Pieter Bast - albuminterview

Het volledige interview bij de recensie in SWK185

Muzieknieuws 17-12-2014 16:12

In Slagwerkkrant 185 (jan-feb 2015) lees je een ‘albuminterview’ met jazzdrummer Pieter Bast rond zijn eerste album onder eigen naam “Midnight Song” (Buzz Music Records). Hier op Slagwerkkrant Plus presenteren we het volledige interview, waarin Bast meer vertelt over zijn achtergronden als drummer en componist, en over de totstandkoming van het album.

door Bouke Bijlsma

Pieter Bast is vooral bekend als begeleider voor grote jazznamen; internationale als Kenny Wheeler, Charlie Mariano en Mike Mainieri; nationale als Eric Vloeimans, Paul van Kemenade en Marnix Busstra. En al had de in Frankrijk geboren drummer in de jaren tachtig al een eigen kwintet, het duurde tot eind dit jaar voor hij zijn debuut-cd als bandleider uitbracht.

Je hebt relatief lang gewacht met het uitbrengen van een album onder eigen naam. Waarom?
‘Daar zijn twee redenen voor geweest. De ene was factor tijd. Onder het motto “wegens succes uitgesteld”, was dat een goede reden om dit plan/idee iedere keer weer vooruit te schuiven maar de onderliggende reden was (eigenlijk) onzekerheid. Ik was bang dat het niet goed genoeg zou zijn, maar naar aanleiding van een Chinees gezegde wat ik ergens las: “Een eis van 1000 mijl begint met de eerste stap”, dacht ik: laten we maar eens aan die reis beginnen en we zien wel waar we terecht komen.’

Wat zijn voorbeelden qua drumspel, qua bandsound, qua compositie?
‘Mijn grote voorbeelden toen ik begon met drummen waren Billy Hart, Tony Williams, Jack DeJohnette, Art Blakey, Elvin Jones en Steve Gadd, maar die lijst is in de loop der jaren flink uitgebreid met, bijvoorbeeld, Terry Lyne Carrington, Martijn Vink, Bill Steward, Jeff Hamilton en Paul Motion. Heel divers en super interessant om te horen hoe iedereen op zijn eigen manier zijn muziek interpreteert.
‘Wat betreft bandsound vind ik de cd’s van John Scofield zeer inspirerend. Luister maar eens naar de cd Groove Elation. Prachtig, die klank van de koperblazers en hun bijdrage aan het totaal. En op de cd Up All Night hoor je fantastische voorbeelden van hoe elektronica een aanvulling kan zijn op de muziek. Ook de cd’s van Jack DeJohnette met Keith Jarreth en met zijn eigen projecten (luister maar naar de live dubbel-cd Parellel Realities van Metheny, DeJohnette, Hancock & Holland) en Joshua Redman  (Elastic) zijn belangrijke inspiratiebronnen geweest. En wie natuurlijk zeker niet aan dit lijstje mag ontbreken is Wayne Shorter. Check bijvoorbeeld eens Alegria, maar ook zijn eerdere werk met Herbie Hancock’s V.S.O.P. Quintet, Art Blakey en zijn samenwerking met Joe Zawinul in Weather Report (Heavy Weather) zijn baanbrekend geweest.
‘Wat betreft compositie zijn mijn voorbeelden ook de in het vorige blok vermelde musici omdat compositie en bandsound toch wel vaak in elkaars verlengde liggen, aangevuld met componisten/musici als Kenny Wheeler en Jan Garbarek. Behalve dat er een bepaald soort energie in een stuk moet zitten vind ik lyriek & emotie ook belangrijke elementen.’

Heb je behalve de duidelijke jazzrichting (zowel drumspel als compositie) ook een neiging naar pop e.a.? Dat denk ik soms wel te horen …..
‘Toen ik jong was, werd er bij ons thuis veel geluisterd naar muziek van het label Motown, bijvoorbeeld The Jackson 5, The Temptations, Diana Ross en Stevie Wonder, maar ik luisterde zelf ook veel naar Earth Wind & Fire, The Police, Santana, Blood Sweat & Tears, Joe Jackson, Phil Collins en Joni Mitchell (luister maar eens naar het album Mingus uit 1979)’

De eigen stukken zijn naar mijn smaak ijzersterk; is dat zelf componeren nieuw of heb je bergen nummers liggen?
‘Dat componeren is begonnen toen ik op het conservatorium in Amsterdam zat en ensemblelessen kreeg van Arnold Dooyeweerd. Iedereen was verplicht om een eigen stuk te schrijven, en ook ik moest eraan geloven. Dat was wel even zweten, maar terwijl ik de hond van vrienden van mij aan het uitlaten was, kwam er een melodietje in mij op, dat ik toen ik thuiskwam meteen heb opgeschreven, en daar was dan toch het eerste stuk geboren: Basta Nova. Dat stuk hebben we later nog gespeeld voor het radioprogramma Tros Session op een presentatieavond van het Sweelinck Conservatorium. Vanaf die tijd ben ik ideeën op blijven schrijven, en sommige daarvan werkte ik dan uit tot een stuk. Wat in die tijd, op het conservatorium, wel heel erg geholpen heeft voor later bij het componeren, waren de contrapuntlessen van Misha Mengelberg. Je moest dan, volgens bepaalde regels, een melodie, en later, een melodie met een tegenstem schrijven. Die oefeningen moest je dan aan Misha laten zien, en ik werd in het begin toch regelmatig teruggestuurd met de mededeling “dat mijn melodie meer op een waslijn leek en dat dat niet de bedoeling was. Er moest toch wel een bepaalde spanning worden opgebouwd.” Die opmerking is mij altijd bijgebleven.’

De drums springen er in het bandgeluid niet nadrukkelijk uit qua volume en dominantie in de partijen; is dat een bewuste keuze?
‘Ja, ik ben toch een drummer die het totaalgeluid van een band heel belangrijk vind en niet iemand die zich koste wat kost op de voorgrond wil plaatsen. Ik speel heel intuïtief vanuit wat ik om mij heen hoor. Dat is mijn inspiratiebron waarop ik mijn manier van spelen baseer. Voor mij is muziek maken een communicatiemiddel waarbij elkaar de ruimte geven (om te kunnen zeggen wat je wilt) heel belangrijk is om, gezamenlijk, tot iets moois te komen.’

Hoe zijn de drums opgenomen, technisch, en vanuit welke klankvisie?
‘We hebben de drums heel naturel opgenomen: 2 overheads, micro’s voor bassdrum/tom/floor/snare & hihat, om een zo’n akoestisch mogelijk geluid te hebben. De klankvisie was om een warm, helder geluid te hebben wat lekker in de band lag, maar niet te ver weg, zodat je toch de energie blijft voelen waarmee de stukken zijn gespeeld.’

Wat zijn naast deze eigen formatie – is dit eigenlijk een vaste formatie die ook zo gaat touren rond deze release? – andere vaste dingen om brood op de plank te krijgen? Bands, lesgeven, studiowerk?
‘Behalve dit eigen kwintet, waar we nu, rondom de cd release, een aantal concerten mee hebben gedaan en hopelijk in mei/juni 2015 nog op een aantal festivals te horen zullen zijn, speel ik dit seizoen ook nog met de volgende groepen:
Het Paul van Kemenade Quintet. We gaan van 23 november tot en met 9 december op tournee naar Zuid Afrika en Botswana met het Soul Afrique project. Dat is een samenwerkingsverband tussen het kwintet en drie Zuid Afrikaanse musici ( Feya Faku tpt, Sidney Mnisi t-sax en Louis Mhlangagitaar) dat al 20 jaar regelmatig met elkaar speelt.
De Marnix Busstra Band, waarmee we net een paar weken geleden een nieuwe cd hebben opgenomen in de Sandlane Studio met Rembrandt Frerichsop piano Rembrandt Frerichs, Arnold DooyeweerdArnold Dooyeweerd op bas en Marnix Busstranatuurlijk Marnix op gitaar. Heel speels clubje!
De Jasper Somsen Group en aanverwante projecten van Jasper, waaronder, begin maart 2015, een project met Bob Sheppard.
De Guus Tangelder Big Band waarmee we iedere maand in Arnhem en omgeving een aantal concerten hebben met wisselend repertoire en “Special Guest”
Als invaller (voor Marcel Serierse) regelmatig te gast bij Equinox, een supertof kwintet uit Den Haag. Totaal iets anders maar heel leuk om te doen.
Als docent geef ik les aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel (drums, techniek & ensemble); Factorium Tilburg (slagwerk, jazzensemble & bandcoaching) en de Regionale Muziekschool ’s-Hertogenbosch

https://www.pieterbast.nl/

De albumrecensie + een verkorte weergave van dit interview lees je in Slagwerkkrant 185 (jan-feb 2015)

 

zoeken
zoeken