Thomas Lang

Extra's bij het interview in Slagwerkkrant 173

Slagwerkkrant Plus 14-12-2012 16:12

In het interview in Slagwerkkrant 173 (jan-feb 2013) vertelt Thomas Lang over de oefenregels van zijn eerste leraar, Johann Hengst. Die hebben hem destijds, en eigenlijk gedurende zijn gehele carrière enorm geholpen. Hieronder staan ze op een rijtje en vervolgens legt Lang ze uit. En hij vertelt nog iets schokkends over de toekomst... Verder kun je onder Documenten klikken op het pdf-icoontje voor een een archiefartikel uit 2007 (swk 138)

 

De oefenregels van Hengst
1. Niet spelen terwijl je oefent
2. Niet oefenen als je moet spelen
3. Oefen elke dag
4. Oefen tot het klaar is
5. Oefen zoals je speelt

1. Niet spelen terwijl je oefent
‘Als je oefentijd hebt om iets te leren ga je er niet van alles tussendoor zitten spelen. Je doet alleen de oefening en niets anders. Spelen is iets anders: dat is iets doen dat je al kan en dat je ego streelt. Veel drummers stappen in en uit een oefening: ze proberen iets moeilijks en gaan dan zitten spelen of jammen. Dan oefenen ze weer even en dan gaan ze weer zitten jammen. Het is goed voor hun ego en geeft ze het gevoel dat ze niet zo héél slecht zijn op hun instrument. Zo wordt uiteindelijk 50 procent van je oefentijd verspild aan het spelen van iets dat je al kunt.’

2. Niet oefenen als je moet spelen
‘De tweede regel is dat zodra je met andere muzikanten gaat spelen, je niet iets moet doen wat je nog niet geoefend hebt. Je gaat niet zitten oefenen tijdens het spelen en zeker niet op een podium! Er zijn altijd wel handicaps: je speelt niet op je eigen set, niet met je eigen pedaal, je hebt een jetlag, hoofdpijn of bent nerveus. Die dingen maken het altijd moeilijker dan thuis in je oefenhok dus dan ga je niet iets proberen wat je nog niet hebt geoefend.’

3. Oefen elke dag
‘Heel belangrijk voor je spiergeheugen. Als je vijf dagen in de week werkt is het beter om een uur per dag te oefenen dan zeven uur lang op zondag.’

 4. Oefen tot het af is
'Spreekt voor zich: stel bereikbare doelen en maak ze ook af.’

 5. Oefen zoals je live speelt
‘Dat geldt ook voor sporters: je traint met de intensiteit die ook in de wedstrijd van je verwacht wordt anders leg je het af! Je kunt niet op een podium klimmen voor 50 duizend man en dan spelen alsof je rustig in je oefenhok zit! Er is véél meer energie en je moet veel meer power en volume creëren. Dat gaat niet als je dat niet hebt geoefend!’

Nieuwe divisie
Ik denk soms: mannen als Lang, Minnemann, Mangini en Donati hebben met hun drumspel een soort nieuwe divisie hebben gevormd, een soort buitencategorie. Het is een niveau van instrumentbeheersing dat bijna buiten de muziekwereld lijkt te staan. Zijn er eigenlijk wel muzikale situaties die vragen om zulk extreem spel?
‘Dat is een goed punt. Maar ik denk dat wij allemaal dezelfde uitdaging zien in het ontwikkelen van nieuwe ideeën, ook gewoon omdat het mogelijk is die dingen te doen. Je moet een soort pioniersgeest hebben om dat te proberen, en die hebben wij denk ik alle vier. Waarom probeerde George Mallory in 1924 de Mount Everest te beklimmen? Gewoon omdat die berg er ligt! Omdat het mogelijk is en de uitdaging er ligt, moet je het doen!
‘Ik denk dat je tot op zekere hoogte gelijk hebt maar het is niet zo dat de muziek voor onze kunstjes niet bestaat. We schrijven denk  ik alle vier onze eigen muziek en een deel daarvan is wel degelijk om te tonen wat we kunnen en om die gecompliceerde technieken toe te passen. Bovendien: elk complex patroon en elke moeilijke techniek die je kunt spelen maakt het spelen van iets simpels makkelijker en meer vertrouwd. En dat is heel erg goed hoorbaar! Als je een vergevorderde drummer iets simpels hoort spelen, hoor je daar een veel diepere wereld achter van toewijding en oefening. Techniek bestaat in essentie alleen om spelen makkelijker te maken! Je kunt dan kiezen wat je speelt en hoe je het speelt en  je publiek, hoort dat, of ze nu opgeleid zijn of niet.’

Bij de Generation X Tour van Meinl speelden jij, Marco Minnenmann en Johnny Rabb Zappa’s Black Page, een stuk waar ik erg van hou. Het leek voor jullie eigenlijk bijna makkelijk. Kostte het veel tijd om in te studeren?
‘Voor mij niet, want ik speelde het al in de jaren negentig met mijn band Save The Robots en heb het ook al eens op een solo-cd opgenomen (Mediator uit1993; red.). Ik ben een groot Zappa-fan en kende het al sinds het conservatorium. Iemand gaf me de bladmuziek en ik wilde het kunnen spelen. Ik vond het eigenlijk best simpel. Het stuk zelf is eigenlijk niet zo moeilijk. Ik hou er tot op de dag van vandaag van! Marco is ook Zappa-fan en kende het ook al, dus we speelden het bij een repetitie voor de tour en het ging meteen perfect. Toen hebben we het ook met Johnny gerepeteerd, al speelde hij een iets simpelere versie.’

Iets anders
Wat vind je leuker: de clinics waarbij je de moeilijke dingen kunt doen of gewoon lekker achter een zangeres spelen?
‘Ik geef de voorkeur aan het simpele werk, lekker in een band en dat doe ik ook veel. Er is genoeg balans omdat ik én het bandwerk kan doen én de clinics. Bij de clinics moet je op jezelf focussen en dat is belangrijk voor je groei als drummer. Het is wel introvert. En wat zeker zo leuk is, is extrovert spelen en reageren op wat er om je heen in de band gebeurt. Het zijn twee verschillende situaties en ze zijn een beetje moeilijk te vergelijken, maar voor mij is de extroverte kant leuker. Dat is waarom ik muziek maak, uiteindelijk. Het is leuker om mensen gewoon te vermaken, ze blij te maken dan om ze aan het tellen of het denken te zetten.’

Je zei dat je je zou kunnen voorstellen dat je ooit zou stoppen met drummen. Kan je daar nog eens dieper op ingaan?
‘Ja, ik heb daar de laatste tijd zelfs vaak over gedacht! Jeremy Piven is een grote fan van mij. Hij is een succesvol acteur maar hij wilde eigenlijk altijd drummer worden. Bij toeval werd hij echter als acteur een grote ster! Hij maakte een documentaire waarin hij beroemde mensen vroeg wat ze gedaan zouden hebben als ze niet in hun vakgebied bekend zouden zijn geworden. Want hij werd naar eigen zeggen door een vergissing een Hollywood Superster. Sinds hij me een paar jaar geleden die vraag stelde ben ik daar over gaan nadenken. En ik denk dat er best veel dingen zouden zijn die ik met plezier kan doen, die ik misschien soms zelfs wel liever zou doen dan drummen!’

Wat zou dat zijn?
‘Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in natuurkunde, misschien zou ik dat wel weer gaan studeren. Ik hou ook van timmeren, werken met hout, dingen bouwen. Ik hou van powertools, architectuur, constructie, plannen tekenen en ontwerpen en zou perfect gelukkig kunnen zijn in een van die richtingen!’

zoeken
zoeken