Explosieve drumclinic Kenny Aronoff bij Adams Drumworld

On Stage 11-08-2005 10:30

Op 9 augustus 2005 had Nederlands grootste drumshop Adams Drumworld in Ittervoort wederom een beroemde drummer gestrikt voor een exclusieve clinic: Kenny Aronoff. Ruim drie uur lang gaf Aronoff een bijzonder onderhoudende en uiterst explosieve clinic die bovendien erg leerzaam bleek. In één woord: fantastisch!

Kenny Aronoff is een professional met zeer veel ervaring. Hij heeft de afgelopen vijftien jaar meer dan 300 albums opgenomen, en neemt op één dag soms wel negen nummers voor drie of vier verschillende artiesten op, naast het intensieve toeren en de talloze liveshows. De reden waarom hij zo'n veelgevraagde sessiedrummer is, werd glashelder tijdens deze clinic.

Aronoff is één van de weinige drummers die een echte muzikant zijn in de zin dat hij zich altijd afvraagt wat het liedje, wat de muziek nodig heeft. Geschoold als klassiek slagwerker, heeft Aronoff erg veel techniek in huis maar slaagt hij erin om dat niet ten koste van de song te laten gaan en hij speelt eenvoudig als dat beter bij de muziek past.

Sterker nog, de uitstekende rockdrummer speelt altijd zulke goedgekozen drumpartijen die ook nog eens bedrieglijk eenvoudig klinken, dat je gemakkelijk vergeet hoe goedgekozen ze eigenlijk zijn. Aronoff begon zijn clinic door het belang te onderstrepen van het luisteren naar de andere instrumenten en naar het liedje. De drummer verklaarde
”Als mensen beginnen met drummen, dan beginnen ze meestal klein, met een snare, bass en hi-hat. Naarmate je verder komt, wil je steeds meer. Dus je drumkit groeit en groeit. Hetzelfde gebeurde bij mij. Totdat ik op het punt kwam waar ik me weer op de muziek ging richten. Nu vraag ik me altijd af: 'Om wat voor drums vraagt de muziek? Hoe kan ik het nummer ondersteunen?' Sindsdien probeer ik bijna als een producer te werken, en niet alleen als een drummer. Ik moest weer leren om simpel te spelen. Dat kostte me twee jaar, ik moest alle techniek weer vergeten.”

Als Aronoff voor een studio-opname gevraagd wordt, moet hij vaak over zijn eigen drums heen spelen, dat wil zeggen: een producer neemt een eerdere opname, filtert daar Kenny’s drumgeluiden uit als sample en maakt daarmee een ruwe schets van de ritmes die hij in gedachten heeft. Vervolgens is het aan Kenny om dan alles met het juiste gevoel voor het nummer in kwestie te spelen:

”Het is alsof ik een acteur ben en de muziek is de film. Ik oefen ook altijd ieder deel van het nummer, zelfs de eenvoudige stukken, voordat ik ga opnemen. Zoals een acteur in zijn rol moet groeien, probeer ik in het nummer te komen.”

Het moeilijkst is echter om de drums apart van de rest op te nemen en dan toch te klinken alsof je samenspeelt met anderen, zo vindt Aronoff:

”Als je alleen in de studio speelt, is er niemand die je volgt of waarmee interactie is. Ik heb echter met zoveel mensen gespeeld dat ik me dat zonder moeite voorstel dat ik met anderen samenspeel. De magie van muziek blijft uiteindelijk het samen spelen.”

Herhaaldelijk benadrukte de drummer hoe belangrijk het is om bij het maken van muziek te luisteren naar de andere instrumenten het het totaalgeluid:

”Als ik een studio binnenkom, probeer ik te denken aan de sound. De geluidsfrequenties zijn net kleuren. Mijn favoriete snaredrum, met een koperen ketel, wordt het meest gebruikt omdat het palet zo rijk is. Heeft een studio een heldere ruimte? Dan kies ik vaak voor bekkens die wat donkerder klinken en stem ik mijn trommels wat lager, zodat de frequenties niet in de weg zitten met die van de gitaren.”

Tussen alle gesproken adviezen door illustreerde Kenny zijn verhaal door nummers te spelen die hij opnam met Tony Iommi & Glenn Hughes, Alanis Morisette, Alice Cooper (“Ken je Alice Cooper? Hij hakt hoofden af”), Melissa Etheridge, Avril Lavigne, John Fogerty, John Mellencamp, Jon Bon Jovi en een track van het Buddy Rich Tribute album.

Ondanks Aronoff’s grote bewegingen en zwaaiende armen, is zijn timing net zo precies als een atoomklok. Hij speelt altijd swingend en groovend op zijn drumkruk maar zorgt er wel voor de trommels op correcte wijze te raken. De drummer legde uit:

”Ik speel met heel mijn lichaam, maar laat de drumsticks het werk doen. Die houd ik losjes vast, vooral niet verkramt! Ik ben net een golfer die zijn hele lichaam erin gooit.”

Tijdens de clinic speelde Aronoff oorverdovend hard en bijzonder explosief, maar bewees ook om ingetogen te kunnen spelen, met veel dynamiek. Zelfs voor een dromsolo in een ballad draait hij zijn hand niet om. Of juist wel, als traditional grip beter past.

Gedurende zijn leerzame clinic bleef Kenny Aronoff het belang onderstrepen van de basiselementen beat, time en groove. Hij maakte duidelijk hoe twee kleine hihatnoten een compleet nummer kunnen veranderen van karakter. Aronoff:

"Als je de beat verandert, verander je de song. De beat is het allerbelangrijkst. Als tweede komt timing: je moet de groove voelen voordat je start, zodat je vanaf het allereerste moment raak zit. Het mag niet vier tellen duren voordat je de juiste timing te pakken hebt, die moet vanaf het begin al goed zijn. Alle nuances samen vormen de groove. Het is de persoonlijkheid waarmee je speelt. Die drie elementen, beat, time en groove, vormen de basis van alles."

Aronoff leek niet te stoppen, terwijl hij vragen beantwoordde over de omgekeerde volgorde waarin zijn toms hangen, uitlegde dat hard werken slechts een middel is om ergens te komen, zijn passie voor drums liet horen in een wervelende drumsolo en enkele fantastische anekdotes uit zijn ontelbare studiosessie oprakelde.

Als Kenny Aronoff op een dag in de tekenfilmserie South Park belandt, zullen Stan, Kyle en Cartman ongetwijfeld hun beroemde uitspraak moeten wijzigen in “Oh my god, Kenny killed them all!”, want Kenny is inderdaad een killer drummer die zonder uitzondering iedereen wist te overtuigen deze clinic.

zoeken
zoeken