwerkkrant 231 (september-oktober 2022). Vanaf vrijdag 26 augustus in de winkel. Of je kunt deze editie bestellen in onze webshop Muziekmagazines.nl. We sturen Slagwerkkrant op zonder verzendkosten. 

Door Lucas van Merwijk, Simon de Rover, Felix Schlarmann, Mathias Vercammen, Hans Eijkenaar, Marco Baggiani en Thijmen Molema

Ben je benieuwd wat de Slagwerkkrantredactie zelf dan uitspookte op het driedaagse festival? Check ons live verslag van drie dagen North Sea Jazz 2022 met veel foto’s en video’s

 


Hans Eijkenaar
vrijdag met Dulfer Total Response (Mississippi) 

Als je er zelf speelt, is dat niet alleen zeer eervol en gaaf maar ook een logistieke hel (speelde met Hans en Candy Dulfer om 20.30 uur, dus reken er maar een paar uur voor en na. Enfin, drums drums drums en auto’s, parkeerterreinen en niet altijd even goed geïnformeerd personeel aan de hekken:-). Ik was er op vrijdag slechts.


Makaya McCraven (foto Klaas Jan Stol)

Maar met Marieke (mijn vrouw) zoveel mogelijk toch nog rondgekeken (al sinds mijn jeugd jazzgek) en geboeid blijven staan bij Makaya McCraven. Ik was meteen geboeid door zijn opstelling (duidelijk bandleider, rechts van het podium en set gekanteld met hihat aan publiekskant, hou daar enorm van) en wat me meteen opviel was het genre, de rust de drive en de samenwerking met zijn bandleden. En de groove, ongeacht de maatsoort trouwens… En wat me ook opviel hoe hij soms zeer complexe maatsoorten met gemak laat swingen en zijn bandleden met veel minder pulse (zichtbaar) er een relatief rustiger metrum van wisten te maken, een perfecte rolverdeling tussen ritmesectie en solisten. Maar af en toe niet alleen rust en groove maar bijna woeste aanvallen in zijn improvisaties en fills… Hij wordt ‘beat scientist’ genoemd, maar heeft ook iets heel beestachtigs af en toe, wat het voor mij juist interessanter maakt, en alles met een urban jazz-feel. Bovendien een heel mooie en afgewogen cymbaltechniek en dito sound met af toe die uitbarstingen. Ik was en ben onder de indruk.

 


Mathias Vercammen
vrijdag met Nabou (Venisei)

Louis Cole is de eerste die ik aan het werk zag. Zijn sound is ongelofelijk: druk drumwerk met veel kick en snare. Allemaal spot-on getimed trouwens. Hij zong ook. Met het Metropole Orkest erbij werd je meegenomen naar een hoger universum, in een soort van videogame-landschap.

Louis Cole (foto Klaas Jan Stol)

Gretchen Parlato bracht verrassend Gregory Hutchinson mee. Hutch heeft bakken ervaring met bijvoorbeeld Betty Carter dus weet zoals geen ander hoe je een zangeres moet begeleiden. Zijn vurige uithalen kenmerken hem. Hij is één van m’n all-time favorieten.


Gregory Hutchinson (foto Eric van Nieuwland)

Dave King was misschien wel het beste wat ik zag op het festival. Zijn drumspel is eigenzinnig en komt uit de avant-garde. En toch swingt/groovet het ook allemaal. Het samenspel met bassist Jorge Roeder hield me op het puntje van m’n stoel. Ze speelden avontuurlijk doorheen Julian Lage zijn composities. Erg dynamisch en onvoorspelbaar.

Op de grote podia zag ik Taron Lockett (Cory Henry) en Justin Tyson (Herbie Hancock). Zij hebben dat typische geluid uit de Amerikaanse church: superstrak met de nodige gospelchops. Dat is een guilty pleasure van mij. Ze kunnen een publiek van duizenden laten dansen met hun pocket groove en halen uit wanneer het kan. Ik hou ook echt van hun attitude achter de set.

Justin Tyson (foto Jonathan Chimene)

Verrassing op de 2de dag was ‘mysterie-drumster’ Trixie Whitley bij Daniël Lanois. Ze heeft Gentse − waar ik mij vaak begeef − roots. Ik wist niet dat ze drums speelde eigenlijk. Ze is enorm gekend als zangeres, ze droeg ook bij aan de 3-stemmige zang. Ze had een basic set-up met 1 cymbaal en laag gestemde drums. Ik vond dat ze de bluesy, rootsy muziek als landschappen wist in te kleuren (bijvoorbeeld met verschillende sticks, mallets), vanuit zichzelf als multi-instrumentalist.


Trixie Whitley (foto Eric van Nieuwkerk)

Verder had ik graag Michael Ode, Timothy Angulo, Jeremy Dutton en Kweku Sumbry gezien (tijdsnood helaas). Jonge virtuoze drummers die in de New-York modern jazzscene domineren. Zeker de moeite om uit te checken!

 

Lucas van Merwijk
zondag met Cubop City Big Band (Mississippi)

Na ons concert op het NSJ met de Cubop City Big Band, een nieuw Salsa Antiyana-project met Randal Corsen en Dibo D, eerst snel inpakken en hup naar de cd signeersessie en de artist catering om wat te eten.
Dan snel door naar Jacob Collier in de Amazon. Hoeveel talent kan een mens hebben? Multi-instrumentalist Jacob Collier heeft alles. Ik loop halverwege het concert binnen en val midden in een publieksparticipatiemoment. Met speels gemak en tomeloze energie windt alleskunner JC het publiek om zijn vingers. Net zoals hij op 17-jarige leeftijd met zijn eerste YouTube-videos menigeen verbaasd het zwijgen oplegde, zo bespeelt deze Britse tovenaar de Amazon en laat het publiek met open mond achter. Het meest opvallende is dat hij naast zijn op zich al duizelingwekkend hoge harmonische, ritmische, melodische en vocale capaciteiten beschikt over een charismatische stage présence en een eigen visueel concept. Jacob zingt en springt, rent als een malle over het podium, constant wisselend van instrument, het ene moment op keys dan weer op percussie, bas of de vleugel, en hij geeft en geeft en geeft. De zaal platspelen dekt de lading niet eens. Lichtjaren vooruit zou ik zeggen. Mocht iemand nog sceptisch zijn over dit onnavolgbare fenomeen. Ga Jacob live zien en laat je verbazen en inspireren.

Christian Euman (foto Klaas Jan Stol)

En o ja, je zou het bijna vergeten met zo’n verblindend licht als frontman: drummer Christian Euman, de juiste man op de juiste plek, moeiteloos volgend en dienend. Wat een genot.

Ook zag ik het dynamische duo DOMi (toetsenborden) en JD Beck (drums) in de Darling. Het kan snel gaan tegenwoordig. Ook deze twee tieners vielen net als Jacob Collier op met hun YouTube-video’s. Keys en drums. Meer heb je in feite niet nodig als je zo’n twee-eenheid vormt als DOMi en JD Beck.

J.D. Beck (foto Klaas Jan Stol)

Wederom verbazing. Wat een gemak en wat een hecht samenspel. Ik luister een tijdje in de zaal en ben verrast door het grote geluid wat dit tweetal weet voort te brengen. Snel even backstage om te kijken hoe het er van dichtbij aan toegaat. Het duo zit strak tegenover elkaar vooraan op het podium (goed idee trouwens) en Beck blijkt superzacht te spelen. Goeie frisse beats en moderne sounds, complexe en toch leuke composities en wat een harmonische en ritmische vindingrijkheid. Prettig ook dat ze niet op effectbejag uit zijn en de luisteraar beetje bij beetje meenemen in hun bijzondere universum. En daar is het fijn toeven. Benieuwd naar de ontwikkelingen van dit originele koppel.
Mijn kopje is weer vol en met een ouderwets, geïnspireerd North Sea Jazz-gevoel is het terug naar huis. Tijd voor vakantie om er daarna weer flink tegenaan te kunnen met tal van nieuwe eigen projecten.

 

 
Simon de Rover
vrijdag met Gaidaa (Murray)

Bnnyhunna, waar drummer Junior Appiah en percussionist Danny Rombout samen een balans probeerden te maken waar de band op kon liggen. Ik volg JA op de voet en was altijd al enthousiast over hem als persoon, en zie hem als een voorbeeld in drummerswereld Benelux, als muzikant én ondernemer. Superblij om hem live te kunnen horen. JA speelt heel beheerst met alle nodige ruimte voor de rest van de band. Uit alles wat hij doet blijkt ervaring. Je kan zien dat hij weet hij doet. Hij geeft de band een comfortabel en veilig bedje. Zijn stijl lijkt sterk geworteld in de gospel. Geweldige controle over stickings, techniek on point, super smaakvol en verantwoordelijk. Je krijgt het idee dat hij zijn volledige kunnen gebruikt om de band te dragen, een toegewijde top vakman. Zijn techniek ziet er super soepel uit.

Junior Appiah (foto Eric van Nieuwland)

Het meest opmerkelijke en bijzondere aan de stijl van JA vond ik de  manier waarop hij van eenvoudige patronen als RLRR LRLL en single’s de meest muzikale lijnen weet te maken binnen de context van de muziek. Hij weet binnen een beperkt kader veel te maken.

Danny Rombout 

Percussionist Danny Rombout vulde stijlvast alle leegtes in, maar moest woekeren met de mogelijkheden om de klank niet dicht te timmeren. Dat maakte zijn rol in de sfeer bepalend en hij had een sterke rol in welke kant een nummer opging in stijl. Het was een superfijne verrassing toen er ineens als verrassing een tweede drumstel onthuld werd vanonder een doek: Bnnyhunna bleek zelf ook te drummen. Dat deed hij in trio met DR en JA. BH nam z’n tijd om te soleren en speelde met het publiek. Hij bleek echt een goeie drummer, en toen ik dat hoorde begreep ik ineens hoe zijn ritmisch inzicht bepalend is voor de muziek die hij schrijft. De solo was onderbouwd, langzaam opbouwend, en lijkt een sterk fundament in de gospeltraditie, zowel technisch, dynamisch als muzikaal.

Damion Drutton

Ik zag ook het James Francies Trio met drummer Jeremy Dutton. Francies heeft als pianist een extreem snel toucher; onbegrijpelijk, bijna onvoorstelbaar, op de grens van het onmogelijke. Dat verklaart mede de stijl van Jeremy Drutton. JD’s spel is soepel en traditional, heel zorgvuldig en beheerst. Hij dient egoloos de muziek, waardoor er alsmaar ruimte is voor de bassist en de pianist voor inspraak in gelijke delen. Hij leek niet te letten op fills en licks, maar verkoos de groove en de vibe te spelen in de best mogelijke pocket. Die pocket is abnormaal; ghostnotes in z’n linkerhand (traditional) gecombineerd met een stevige pocket; smaakvol extreem gedetailleerd. Je kunt merken dat hij in het moment kan bepalen wat hij alsnog wil spelen in interactie met de band. Soms lijkt hij zelfs te zweven, maar lijkt dat alleen te doen om de anderen meer lucht te geven in de textuur. De opbouw van z’n solo is heel traditioneel met respect; zonder in niches te denken; de jazzinvloeden die er zijn geweest. In de solo dropt hij af en toe groove-elementen die samen naar een geheel leiden, toewerkend naar een conclusie van de groove en swingstijl waar ze op uit zijn gekomen. Ofwel hij trok de swing of de groove open en meshed them up, maar altijd in het belang van de muziek. JD heeft smaak en stijl op het hoogste niveau!



Marcos Baggiani
zondag met Celano, Badenhorst, Baggiani (Venisei)

Mississippi was het grootste openluchtpodium van het North Sea Jazz Festival. Op zondag 10 juli Iets voor 19.00 uur was er nogal wat publiek om Alune Wade's 6tet met Franse drummer Tao Ehrlich te getuigen. De band van deze senegalese bassist en zanger (aangeworven door artiesten als Salif Keita, Gregory Porter, Oumou Sangaré en Joe Zawinul) speelde een betoverende mix van Midden-Oosten, West-Afrikaanse afrobeat en elektronische Jazz.

Tao Ehrlich

Maar vreemd om te verwachten: de band had geen gitaar, een instrument dat normaal gesproken een zeer belangrijke rol speelt binnen de ritmesectie van de bands die geworteld zijn in Afrikaanse invloeden. Misschien had het ensemble als compensatie twee keyboards, wat bijdroeg aan een meer elektronisch geluid.
Zittend op een reeds gevestigde Franse traditie van moderne drummers beïnvloed door de Frans-Afrikaanse connectie; Tao Ehrlich (een Gretsch-endorser) heeft een diepe kennis en een speciale smaak voor wereldmuziek en afrobeat. Zijn grooves op dit eigenaardige ensemble zijn smakelijk, zeer creatief en stabiel op zo'n manier dat hij niet alleen de band bij elkaar houdt, maar het ensemble ook in de rijken van een afro-trance-muziek duwt. Van zijn vaste beats kan de band profiteren. De kleine blazerssectie (trompet en tenorsax) speelde onverwachte arrangementen en de stem van Alune kon verheven en projecteren met zeer interessante effecten, die meer sferen creëren dan sterke melodieën definiëren. Uitverkoren worden door een bassist/bandleider om op de drums te zitten, is als gekozen worden als copiloot voor een autorace; het moet iemand zijn die de muziek en het spel van de hele band kan begrijpen en een sterke maar ontroerende organische eenheid kan creëren. Tao Ehrlich heeft daar zeker sterke capaciteiten voor!


Kendrick Scott

Charles Lloyd and the Wonders feat. Bill Frisell bestond uit Charles Lloyd (saxofoon); Bill Frisell (gitaar); Greg Leisz (pedal steel gitaar); Reuben Rogers (contrabas) en Kendrick Scott (drums). En Charles Lloyd zelf is in topvorm. Met 84 jaar levert Charles een toon en een  muzikale poëzie waar veel jonge artiesten alleen maar van kunnen dromen. Je kunt de ervaring en de kennis horen die is verzameld door een muzikant die de podia deelde met mensen als Cannonball Adderley, Ornette Coleman, Billy Higgins, Scott La Faro, Don Cherry, Charlie Haden, Eric Dolphy en Bobby Hutcherson. Hij verrast met een ensemble dat (dankzij de aanwezigheid van Bill Frisell en Geg Leisz) de grens tussen country en jazz bewandelt.
Om door die lijnen te dwalen koos hij voor de Texaanse drummer Kendrick Scott, die zo'n blend met finesse en meesterschap lijkt op te roepen.
Kendrick stond 100% in dienst van de muziek, ging mee met de solisten en het ensemble, bezocht verschillende muzikale scapes, stijlen en vormen, die ook vrije passages en veel verschillende ritmes bevatten. Zijn solo's waren ingenieus en swingend en zijn grooves pasten altijd bij een ensemble dat behalve dat het allemaal "Marvels" waren, zeker genoten van de unieke kans om met zo'n levend legende van de jazzgeschiedenis te spelen. Zoals de New York Times ooit zei: "Mr. Lloyd is op de proppen gekomen met een vreemde en mooie distillatie van de Amerikaanse ervaring, deels verlaten en wild, deels enorm gecontroleerd en verfijnd.” En dat is nog steeds te horen!!

Justin Tyson (foto Jonathan Chimene)

De Artist in Residence van dit jaar op North Sea Jazz, Herbie Hancock, werd aangekondigd met heel weinig informatie over de band of wat te verwachten van het optreden. Er was enkel een duidelijke hint in het gedrukte programma van de NSJF: “Fusion”; niet meer, niet minder. Maar als jij wat van Hancock’s muziek kende, rekening hield met de "aanwijzing" die het festival op het programma gaf en de line-up las (Terence Blanchard op trompet, James Genus op bas, Lionel Loueke op gitaar en Justin Tyson op drums), was het moeilijk om verrast te worden door hun muziek of wat te verwachten.
En zelfs toen was het onmogelijk om ongeschonden voor zo'n virtuoze band te blijven staan. Dit "all star-ensemble" sneed oren met elk strakke arrangement, hakte je neuronen in stukken met een vernietigend gevoel voor groove en de feilloze composities die perfect leken te passen bij de verbazingwekkende vaardigheden van deze solisten. Justin Tyson was misschien wel de jongste van alle muzikanten op het podium, en dat leek begrijpelijk als je kijkt naar het zware werk dat een drummer op zo'n ensemble moet verzetten. Zittend op de troon van de motor, de band naar hogere energetische niveaus sturend met zijn grooves en elke solist met frisse energie volgen, leek Justin te genieten van elke seconde van de muziek; tegen een verbaasd publiek (ongeveer 10.000 man), dat volgde met een vallende sjaal bij elke draai van hun muziek.
Opgegroeid als gospel drummer en een aantal jaren in de band van Robert Glasper zitten is geen onbelangrijk detail. Hij heeft de chops, de creativiteit en de consistentie van wat hij is: een meesterlijke moderne hip-jazz drummer; en dat was te zien op het podium van de massaal, mogelijk het grootste podium van de NSJF. Herbie Hancock en zijn band verbaasden hun publiek zonder verrassing: ze hakten je kop gewoon af met een muziek zo scherp en swingende als het maar kan zijn: echte headhunters!!

 


Thijmen Molema
zaterdag met Dragonfruit (Murray)

Wat ik zelf als heel inspirerend heb ervaren was het concert van Erykah Badu. Ik begreep dat het een week eerder nog helemaal in het water was gevallen, dus daarom was ik een beetje sceptisch over de North Sea show, maar ze heeft me echt omver geblazen. Wat een band, zo’n belachelijke feel en zoveel attitude. Ik dacht Mike Mitchell te zien op drums, maar kan dat niet met 100% zekerheid zeggen. Wat me vaak inspireert bij dit soort acts is niet eens zo zeer alleen de drummer, maar de hele samenwerking en connectie tussen alle bandleden. Het is zo’n lopend geheel, zo goed qua timing en zo lekker dat je eigenlijk niet stil kan blijven staan. Er wordt ook op zo’n manier gespeeld dat het niet saai of netjes klinkt. Dat een goeie feel of groove belangrijk is, weet ik, maar met zoiets als dit word je weer met je neus op de feiten gedrukt.

Richard Spaven (Eric van Nieuwland)

Ook heb ik een stukje van Jameszoo gezien, die stonden na ons in de Murray. Richard Spaven zat daar op drums bij. Echt waanzinnig ook! Zo’n fijne sound en feel. En supergoed wat betreft microtiming en techniek. Zo veel headroom. En al die gasten zijn heavy, dus die combinatie was echt een recept om op te stijgen. Sowieso wat een overkoepelende factor is bij veel gasten die ik daar heb gezien en vet vond, was het feit dat ze speelden of hun leven er vanaf hing. De overtuigingskracht en het vuur zijn super inspirerend!

 


Felix Schlarmann
zondag Bruut (Mississippi)

Zondag 10 juli speelde ik om 22:00u met Bruut! op het Mississippi podium. Dankzij onze geluidsman Frans Wajon was de sound geweldig en gingen wij daar de NSJ zondag met een vette show afsluiten.
Aangezien we in de middag ook nog een radiopromo bij Radio 2 in de media booth ergens anders op het festival terrein gingen spelen, was er uiteindelijk nauwelijks tijd om rond te struinen en bandjes te kijken. Ik had namelijk wel een verlanglijst gemaakt van tevoren: Dolgraag wilde ik Pino Palladino en Blake Mills zien. Maar die hadden, volgens mij ivm Corona, helaas moeten afzeggen, wat grote teleurstelling, niet alleen bij mij, ten gevolg had. Ook vind ik Nate Smith geweldig en was ik erg benieuwd hoe zijn Kinfolk live zou klinken. Helaas liep ik alleen langs de bomvolle Congo tent op weg van Radio 2 naar de Mississippi, maar kwam er niet meer in. Dus hoorde ik alleen een beetje van hun dingen vanuit buiten, maar dat klonk goed. Twee andere dingen die op mijn lijstje stonden moest ik helaas missen vanwege de radio opnames:
1) Immanuel Wilkins' band met Kweku Sumbry op drums had ik heel graag gezien, aangezien ik hun optreden op het Transition festival in Utrecht echt ‘mindblowing’ vond. Mijn god, wat een energie hebben die gasten en met wat en ongelofelijke vrijheid spelen zij als eenheid samen. Jammer, maar deze jongens zullen vast nog vaker te horen zijn schat ik maar zo in.
2) Saxofonist Charles Lloyd’s gig met Bill Frisell (gitaar), Reuben Rogers (bas) en de geweldige Kendrick Scott op drums had ik ook dolgraag willen zien, maar ja, helaas. Het lyrische spel van de icoon Lloyd spreekt me al sinds het begin van mijn studietijd aan, en in combi met deze geweldige musici is dit een uiterst interessante act. Bovendien speelt Kendrick Scott zo krankzinnig goed, had hem graag weer eens live willen zien.

Herbie Hancock

Wat ik wel even zag, was de gig van de grote meester überhaupt: Herbie Hancock. Mijn god, met 82 jaar dit nog zo neerzetten. Alles raak, elke line smaakvol, niet te veel, niet te weinig. Een dijk van een band, met een extreem tighte en energieke Justin Tyson op drums (die ik trouwens nog niet kende). Ze sloten af met Chameleon dat wel wat gladder klonk dan de ontzettend lekkere versie van de Head Hunters met Harvey Mason op drums, maar het was alsnog extreem funky. Ik was ontzettend blij dat ik deze legende nog even kon zien, tussen eten en change-over in, want wie weet hoe lang Herbie nog op tour gaat. Het maakte mij ook weer duidelijk wat voor oermuzikant Hancock toch is, die in zijn carrière constant nieuwe richtingen insloeg en zich vernieuwde, en daardoor jazz- en muziekgeschiedenis heeft geschreven.
Ondanks dat ik niets van mijn verlanglijstje heb kunnen zien, ging ik dankzij Herbie toch met een voldaan gevoel naar mijn eigen gig, en achteraf tevreden naar huis.

 


Toegift
We sluiten af met Maurits de Vries die niet zelf op het festival speelde, maar die we aanklampten bij het optreden van Thundercat met drummer Damon Reid en vroegen om een impressie:


Damion Reid

‘Drie bijzonder virtuoze muzikanten die met veel energie van diepe grooves naar uptempo fusion gaan waarbij verschillende maatsoorten en toonsoorten om je oren vliegen. Gesyncopeerde patronen over verschillende maatsoorten en resoluties worden ingevuld met de meest bizarre solo’s waarbij de luisteraar al na enkele secondes het muzikale bos wordt ingestuurd. Damion Reid zet deze gecompliceerde muziek met veel overgave neer en weet elke luister te boeien bij dit muzikale drumspektakel.’


Lees het volledige artikel in Slagwerkkrant 231 (september-oktober 2022)
Vanaf 26 augustus 2022 in de winkel
Of bestel ’m bij ons via Muziekmagazines.nl

zoeken
zoeken