Michael Schack Azië-tourverslag

Demotour Asia 2002 - Een nieuwe hype

On Stage 01-10-2002 17:12

Vorig jaar, zomer 2001, demonstreerde Michael Schack voor de eerste maal de Roland V-Drums in Azië. De toer die Roland toen organiseerde bracht hem samen met de Engelse gitarist Nick Cooper in Japan, Thailand en Taiwan.

Michael Schack's exclusieve verslag - in eigen woorden - lees je hieronder:

Een ongelooflijke belevenis: overal super vriendelijke en behulpzame mensen, heel veel belangstelling en ondanks de soms nodige gebarentaal perfekte communicatie met het enthousiaste publiek.

Ik sprong dan ook een gat in de lucht toen ik na de afgelopen Frankfurter Messe hoorde dat er weer een toer in de lucht hing, ditmaal met de Duitse Roland gitaardemonstrator Gundy Keller en richting Korea, China, Indonesië en Taiwan.

Maar deze keer niet met de KLM, wel met Luftwaffe... Maar goed, wij dus na een hoop voorbereidende stress, repetities en gewapend met een speciaal visum voor Indonesië richting Frankfurt luchthaven en de lucht in.

Een groot voordeel van zulke democoncerten: ik moet enkel mijn dubbelpedaal, stokken, kledij en verse sokken meenemen, want de V-Drums zien er uiteraard overal hetzelfde uit.

Dus gewoon inladen die geheugenkaarten, pads en V-cymbals afstellen, soundchecken, opwarmen en spelen (in mijn geval soms ook rammen).

En niet zoals in de Benelux voor doorgaans 70 tot 250 mensen, neen, minstens een paar honderdtal tot meer dan duizend... Echt spannend!

We hadden voor deze SoundParty 2002 Tour in het totaal 25 muziekstukken voorbereid die we samen speelden en daarnaast nog een serieuze reserve aan individuele demosongs. We moesten dan ook een heleboel nieuwe produkten laten horen. En hoewel onze eerste stop Seoul zou zijn, begin juni en dus middenin de Koreaanse voetbalgekte, geen noot voetbalmuziek...

We waren nog niet goed en wel geland of het was al voetbal wat de klok sloeg : zelfs in de Koreaanse taxi’s kon je voetbal kijken. Tegenwoordig is een kleine DVD speler en TV-monitor daar even belangrijk als de taximeter. Maar gelukkig heb ik niet rondrijdend en betalend naar België-Japan moeten kijken.

Zuid-Korea
Zuid-Korea, en zeker Seoul dan, is één en al GSM-golven en... gitaren. Daar stond ik dan met mijn V-Drums, maar we hadden gelukkig ook wat TrashMetal voorbeelden te geven. De lokale Roland distributeur had getracht om evenveel drummers als gitaristen bij elkaar te krijgen, maar ik denk dat enkele gitaristen zich voor drummers hadden uitgegeven. Tja, wat die mensen al niet doen om ergens bij te horen...

Maar Jungle, Drum’nBass en alternatievere genres zijn in Korea nog ver weg. New Metal, Karaoke en het door hen zeer gesmaakte “EuroDance” daarentegen zijn “in”. En als je dan vraagt wat ze onder EuroDance juist verstaan, dan blijken daar naast bekende Europese DJ-namen ook Anastacia en Roxette bij te horen. Het zal wel aan mijn vraag gelegen hebben.

aar wie je daar uiteraard wel tegen de muur ziet hangen: de Zildjian endorsers. Ook Dave Weckl. Maar ze weten wel dat onze drummende kapper ondertussen naar Sabian is gegaan. Ze hebben in Zuid-Korea immers een heel goed gemaakt en veel gelezen muziektijdschrift.

En Kozmoz Muziek, de grootste muziekhandel in Seoul, neemt een volledig 8 verdiepingen tellend flatgebouw in. Die droom is voor de nog onder een strak communistisch bewind levende Noordkoreanen héél ver weg...

China
Op naar China dan. Zondermeer een gehoopt hoogtepunt: tien jaar geleden nog ontoegankelijk voor het Westen, nu de snelst groeiende markteconomie ter wereld. En onlangs geliberaliseerd. Sindsdien plant elke grote instrumentenfabrikant er één of andere fabriek neer. Uiteraard in de eerste plaats omdat de lonen in China lager zijn, maar ook omdat de Chinezen echt van aanpakken weten. En ze zijn met veel!

Na de wat benepen demozaal in Korea werden we in Shangai als het ware in het meest ontspannende bubbelbad gegooid omringd door de mooiste vrouwen: de Ark club bleek een splinternieuwe, technisch super goed voorziene live muziekclub te zijn met plaats voor een kleine 1000 mensen.

Her en der in de prachtige splinternieuwe uitgaansbuurt rondom hingen posters van ons democoncert, tijdens de soundcheck stonden mensen al aan te schuiven.
Neen, dit zou de échte start van de toer worden en het water stond ons serieus in de mond. Goeie klank, tolk “Happy” Y. Zhang die zichzelf naar moderne Chinese gewoonte liever met zijn aangenomen Engelstalige voornaam laat aanspreken en een superploeg die ons echt in de watten legde, de koude MacDonald’s frieten en Fishburger niet in beschouwing genomen.

En het was raak vanaf de eerste noot: ons openingsnummer werd beantwoord met een luid applaus en menig Chinees hoera-geroep waar Michael Jackson tegenwoordig enkel van kan dromen. En dat voor een publiek vol muzikanten.

Mister Happy kreeg gelijk: in China is muziek maken na GSM en e-mail inderdaad de nieuwe hype en het jonge muzikale volk is daar super enthousiast over. De jonge Chinese muzikanten trokken weliswaar rare gezichten toen ik mijn Jungle demo speelde, maar stelden achteraf zoveel vragen over wat ik had gespeeld en vanwaar die stijl dan wel komt dat ik me in een waar FBI kruisverhoor waande. En of er Chinees talent op komst is: ze hebben zoveel respect voor hun traditie, ook kwa slagwerk, maar zijn tegelijkertijd tien maal leergieriger dan wij “luie” Europeanen.

Maar tegelijkertijd beseffen ze ook wel dat de taalbarrière hen parten zal spelen: je kan nu eenmaal niet echt makkelijk internationaal carrière maken als je absoluut geen of veel te weinig Engels kent. Maar in een snel veranderende, hippe en écht supermodern wordende stad als Shangai merk je dat er héél wat muzikale grenzen gaan verlegd worden.

Net zoals eind jaren tachtig New Beat en de opkomende Dance muziek onze dagelijkse muziekbeleving en aanverwante business en instrumentenmarkt zo ingrijpend hebben veranderd. En als je er dan nog bij bedenkt dat de Chinezen met enkele miljarden zijn en wij Europeanen met nog niet de helft... Over een afzetmarkt gesproken.

Shangai versus Peking
Het zichtbare contrast tussen het hippe Shangai en het traditionelere, nog wat communistisch uitziende Beijing (Peking) werd tot in ons derde concert doorgetrokken.

Deze keer zaten we in een wat oud koloniaal uitziende grote zaal van het PolyTheatre, dat bij ons zou kunnen doorgaan als een grote evenementenzaal van een gerenoveerd hotel.

Niet zo Rock’nRoll als Shangai dus, ook kwa publiek, ondanks de HipHop oversized Jeansbroeken en Nike petten. Maar na afloop toch weer dezelfde vaststelling: heel veel muzikanten die sparen voor het nieuwste drum-, gitaar- of DJ instrument, daar hopelijk snel wat geld mee willen verdienen in een lokale coverband of een nieuwe hit scorende act en dan zo snel mogelijk toch “duur” verder studeren aan het PIT of een Europese drumschool. Maar het is niet denkbeeldig dat één of andere reeds in China wonende Europeaan of Amerikaan er een afdeling van opstart.

Dus als je als lesgever wil scoren, China is the place to be: een Westers uitziend muzikant van een hoger niveau komt er met een nieuwe school gegarandeerd makkelijk aan de bak. Zeker als je snel een mondje Chinees zou kunnen praten... Of rappen: Chinese HipHop bestaat en klinkt even up to date als de Franse of Amerikaanse produkties.

Tijdens een lange babbel achteraf voegde een lokale en mooi Engels sprekende succesvolle producer wel nog volgende gedachte toe: “een ervaren Westeuropese drummer zou hier ook mogelijk als producer ongelooflijk aan de bak kunnen komen, maar speltechnisch snel worden voorbijgestoken door zijn beste, leergierige en supergemotiveerde leerling.

Inzet en werkkracht is voor de Chinees geen enkel probleem, dat communistische trekje zit er bij elk van ons nog serieus in. Maar het gevaar van de snelle verwestering is dat eenieder ook te snel zichzelf in the picture zal willen stellen en vooral alles voor zichzelf wil houden. Dus of er dan ook goede Chinese drumleraars zullen zijn...”

Tip: als je vandaag nog wil vertrekken, zorg zeker eerst voor een visum. Je komt er anders niet in. Idem dito voor Indonesië trouwens.

Indonesië
De Franse en Argentijnse voetballers waren reeds op weg naar huis toen wij in heet Jakarta aankwamen. Tussen de modernste hotels en flatgebouwen zie je hier de meest gure en rommelig uitziende winkeltjes met golfplaten daken en talloze rokende brommers. Maar ook hier weer een hippe, veel bezochte Live Music Club, voorzien van een moderne P.A., een professionele lichtinstallatie, een groot projectiescherm en talloze TV-monitors waarop voetbal en Roland Demo broederlijk samengaan...

En volk, veel volk. Tot zelfs een heuse pers- en TV-ploeg toe. We wisten even niet waar we het hadden toen bleek dat de TV-interviewster onze bio’s van buiten kende. Ze vroeg zelfs wat over drummen bij Clouseau. Hopelijk wist ze na het bijwonen van de demo ook iets meer over drummen op Roland...

De TD-6 drumkit waar ik tijdens de show op had gespeeld werd na de laatste slag prompt in krantenpapier ingepakt en met snelbinders op een brommer gebonden. De koper, voorlopig nog kelner in een vakantiedorp, moest die avond nog de nachtboot naar Bali halen. Hij werkte voor zijn vliegticket en schoolgeld om drums te gaan studeren in het Australische Sidney. Had hij dan geen akoestische set, vroeg ik hem. Paulus, de lokale tolk, sprong hem bij en vertelde dat vele jonge drummers droomden van een carrière als die van Virgil Donati of een vaste stek in één van de snel opkomende Drum’nBass of Jungle groepjes. Want in Indonesië, en dan zeker in steden als Jakarta en Bandung, is Jungle en experimentelere moderne dansmuziek wel hip.

Net voor ons speelde er die avond een voor Roland Indonesië demonstrerende toetsenist die samen met zijn net in Sidney afgestudeerde drummer één van de beste live gespeelde duo TripDrum’nBass miniconcerten gaf die ik ooit heb gezien.

De drummer vertelde me dat hij met zijn elektronische TD-8 ook meer werk had dan met zijn akoestische kit. “In Karoke restaurants en Coverclubs ?” vroeg ik hem. “No, live music festivals and parties!” Terug in het hotel stond er in de inkomhal zowaar een Indonesisch kwartet Gipsy Kings covers te spelen. Heel wat beter dan dat eindeloze Kenny G.-achtige saxofoongezaag dat je in elke Aziatische lift of hotellobby moet ondergaan...

Taiwan
De volgende ochtend op naar Taiwan, het Californië van Azië : in elke stad om de kilometer een MacDonald’s, Amerikaans uitziende Ford Mondeo’s, voornamen als Austin, Julia en Dennis, overal software en een niet onaardig aantal instrumentenwinkels. “Made in Taiwan” maakt hier wél een goeie indruk, want ze zijn trots op hun industrie.

In dit land maken ze alles, tot met TV-schermpjes uitgeruste armbanden die allerhande bijna in Dolby Surround klinkende muziekjes genereren als er ook nog eens op gebeld wordt.

Tja, Azië en zeker Taiwan zijn weliswaar high tech, maar het simpelste Finse Nokia telefoontje dat bij ons al voor “oud model” doorgaat is nu een hebbeding. Less is More ?

Roland Taiwan had drie concerten geregeld, inclusief een heuse toerploeg-met-truck die ’s nachts de backline, licht en video-installatie van de ene naar de andere zaal reden. Superprofessioneel en super goed georganiseerd.

De marketing campagne was twee maanden voordien losgebarsten en de zalen zaten inderdaad bomvol. Vooral de demo in de zaal van het filmuseum in Shinju zal ons bijblijven: we speelden er echt tussen de oude filmprojectoren en in een ongelooflijk goeie akoestiek en waanden ons even in een mooie Art Nouveau concertzaal middenin één of andere Europese lichtstad.

Maar eenmaal buiten duidelijk Taiwan dus. Waar de jonge gitaristen en drummers als het ware naast de Pearl en Ibanez fabrieken wonen en gewapend met gigbags en scooter tussen het drukke verkeer door snorren. En waar je in de CD winkels (ze hebben er ook Fnac!) naast de lokale artiesten evenveel en net dezelfde “Westerse” releases ziet liggen als bij ons. Maar dan wel bijna de helft goedkoper. Dus evenveel muzikanten als hier die naar Korn, Limp Bizkit of in het beste geval de laatste John Scofield luisteren.

’s Avonds wel terug met beide voeten op de grond met een afgelezen “I Will Survive” of “Quando Quando”. Ja, er is muzikale én economische crisis in Taiwan: vele restaurants en live muziekclubs hebben het jongste jaar de deuren moeten sluiten. Vele tot voor kort succesvolle coverbands zitten nu zonder werk.

Ook twee clubs waar ik vorig jaar nog een demo speelde, een live club in Kaoshiung en het Hard Rock Café in Taipei, zijn dicht. En dat laat zich nu ook in de muziekhandel voelen: muzikanten blijven langer op hetzelfde instrument spelen en sparen liever voor iets elektronisch.

Ook de drummers: in de nog geopende clubs staat meestal een volledige backline ter beschikking, vandaar ook de in vergelijking met China of Indonesië meer getoonde belangstelling voor de kleine SP-505 sampler bijvoorbeeld...

In ieder geval mag je één ding al zeker vergeten: je wordt noch in de Koreaanse, noch in de Indonesische, Chinese of Taiwanese grootsteden overstelpt met traditionele muziek, laat staan cultuurrijk slagwerk. Het is meestal één en al Westerse uitgangsmuziek, van oubollig eindeloos gecover en platte instrumentale “elevator Jazz” tot wat hippere Chinese HipHop of Indonesische Jungle.

Maar vooral in China en Indonesië staan de muzikantenoren en –ogen wijd open voor wat nieuw en uit het Westen komt: ze filmen, bestuderen en kopiëren alles om er dan hopelijk binnenkort hopelijk grensverleggende eigen dingen mee te gaan doen.

En ook opvallend: er wordt niet teveel gekankerd over drumtradities die moeten gerespecteerd worden en nog minder gezanikt over de 28 rudiments...

De jonge drummer uit Shangai, Taipei of Jakarta kopieert ook CD’s, kijkt ook naar de nieuwste drumvideo’s maar heeft geen geld en tijd voor eindeloos palaveren met zijn Amerikaanse of Europese leraar over de “officiële” goedgekeurde paradiddles en boeken. Hij heeft vooral zijn gezonde, Oosterse oren en discipline om invloeden te ondergaan en naar zijn hand te zetten.

Aan de negatieve bijklank van de vooral in China bijvoorbeeld op gang zijnde “Westerse Cultuurschok” heeft hij lak: hij steelt en kopieert alles om te leren. En hopelijk kan hij er dan zoveel ziel en persoonlijkheid bovenop gooien opdat wij ook ooit naar hem zullen willen luisteren. Tja, hun wil is nog altijd groter dan die van ons...

En als het hem of haar dan ooit lukt om hier voor ons op te treden wacht hem bijna zeker hetzelfde als wat mij na de terugvlucht overkwam: een staking van het treinverkeer in Duitsland, weerspannige luchtverkeersleiders in Frankrijk en Spanje, de M’Kids en Jody Bernal op de radio... Terug thuis.
zoeken
zoeken