Zijn de drummers ooit zó goed geweest op North Sea Jazz?

Dag 1: Justin Faulkner, Sheila E, Dirk Peter Kölsch, Terri Lyne Carrington, Jaylen Petinaud, Gene Jackson, Femi Koleoso, Sun-Mi Hong en Ludvig Søndergaard

Muzieknieuws 12-07-2025 08:27

Met Slagwerkkrant cruisen we ieder jaar langs de 18 zalen van North Sea Jazz. We hebben er drummers zien komen en gaan, van Art Blakey en Buddy Rich tot Dave Weckl en Vinnie Colaiuta. Op dit festival kan je elk jaar met eigen ogen zien hoe de 'art of drumming' zich ontwikkelt. In deze 2025-editie zagen we opnieuw drumpareltjes voorbij komen. Lees de treffende beschrijvingen door Dick de Waal.

Herbie Hancock met drummer Jaylen Petinaud bijvoorbeeld (foto boven, door Eric van Nieuwland). Het interview met Petinaud volgt deze nazomer. Vanavond zijn we getuige van een geweldig hoofdstuk uit de muziekgeschiedenis in de Amazon, bij uitstek de grote zaal met de meest prettige akoestiek op North Sea, gedeeld met de Hudson.

Hancock, zonder meer één van de laatste der mohikanen die aan de kribbe stonden van de jazz uit de jaren ‘60, is springlevend. De 26-jarige Petinaud is dolblij met deze gig. ‘Butterfly’ is de opener: hoe laidback. Maar niet lang: trompettist Terence Blanchard speelt namelijk een solo waarmee de toon voor de rest van de set is gezet: vol vooruit en adembenemend krachtig; James Genus legt baslijntjes neer die excelleren in de kunst van de korte nootjes zoals ook in de jaren ‘90 bij The Brecker Brothers; gitarist Lionel Loueke is sowieso een van de meest originele gitaristen ooit (Petinaud moest serieus werk steken in het doorgronden van diens frasering en time).

Petinaud opent met Genus het stuk Actual Proof van The Headhunters. De energie die hier van het podium blaast is ongelofelijk. Alle timewetten vliegen bij tijd en wijle het raam uit en wat overblijft is creativiteit in z’n meest oorspronkelijke vorm. Swingen doet het eveneens: als een trein. De benjamin in het gezelschap, Petinaud, groovet dat het een aard heeft: z’n techniek, sound en virtuositeit doen heel sterk denken aan Rodney Holmes. Het Wayne Shorter stuk ‘Footprint’ pakken we nog mee, in een briljant arrangement van Blanchard. De funkiness en souplesse, klein en groot, in alles hier is weergaloos: draag ons maar weg.

Vlijmscherp en vinnig 
In de Nile wordt flink uitgepakt met Sheila E. and The E-Train featuring Pete Escovedo. Vlijmscherp en vinnig scheurt de nog altijd hippe E. op drums door het synth-heavy fusioneske intro. De ruimte die hier wordt gepakt voor opbouw in vooral de toetsensoli is prachtig. Bij iedere overgang beweegt Escovedo intens mee met smaakvolle variaties: half-time, double-time, no shit indrukwekkende fills en een dosis polyritmiek om eng van te worden. Wat een fenomenale bandleider is dit eigenlijk.

De band uit de Bay Area brengt een versie van Oakland Stroke die, hoe kan het anders, akelig dichtbij Tower of Power zelf ligt, maar dan met heel erg veel trommelgekletter erbij. Hoe cool was het geweest om hier live blazers bij te zien; die komen nu uit de keys. Deze bassist levert hierbij wel een sound waar zowel Rocco Prestia als onze eigen Marc van Wageningen super blij van zou zijn geworden: lieve hemel. Een korte zevenkwarts Yellow Submarine volgt: wow, hoe verzin je dit? Over twee dagen wordt vader Pete Escovedo 90, maar hier staat ie als een enorme baas gewoon percussie te spelen, naast z’n dochter die zichtbaar geëmotioneerd is. Een feest van pure warmte en hartelijkheid. Erg lekker gezongen ook, Sheila. 


                                            Femi Koleoso - foto Eric van Nieuwland

Diepe tribale drums 

Al weken proberen we de Nigeriaanse drummer Femi Koleoso van Ezra Collective te bereiken. Helaas (nog) niet gelukt, maar hier is hij wel degelijk aanwezig en hoe. Dit is een regelrechte publiekstrekker: vandaar de Maas, met een waanzinnige publiekscapaciteit. Spatzuivere, soulvolle blazers en coole afrogrooves met een hoog dansgehalte. Voeg daar de diepe, tribale drums van Koleoso aan toe en je krijgt een menigte van duizenden mensen die dit gewoon enorm tof vinden. Dit kan je dus op ieder groot en hip festival neerzetten en mensen hebben de tijd van hun leven. Koleoso’s solo (snaren af) gaat erin als koek: niemand staat stil. De kracht van de herhaling en een persistente dreun zijn, naast de enorm slimme partyopbouw, alleszeggend.

Licht en vrolijk 
Dirk Peter Kölsch opent in de Missouri bij Martin Fondse Voice Orchestra. Zes vrouwen en vijf mannen op het podium. Indrukwekkende vocals met waanzinnig kleine intervallen daartussen: echt knap. Heerlijke muziek om het festival mee te starten. Lange instrumentale lijnen die soms ritmische modulaties suggereren. Magie? Dirk Peter drumt lekker licht en vrolijk, en gebruikt zowaar een strijkstok op een handxylofoontje: lachen. Fondse speelt zonder enige twijfel prachtig: misschien een leuk compliment van een drummer. Fijn die dwarsfluit en cello. Wat een enorm fijn en origineel totaalbeeld.

Vrijheid en variatie
Terri Lyne Carrington, bassist John Patitucci en pianist Danilo Perez spelen symfonische stukken van wijlen Weather Report saxofonist Wayne Shorter met het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Naar verluidt heeft hij een flinke stapel partijen voor kwartet & symfonie achtergelaten: big thanks daarvoor. Tineke Postma, een goede vriendin van Carrington, neemt veel saxpartijen waar en doet dat zoals altijd met verve. Zelden zo’n sprekende sopraantoon gehoord. In alle eerlijkheid en met complete bias: misschien toch echt iets gesoigneerder dan die van Shorter zelf. Tenorcollega Dayna Stephens geniet daar ook enorm van. Carrington zit center frontstage ingebouwd tussen Patitucci en een enorme batterij strijkers. Drumtechnisch is het eerste stuk ‘Forbidden Planet’ wellicht niet spectaculair maar compositorisch is het een openbaring . Spannend om Patitucci op vijf meter afstand te zien werken: die super focus is fascinerend. Bij ‘Orbit’ vindt Carrington ineens meer vrijheid, dynamiek en variatie. Je zal toch de Front of House moeten mixen bij zo’n project. Of, misschien erger nog, de monitormix van iedere muzikant.


Bizar heftige grooves en genadeloze fills
Gene Jackson
speelt bij pianist Rob van Bavel en bassist Joris Teepe. Deze drummer uit Philadephia speelde ooit ook bij Herbie Hancock en laat hier horen dat kleine zalen ook kunnen worden gevuld met schoonheid. Kleine schoonheid in triovorm, waarin je als je naast het podium op de grond zit, ieder denkbaar detail meepikt. Soms wordt er door hem nootjes gelezen, soms niet. We komen binnen bij een uiterst relaxte latinversie van Take the ‘A’ Train. Jackson draagt een coole witte zonnebril die niet had misstaan in Miami Vice. Gaaf dat Joris Teepe hier weer is: arguably de meest succesvolle Nederlandse jazzbassist in New York. Van Bavel doet heel gave sprongetjes en changes op de piano. De eerste tour met z’n drieën en gisteren al een plaat opgenomen: spannend. The Dutch Connection + 1 nu dus. Als Jackson de ruimte heeft, pakt hij die ontzettend lekker. Een klassieke 4-piece drumset sound met werkelijk als vanuit het complete niets ineens bizar heftige grooves en genadeloze fills. Benieuwd naar dit album.

 
Dynamiek met een grote D
Bij het Branford Marsalis Quartet vinden we al jaren de exceptioneel drummende Justin Faulkner. ‘The Assassin’ is z’n bijnaam. Vrij geestig als je weet hoe ontzettend vriendelijk deze man in het echt eigenlijk is. Zo drumt hij ook. Als beiden. Een ondersteunende slimme lieverd en af en toe een venijnige sluipschutter. Overduidelijk speelt het oor op dit podium een grote rol. De solo die Faulkner hier speelt behelst wellicht alles wat een rol zou moeten spelen qua drums in dit genre. Complete beheersing, anticiperend vermogen, dynamiek met een grote D en een flinke knipoog naar New Orleans (helder waarom).

De puntigheid en bedachtzaamheid waarmee Marsalis swingt is natuurlijk al decennialang van een niveau dat z’n weerga niet kent. Thema’s waarvan je in notenschrift zou denken ‘is dit het nou?’ en die in de uitvoering tot leven komen en een essentie omvatten die je tot tranen roert. Bijzonder om te horen hoe partituren in jazz vaak eigenlijk maar een lullige kapstok zijn, totdat je ze water geeft. Nootjes moet je laten leven.

De liefde voor muziek laat zich voor Slagwerkkrant op dit festival niet beperken door drums. Spelen in bandjes is voor veel stervelingen primair gezien een sociaal proces. Met veel talent en doorzettingsvermogen kun je daar als muzikant waanzinnig veel mee bereiken. Maar als liefhebber en luisteraar doe je ook ervaringen op die levensbepalend kunnen zijn. Je was erbij en hebt het gedeeld. Met je vrienden, geliefden en duizenden andere mensen met het hart op de goede plaats. Over 20 jaar hebben we het waarschijnlijk nog steeds over deze bassolo van Eric Revis. Of de toucher van pianist Joey Calderazzo. Leuke tip: lees ‘Ode to a Tenor Titan’, de bio over Michael Brecker, en lach je een slag in de rondte over hoe deze jonge Joey vroeger omging met de roem en hoe Mike hem leerde om mooie dames in het publiek op te pikken. Vooral niet in de pauze: dat gaat ten koste van de focus. Pas na de gig.


Sun-Mi Hong nam na afloop van haar concert de Paul Acket Award in ontvangst uit handen van de nieuwe North Sea Jazz-directeur Irene Peters.


De foto is van Eric van Nieuwland en Kevin Pasman schreef over het concert. 

Filmische sfeer
Sun-Mi Hong neemt vandaag de Paul Acket Award in ontvangst, maar voor het zover is, geeft ze met haar ijzersterke kwintet een fantastisch optreden weg in de Madeira. Alle muzikanten in haar kwintet kunnen uitstekend improviseren, maar het zijn misschien nog wel de composities die de meeste indruk maken. De sfeer is donker, maar meer nachtelijk dan duister. Bassist Alessandro Fongaro en pianiste Chaerin Im creëren hier en daar een basis die aan de composities van Christian Vander doen denken, maar dan met een een ander instrumentarium en veel minder benauwend. In plaats daarvan creëert Sun-Mi Hong een bijna filmische sfeer die mij als luisteraar meteen weg wist te voeren. Voor haar drumwerk leek ze de missie te hebben om niet té stevig te zijn. Met uitzondering van haar drumsolo aan het einde van de set, die door het uitgebreide tomwerk klinkt als een kudde gnoes die van een berg af dendert, lijkt ze na iedere harde klap het volume terug te schroeven. Maar dat wordt nergens storend. Trompettist Alistair Payne en saxofonist Nicolò Ricci lijken een soort dynamische frontmannenrol te vervullen zonder daar een woord bij te spreken. Hun partijen zijn ook buitengewoon interessant.

 

Vidoefragment: Chaerin Im Trio met Ludvig Søndergaard op drums. Dit trio speelde voor het eerst het concert waarin ze hun album Midnight Resets presenteren. De in Nederland gevestigde pianiste Chaerin Im speelt met drummer Ludvig Søndergaard, die ook een deel van de composities voor rekening neemt. Vanaf de eerste noot stuwt hij het trio met puntig spel, stuwend en inventief.

 

zoeken
zoeken