De vibe van Jungle By Night

Video en extra's bij het artikel in Slagwerkkrant 184

Slagwerkkrant Plus 19-10-2014 06:10

Op 9 november 2014 is de slagwerksectie van Jungle By Night, bestaande uit de broers Sonny en Gino Groeneveld en hun neef Tienson Smeets, te zien op het mede door Slagwerkkrant georganiseerde workshopfestival Aan De Slag in Eindhoven, onderdeel van Tromp Percussion. In Slagwerkkrant 184, november-december 2014, een interview met het drietal. Hier vind je de videoclips en concertopnames, met toelichting en nog veel meer interviewquotes.

Natuurlijk kun je ook naar de muziek van Jungle By Night luisteren als je over ze leest in Slagwerkkrant 2014 (verschijnt 21 oktober). Zoek de Spotify playlist op die we bij deze editie maakten, of klik gewoon hier voor het bijbehorende artikel.

Jazz à Vienne
Eigen platen terugluisteren doen ze nauwelijks, en opnames van optredens terugluisteren of -kijken, dat vinden de jongens vreselijk.

Tienson: ‘Confronterend. Bijvoorbeeld, we speelden op een prachtige plek, in het antieke amfitheater in Vienne, tijdens Jazz à Vienne in juni, en we werden daar ook gefilmd. Heel goed gefilmd. We speelden een best vette versie van Attila, die staat ook op Youtube...

...En we dachten dat alles erg goed ging, we voelden ons geweldig toen we klaar waren, Adrenaline, weetjewel. Bleek dat we twee stukken, Desdemona en Hannoman, veels te snel hadden gespeeld. Echt niet chill meer, eigenlijk.’
Gino: ‘Het was wel strak, maar eh…’
Tienson: ‘Véél sneller dan op de plaat, zodat de grooves niet echt meer...’
Sonny: ‘Maar de adrenaline maakt dat het oorspronkelijke tempo dan heel raar aanvoelt!’
Tienson: ‘Toen we de nummers van The Hunt live gingen spelen merkten we het verschil al. Kortere nummers, meer to the point. En minder solo's.’
Gino: ‘Jazz à Vienne was zo mooi… En de line-up daar, sick gewoon. 7000 mensen konden daar zitten. De bovenste rij zag je niet meer. De horizon vervaagde…’

Wil je zelf horen of Jungle By Night de nummers Desdemona en Hannoman tijdens Jazz à Vienne veel te snel speelde, zoals ze zelf zeggen? In de hiervolgende festivalreportage van de lokale tv-zender kun je het gehele optreden bekijken (van 2.05 tot 3.10 uur).

Fuji Rock
Tienson: ‘Qua algehele tourervaring was Japan te gek. Ben je helemaal aan de andere kant van de wereld, sta je op Fuji Rock voor een publiek dat hélemaal los gaat. Dan denk je ook: wat is dit?'
Gino: ‘Voor hun is het al wat dat je uit Europa komt. En dansen vanaf de eerste seconde hè. De programmeur was ook superenthousiast, hij zei dat hij sinds Manu Chao niet meer zo’n gekte in zijn spiegeltent had gehad. En het is er superschoon. Die zee van bekertjes in de X-ray op Lowlands? Vergeet het maar. Echt next level nadenken over duurzaamheid. het hele festivalding is zo anders in Japan.'
Tienson: ‘We zijn in Tower records geweest, acht verdiepingen en alles heeft keurig zijn eigen plekje. Daar worden nog steeds veel cd’s verkocht. Bij elk genre een selectie die je kunt beluisteren. Staat ook gewoon Kris Berry & Perquisite ertussen, weetjewel. Videoclip erbij, boem. Ze bieden het echt aan. Een heel andere mentaliteit tegenover muziek kopen. Hier gaan mensen naar Spotify en dat is het dan.’

Een korte sfeerimpressie van Jungle By Night tijdens Fuji Rock: 

Afrika
Tienson: ‘Ik ben een paar keer in Afrika geweest en heb er les gehad van enkele grootmeesters, zowel Malinese als Ghanese als uit Guinee. Ik heb daar veel van geleerd. Om te beginnen is les in een djembé-ensemble totaal iets anders dan in een band. Djembé is de solist binnen zo'n groep, en je leer hoe zo'n groep werkt. Je leert de verschillende ritmes spelen, de begeleiding, et cetera. In Nederland, bij Ponda, wordt alles helemaal uitgelegd, kun je alles vragen. Dáár is het gewoon spelen tot je het kunt spelen.
'Ik leerde ritmes vanuit de Malinese traditie, met soms vier verschillende versies omdat elk dorp zijn variaties heeft. Daar kun je zo diep induiken... Ponda geeft zelf les vanuit de traditie, dus hij nodigt ook verschillende docenten uit, oud en jong, traditioneel en modern... Mijn droom is om ooit drie maanden lang in Conakry te zijn en daar gewoon op straat mee te spelen met mensen. Daarom is het Conservatorium nog niks voor mij: je zult vast af en toe een djembé workshop krijgen, maar verder is de latin, de conga, de basis van de opleiding.’
Gino: ‘Terwijl de latin voortkomt uit afroritmes. Ze verwijzen wel vaak naar de oorsprong, maar bieden geen opleiding in die richting. Latin is natuurlijk ook veel meer uitgeschreven en bestudeerd, terwijl je de shit uit Afrika op straat leert, in de dorpjes.’


Steeds droger
Sonny speelt op een Premier setje uit 1972. Een 22”x14” bassdrum, 12” en 16”  toms. De Remo CS vellen die op de toms zaten heeft hij nog nooit gewisseld. Op zijn bassdrum gebruikt Sonny een Powerstroke Pro: “Die heeft zo’n dempring, lekker droog. En ik ben er bij de opnames van The Hunt achter gekomen dat ik het laag lekker vind dat ik krijg met een voorvel op de bassdrum, maar of dat live nu zo handig is weet ik niet. Ik overleg wel met de geluidstechnicus, maar ik ben er nog niet uit. Sound is misschien wel belangrijker dan hoe goed je speelt. Ik heb dit kitje voor 500 euro kunnen kopen en ik ben er superblij mee.
Sonny’s pedaal is een Tama Iron Cobra; de hihatstand is er een die hij ‘over’ had. Sonny gebruikt twee 16” crashes als hihat. Zijn geliefde 22” Zyn medium ride is helaas gesneuveld in de strijd, maar: ‘Ik zag de 30th Anniversary rides van Istanbul die me erg bevielen.’
‘Ik was me niet echt bewust van mijn snaresound of zo… Pas na Hidden besefte ik: ik kan zoveel, met allemaal verschillende snares. Ik kan er bijna gek van worden, van al die mogelijkheden. Nu ben ik wel heel erg gehecht aan mijn sound. Steeds droger is ie geworden, en als de snaren iets te strak staan, of iets te los, is het al niet goed meer. En ik kan gek worden van een ruimte, hoe die je klank beïnvloedt. Ik mocht een drumstel gebruiken voor opnames. Joost Kroon had me geholpen met stemmen. Hij zei: "Dit heb je niet nodig, en dit is te nieuw…", en natuurlijk, het gaat er ook helemaal niet om dat ’t allemaal zo hard en punchy klinkt.’

Classic shit
Gino: ‘Eerst had ik van mijn stiefopa twee King conga’s. Classic shit, heel dik, maar ik kon er niet zoveel mee. Dus kocht mijn vader van die kunststof zwarte conga’s, daar was ik heel blij mee, zo’n synthetisch Remo-vel erop. Klonk lekker hard, weetjewel. Maar nu heb ik zo’n LP 40th Anniversary Classic conga gekocht en denk ik: wat vond ik er aan, aan die crappy zwarte dingen? Veelsteveel boventonen, piiieeeuw, lelijk man, al hoor je dat niet in het publiek. Nu heb ik gewoon hele chille goeie houten conga’s, met van die lekkere dikke vellen. Heel blij mee. En die Kings? Vet nice! Ik kwam er trouwens na een tijdje spelen achter dat die zwarte conga’s van binnen met iets van schuimrubber waren bekleed. Dat haalde ik eruit en toen klonk ik opeens tyfushard! Mijn leraar zegt ook dat ik niet zo hard moet slaan, ik speel het hardst van iedereen van mijn jaar. Ongeveer. Mijn timbales waren ook een snelle aankoop. De Tito Puentes met zilverkleurige casing. Ik wil eigenlijk de bronzen. Op school hebben we hele nice Pearls staan. Van die zwarte, weet niet wat voor materiaal dat is. Lucas heeft ze nu ook besteld. De mijne klinken best een beetje te schel. Maar ook wel gewoon zoals het moet, ik ben er blij mee.’
Tienson: ‘Ik begon op geitenvel. En toen zag ik drummers met kalfsvellen, die zijn iets minder…’
Gino: ‘...kroepoek.’
Tienson: ‘Ja, kroepoek, haha. Minder hoog. Dikker, het gevoel is meer richting conga. Niet qua klank, hoor. Ik speel dus sindsdien op kalfsvel. En ik merk nu dat ik met geitenvel misschien mooiere sounds krijg, maar ik heb met dat kalfsvel heel hard gewerkt om mijn toon en mijn slap goed te krijgen. Speel ik nu op de djembé van mijn broer dan gaat alles opeens veel harder, en makkelijker.’

Klik hier voor de agenda van Jungle By Night - en ga ze zien!

Tot slot de officiële videoclip van Attila:

 

zoeken
zoeken