Een van de vele mooie aspecten van North Sea Jazz is dat er zo'n twaalfhonderd muzikanten samenklonteren in drie dagen en dat ze elkaar dan tegenkomen. Nate Smith, door lezers van Slagwerkkrant in 2023 gekozen tot drummer van het jaar, speelde vrij onverwacht bij Brittany Howard, maar dook plots ook op als gast bij Vulfpeck (foto bovenin).
Set-up van Nate Smith bij Brittany Howard
Met Slagwerkkrant kammen we weer drie dagen lang de 17 (!) podia van North Sea Jazz af, en doen verslag van wat we zien gebeuren op de drums-en percussiestoelen! Met tekst (Dick de Waal, Klaas Jan Stol en Erk Willemsen), foto's (Eric van Nieuwland en Klaas Jan Stol/Drummerszone.com) en video's; productie Erk Willemsen, eindredactie Tineke van Brederode.
We beginnen met wat het toetje van de eerste dag werd, de viering van 50 jaar Irakere, met een driemansslagwerksectie en een waanzinnige solo van Roberto Jr. Vizcaino Torre, culminerend in een never ending slotbreak samen met Horacio Hernández!
Horacio Hernández, Julian Valdés en Roberto Jr. Vizcaino Torre bij Irakere
Vijftig jaar Irakere met pianist Chucho Valdés (83). Dat moet worden bezegeld met een interview met percussionist Roberto Jr. Vizcaino Torre, zoon van de gelijknamige vader, die al decennia speelt met vrijwel alle Cubaanse legendes denkbaar. De blazerssectie is om door een ringetje te halen. Drummer Horacio Hernández behoeft geen introductie. Deze man heeft het gehele oeuvre aan Afro-Cubaanse ritmes van voor naar achteren en achterstevoren door z’n handen en voeten laten glijden. Frontstage zit z’n maatje en protegé, Roberto. Na een wervelend intro komt Chucho Valdés het podium op, die het publiek met veel plezier in het Spaans toespreekt. Heerlijke muziek, briljante percussie, afgetopt met een geweldige percussiesolo van Vizcaino, met een eindeloos lange virtuoze slotbreak, unisono met Horacio Hernández.
En, zoals een student werktuigbouwkunde van mij (Dick de Waal) zojuist treffend appte: er is gewoon iets heel grappigs aan een bejaarde man die na bijna ieder nummer heel hard ‘kut’ roept in het Spaans (DdeW).
Sun-Mi Hong bij Philipp Rüttgers Trio
Het opwarmuziekje in de Yenisei belooft wat: dissonante strijkmuziek in zevenachtsten: alsof The Exorcist ieder moment vertoond gaat worden. Op dag twee vinden we wederom die verdraaid getalenteerde Koreaanse wier naam almaar rondzoemt in drummersland. Na het optreden op de eerste dag met haar eigen kwintet en met Sanem Kalfa drumt Sun-Mi Hong nu bij het Philipp Rüttgers Trio. De in Nederland woonachtige, Duitse pianist brengt onder meer werk van zijn album Etudes of Shapes and Forms. Deze bescheiden maar charmante zaal kent een fijne, droge akoestiek en leent zich goed voor trio’s met een relatief laag volume. Sun-Mi laat er geen gras over groeien. Slimme beat displacements, een veelzijdige techniek, en een creatieve invulling van deze indrukwekkende set. Het eerste stuk, vooralsnog Epoch geheten, is volkomen licht en fruitig. Dat verandert als Gibberish wordt ingezet. Tempi worden nu vrijer, akkoorden en ostinato’s bijna spookachtig en de gestreken contrabas maakt het extra donker. Er wordt hier voorbeeldig naar elkaar geluisterd: dat hoor je aan de subtiele buigingen in tempo, dynamiek en frasering. We pakken ook het derde stuk, The Legend, mee. Een compositie die van etudewerk via strakke hardbop en uptempo swing, leidt naar pure romantiek. En plots is daar weer een knik; een bocht; een kronkel. Mooi dat het lot bepaalde dat deze mensen elkaar moesten vinden. Alles aan dit trio is fris en verrassend en deze drummer beheerst de materie en bovendien de kunst om techniek te laten emotioneren. (DdeW)
Sun-Mi Hong bij Enji
En daar was ze weer, de koningin van het North Sea Jazz, Sun-Mi Hong, deze keer met de Mongoolse zangeres Enji. Niets is bij Sun-Mi routine en ook hier vindt ze steeds weer de juiste balans met mallets, rods of sticks. Altijd is het zorgvuldig maar raak, vreselijk muzikaal en waar nodig de drijvende kracht. Ook hier liet Sun-Mi weer zien dat luisteren misschien wel het meest belangrijke is als je muziek maakt.
Dit was haar vierde optreden op het festival dit jaar. De twee dagen ervoor speelde ze al met haar eigen Sun-Mi Hong Quintet, met Sanem Kalfa 'Miraculous Layers' en met het naar genialiteit neigende Philipp Rüttgers Trio.
Ele Howell en Weedie Braimah bij Chief Adjuah (formerly Christian Scott)
Leuker konden we ons de tweede helft van de set van deze ‘Afro New Orleans’ niet wensen. Bij een lekkere lo-fi sound met zelfs een EWI (Electronic Wind Instrument) bekijken we Ele Howell op drums (foto hieronder) en Weedie Braimah, percussie. Een relaxte en zachte drumgroove, geflankeerd door smaakvolle percussie klinkt door de Congo: een prettig bedje voor de altijd lekker in het gehoor klinkende trompettist Chief Adjuah (DdeW).
Nicolas Viccaro bij Kinga Glyk
Alweer een EWI-achtige (de Roland Aaerophone) bij de Poolse bassiste Kinga Glyk in de Mississippi. De fusionsound die hier wordt tentoongespreid, lijkt zo uit de jaren tachtig naar Rotterdam te zijn geslingerd. Heerlijk als je ervan houdt, zoals ondergetekende. De basgrooves doen, zoals iemand al treffend suggereerde, erg denken aan Marcus Miller. En daar is helemaal niets mis mee. Achter de drums gebeuren ook spannende dingen. Nicolas Viccaro doet daar namelijk z’n ding. Hoge cymbals, haarscherpe fills en moddervet klinkende drums. Dat alles in combinatie met gedateerde maar super rake analoge synthklanken maakt ook dit optreden prachtig en verrassend om te zien en beluisteren. Nog wat genadeloos vlammende fills in negenachtsten ertussendoor? Waarom niet?! Zowel de aard en opbouw van de composities als de ride-fraseringen en het tomgekletter spellen Chick Corea Elektric Band en Weckl. Alles is retro, maar undeniably virtuoos. Dit is zonder twijfel een act om in de gaten te houden. (DdeW)
Nate Smith, Theo Katzman en Jack Stratton bij Vulfpeck
Bij Vulfpeck draait veel om vlijmscherp getimede en vooral snelle funkgrooves: zoveel is natuurlijk allang duidelijk. Maar het live ervaren van een band als deze is toch altijd van een andere orde dan het bekijken van YouTube-clipjes. Compositorisch is het misschien niet enorm verrassend, maar deze band drukt wel een briljante stempel op de regenachtige vrijdagavond. De drums worden afgewisseld tussen Theo Katzman, Jack Stratton en de onbetwiste gigant Nate Smith: alledrie fenomenaal, maar er blijft toch een lichte voorkeur voor die laatstgenoemde. Als stemkunstenaar Jacob Jeffries verschijnt in de Nile, laat een deel van het publiek het afweten: een geestige act, maar heel kunstig is het niet. Dan toch liever Antwaun Stanley op zang, die er wel in slaagt deze show vocaal te dragen. Bassist Joe Dart blijft hier vanavond misschien wel de grootste held. (DdeW)
Johnathan Blake bij Potter-Mehldau-Patitucci-Blake
C’est parti! North Sea Jazz 2024 gaat fijn van start in de Hudson, met drummer Johnathan Blake, bassist John Patitucci, saxofonist Chris Potter en pianist Brad Mehldau. Dit superkwartet is op zich al een reden om een kaart voor de vrijdag te hebben gekocht. Voor die-hard fans van instrumentale hoogstandjes is het prettig dat iconische bands als deze een podium blijven krijgen. Potter is een saxofonist met een heel directe sound; hij kent geen voorbehoud. En dat contrasteert weer heerlijk met het fluwelen toucher van Mehldau. Centraal staat vooral Potters nieuwe album Eagle’s Point. Patitucci contrabas te zien spelen is altijd een genot: wat een expressie. Jonathan Blake lijkt alleen zijn polsen te bewegen, maar doet dat wel razendsnel. Hoe vaak we hem ook hebben gezien: de controle van deze drummer is verbluffend. Behalve het enkele effectcymbal boven de floortom steekt niets aan de drums uit boven heuphoogte. Mehldau, vandaag ongekend percussief, gelt volledig met Blake. Puntig, dynamisch, helemaal af. Opvallend zijn de richting de zaal getilte cymbals, zoals we onder meer ook kennen van Will Kennedy. Blake alterneert gemene swing en kaarsrechte funkgrooves, zonder de solo’s van Potter ook maar een seconde in de weg te zitten. Deze band laat Mehldau schitteren als zelden tevoren.(DdeW)
Wachtend op interviews hebben we node het optreden gemist van Pablo Nahar met de 73-jarige nestor Eddy Veldman en zijn pupil Yoran Vroom in de wederopstanding van het Surinam Music Ensemble. Als ode echter deze foto, gemaakt door Eric van Nieuwland.
Bill Stewart bij Walter Smith III
Een North Sea Jazz jaar is bijna niet meer compleet zonder dat Bill Stewart bij in ieder geval één van de artiesten in de line-up op het podium te vinden is. Dit jaar met Walter Smith III, een Blue Note gecontracteerde altsaxofonist die tussen al zijn eigen bedrijven door ook gewoon te horen is op albums van drummers als Bill Stewart, Eric Harland en Terri Lyne Carrington. En hij produceerde twee albums van vibrafonist Joel Ross - alle drie aanwezig op deze editie van het festival. (KJS)
Joel Ross was eerder al te zien op North Sea Jazz, maar dit jaar stond het super-vibrafoon-talent met zijn eigen band in Madeira. Met drummer Jermey Dutton zie en hoor je hier een nieuwe generatie Jazz artiesten hun plek veroveren waar virtuositeit hun gelukkig niet vreemd is. Niet in het minst ook de extreem getalenteerde tenor saxofoniste Maria Grand. (KJS)
Abe Rounds bij Meshell Ndegeocello
De Artist in Residence van North Sea Jazz 2024, Meshell Ndegeocello, verschijnt op dag twee met de van oorsprong Australische Abe Rounds op drums. Die zet als enige op het podium de set in, met een uiterst relaxte funkgroove, op een vintage Slingerland-set. Het volume laag, maar de vibe solide. Zingen kan Abe eveneens; en ontzettend soulvol, gedoseerd en loepzuiver. Misschien het midden tussen Sly Stone en Anderson Paak. Ndegeocello begeleidt vooralsnog alleen: supercool, frontstage en gezeten. Naast haar zitten de blazers: gewoon tof in deze setting. Ze is gevat door een bacterie en naar eigen zeggen ietwat prettig onder invloed van wat medicamenten. Ondanks de ruis in de PA van de Hudson volgt een bijna meditatief concert, met alle aandacht voor vocalen die doen denken aan Marvin Gaye’s gospels uit de jaren tachtig, maar dan veel zachter. Meshell lijkt even bijna Miles Davis in z'n elektrische jaren, waarin hij soms nauwelijks speelde maar omnipresent bleef. Bassen doet ze dus niet veel. Chaos is een ontroerend nummer, en waar zie je nog een staalsnarige gitaar op een jazzfestival? Abe zingt geniale leads en koortjes. Het hoogtepunt van de zaterdag lag mogelijk hier: in haar eenvoud, sterke songstructuren en vooral sympathieke funk. Headless Heroes klinkt: alles is sociaal geëngageerd zonder pathetisch te worden. Abe vond een gig die veel verder gaat dan alleen trommelen. Dit was grandioos. (DdeW)
Jairo Ubiaño bij Vincen Garcia
Hidde Roorda van De Bassist omschreef Vincen Garcia in ons North Sea Jazz team appgroep als een duivel op de bas. Klopt, maar eigenlijk waren dat alle leden van zijn powerhouse kwintet. Hoorden we bij het intro van het tweede nummer daar nou een ode aan de Brecker Brothers, of leek dat gewoon op Skunk Funk? Maakt in het tempo van deze band niks uit, en drummer Jairo Ubiaño al helemaal niet. Van steady up-tempo groovetreinen tot de meest complexe fills perfect gelockt met de messcherpe blazerspartijen. Wat een beest van een drummer is deze Jairo. (KJS)
Nazir Ebo bij Joshua Redman
Het zestiende album van Joshua Redman, Where Are We, werd in 2023 uitgebracht bij Blue Note: zijn eerste plaat op dit label. Dat deze maatschappij weinig meer van doen heeft met de legendarische opnames van Rudy van Gelder en de bedrijfsstructuur uit 1939 moet je eigenlijk direct vergeten. Het is verwonderlijk dat Redman niet veel eerder werd binnengehaald door de platenmoloch. Drummer Nazir Ebo is de drummer in dit fijnzinnige gezelschap. Ebo, de broer van de iets beroemdere drummer Justin Faulkner, speelt in het eerste nummer poppy en bluesy, hetzij met allerhande coole fills en gelikt cymbalwerk. Je kan je bij een uiterst succesvol instrumentalist als Redman afvragen waarom er woorden nodig zijn om zijn ster nog helderder te laten schijnen. Geen idee. Dat de combi van beiden een bevredigend geheel biedt, valt niet te ontkennen. Tuurlijk: er wordt door zangeres Gabrielle Cavassa veel gezucht, moeilijk gekeken en vibrato toegepast. Zo ook tijdens Streets of Philadelphia: jawel, die van Springsteen... Redman speelt daar vrij achteloos wat heftige changes over. Ebo, pianist Paul Cornish en Philip Norris op contrabas zijn daarentegen weergaloos. De zangeres is ook goed maar in een superband als deze misschien inwisselbaar. Enfin: het festivalpubliek verandert en daarmee ook de verwachtingen. Terug naar de drums. Die zijn slim en sensitief. Nazir Ebo speelt in de chorussen ‘in dienst van’ en pakt in de vrije ruimte stevig uit. (DdeW)
Ruy Adrian López-Nussa bij Harold López-Nussa
Latin was een paar jaar dun gezaaid op North Sea Jazz, maar is weer helemal terug! Onder meer met dit kwartet van pianist Harold López-Nussa en zijn broer Ruy op drums, die niet overal overtuigde in de solo's, maar in de begeleiding fantastisch functioneerde. (EW)
Justin Brown bij Nicole McCabe
Skills. Dat wisten we al, maar dat was het eerste steekhoudende woord dat opkwam toen we vijf minuten Justin Brown bij Nicole McCabe zagen. Alsof hij de muziek relaxed als een lekker vakantieboek zat mee te lezen terwijl hij supersmeuïg de nummers en solo’s van de Amerikaanse saxofoniste Nicole McCabe zat in te vullen. Leuke feitjes horen er ook bij: Nicole zelf speelde zaterdag mee met vibrafoniste Sasha Berliner. Ons eigen Jamie Peet speelde op 24 mei met haar in het Bimhuis. Nicole werkte ook met Louis Cole. En Justin Brown kennen we natuurlijk van Thundercat en Flying Lotus; twee legendarische namen die onder muzikanten direct groot ontzag oproepen.
Yoràn Vroom, Yariv Vroom, Fantison Araby O'Bryan-Mandinka bij Yoràn Vroom Group of Friends
Geloof het of niet, maar ook bij Yoràn Vroom Group Of Friends treffen we een EWI. En wel die van Itai Weissman. Wat is dit toch een heerlijke band om te zien. Vroom heerst op de drums, speelt erg originele muziek en legt breaks op plekken neer die blijven verbazen. Mijke Loeven, die het optreden aankondigde, zei het al: Yoràn is altijd enorm ‘in control’. Klopt als een bus. En hij lacht erbij alsof hij koekjes aan het bakken is. Die lach wordt nog groter als ie ziet dat z’n kinderen zijn gearriveerd. Tijdens de danssolo van Yailah Vroom gooit hij overigens een fill door de zaal waar je helemaal griezelig van wordt, zo goed. De hele ritmesectie lockt als een malle, met beregoeie grooves van Yariv Vroom en Fantison Araby O’Bryan-Mandinka op de percussie en bassist Nathaniel Klumperbeek. De laatste verdient trouwens een lintje voor zijn waanzinnig smeuïge sound. Een erg knap opgebouwde bassolo ook, met die heerlijk donkere B-snaar. Grote dank! (DdeW)
Terri Lyne Carrington’s New Standards
We spraken haar vorig jaar nog uitgebreid: over haar missie om vrouwen een groter podium binnen de jazz te bieden, het album New Standards Vol. 1, en haar boek met 101 lead sheets van vrouwelijke componisten. Als we de Madeira binnenlopen, regelt ze zelf nog even de soundcheck van de drums. Het sextet waarmee ze vandaag speelt, bestaat naast drums uit contrabas, piano, trompet, zang en wederom een danseres. Die laatste beweegt van meet af aan imposant op het lieflijke intro van vanavond. Carrington begeleidt gevarieerd, pikt gedecideerd pianoaccentjes mee en laat indrukwekkende, bijna militante press rolls en snelle crescendo’s horen. In het outro wordt behoorlijk duidelijk waarom ze tot de topdrummers van de wereld behoort. Bijzonder, want ze is niet iemand die heavy uitpakt omwille van effectbejag. Maar als ze haar elegante techniek loslaat op die set is ze een feest om naar te luisteren en kijken. A top woman. (DdeW)
Eric Harland bij Charles Lloyd Sky Quartet
Charles Lloyd is een ware saxofoonlegende van het eerste uur. Letterlijk, want de man werd geboren in 1938 en heeft welbeschouwd de hele geschiedenis van de jazz bewust meegemaakt. Drummer Eric Harland spraken we uitgebreid voor een interview. De zeldzaam sensibele en sensitieve drummer is op zijn beurt overigens ook een legende in his own right. De totale mastery en creativiteit die Lloyd hier neerzet doet geenszins vermoeden dat de man al 86 is. Z’n toon is warm als altijd en ook aan weirde shit ontbreekt het niet in de uitgesponnen soli. Al dit blazersgeweld wordt zorgvuldig opgepikt door twee mics: een grootmembraan voor de beker en een pencil gericht op het mondstuk. Harland is vrij; stuwt geniaal, en vormt een rotsvaste eenheid met pianist Jason Moran en contrabassist Larry Grenadier. Opvallend detail is het feit dat hij beschikt over twee hihats. Een ervan dient deels als kapstok voor een beatring. Weer zo’n concert waarbij je gewoon oprecht in je ziel geraakt wordt. Tijdens de contrabassolo huppelt en danst de hippe saxofonist als een kind. Als Harland een ballad speelt met afwisselend stokken en mallets, kan je ons wegdragen. Magisch om te zien hoe dit kwartet zo de harde essentie van geïmproviseerde muziek kan raken.
Willem van der Krabben en Steven Brezet bij Karsu
Het wachten op Karsu bleek behoorlijk de moeite waard. Wat een knaller van een show werd daar in 45 minuten neergezet! In zalen als Maas is het lastig fotograferen als de ritmesectie met Willem van der Krabben en Steven Brezet vrijwel de hele tijd in het donker zitten. Vooral jammer omdat die twee werkelijk de sterren van de hemel speelden in de super geoliede band. Vlijmscherpe arrangementen met bijbehorende fills en accenten in combinatie met een wervelende show zorgden voor geen moment verveling. Dankzij twee sporadische passen naar rechts van de saxofonist konden we Willem van der Krabben gevoelig maar scherp op de plaat vastleggen. (KJS)
Na een jaar afwezigheid boekte North Sea Jazz Hans Dulfer en zijn powerband Dulfer! Total Response gewoon wéér voor het Mississippi podium. Het lijkt wel alsof ieder lid van deze band continue op een missie is om ook de buitenste grenzen van de muziek neer te halen. Sting stond 100 meter verderop in de Nile te spelen. Die brom in zijn oor kwam gewoon van de bartitonsax van Koen Schouten. Als je iets gezien moét hebben...
Chris Maas bij Sting
Anderhalf uur voor de show ontmoeten we Chris Maas backstage bij de Nile. Hij is even in de gloria als wij hem het coole interview laten zien dat we vorige maand deden via Zoom en dat volgende week uitkomt! De tour gaat lekker en negen van de tien keer is Sting ook echt in the moment: Chris Maas: 'Als hij in the moment is, is ie blij en geeft ie alles. Zo niet, dan ook niet. Dominic Miller gebruikt straks voor het eerst z’n nieuwe pedalboard. Hij heeft blijkbaar nog geen idee hoe het ding precies werkt, maar fuck it. Het is een jazzfestival en daar mag alles.’
Sting zorgt in deze maiden voyage goed voor Maas: steunt hem ook echt als hij er expliciet om vraagt. Op zijn verzoek of Sting wat vaker oogcontact wilde maken, antwoordde hij daarentegen met een simpelweg ‘no’. Maar hij deed het vervolgens wel. Sommige darlings moeten worden gekilld: Hounds of Winter en zelfs Synchronicity 2 worden vaak geschrapt. Dat vindt Chris ook stom. Peter-Paul van Kouteren van Eich Amplification komt aangewandeld. Hij ontwikkelde voor Chris een drumkruk met een slimme subwoofer. Ook dat ding wordt hier zo voor het eerst getest. 'I hope it’s not gonna rip my spine out’. Met Sting en Miller gaat Chris zo nog even de eerste helft van de EK-finale kijken voordat de show begint. Het stagemanagement van de Nile heeft een tv geregeld.
Bij Message in a Bottle wordt direct helder dat Sting prima bij stem is. Maas continueert in dit eerste nummer het vuur van Stewart Copeland, met alle flams vandien, venijnige ‘Vinnieisms’ (bij deze een nieuw woord gemunt), en een eigen dikke Ludwigsound. If I Ever Lose My Faith in You: overigens in de oorspronkelijke toonsoort! Gitarist Dominic Miller heeft het, zoals Maas al meerdere malen liet weten, heel druk in deze gig. Geen keys: dus alle ballen qua akkoorden, harmonie, soli en hooks op de Britse gitarist. Every Little Thing She Does Is Magic nu. Ja, ook gewoon in de original key. Sting is niet alleen een begenadigd componist en zanger, maar uiteraard ook een extreem goede bassist. Steady, jazzy en hij bezit de zeldzame gave om simultaan te bassen en zingen. Dat is beduidend moeilijker dan gitaarspelen en zingen tegelijkertijd. Englishman in New York: in 1987 opgenomen door Manu Katché. Het drumintermezzo met de suggestie van een dubbelpedaal komt heel lekker uit de verf en het publiek waardeert dat. Dat de sopraansolo van Branford Marsalis ontbreekt, zij ze vergeven. Veel te duur om die alleen daarvoor uit te nodigen. Wel hadden we graag nog even die jazz uit die oorspronkelijke track gehoord, maar goed. Fields of Gold: de ultieme tranentrekker, waarvan Millers nylon gitaarsolo uit 1993 een absolute career changer voor hem zou gaan betekenen.
Maas is een anker. Het laatste wat we meemaken is een vrije interpretatie van When the World is Running Down. Nog altijd courant en met een waanzinnig mooie akkoordprogressie. Ondergetekende moet rennen om nog thuis bij vriendin en poesvolk te geraken. Veel dank aan iedereen binnen en buiten onze redactie en de zorgzame medewerkers van de persruimte. Tot volgend jaar. (DdeW)